21. Zouten afronden

Wat is een zout?
A
zout bestaat uit atomen
B
zout bestaat uit ionen
C
zout bestaat uit moleculen
D
zout bestaat uit kernen
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Wat is een zout?
A
zout bestaat uit atomen
B
zout bestaat uit ionen
C
zout bestaat uit moleculen
D
zout bestaat uit kernen

Slide 1 - Quizvraag

Hoe is de oplosbaarheid van IJzerbromide
A
g
B
m
C
s
D
-

Slide 2 - Quizvraag

Hoe is de oplosbaarheid van magnesiumfosfaat
A
g
B
m
C
s
D
-

Slide 3 - Quizvraag

Bij het indampen van een oplossing van zout in water..
A
verdampt het zout en het water gelijkmatig.
B
verdampt enkel het water en blijft het zout achter.
C
verdampt enkel het zout.
D
wordt het zout gescheiden.

Slide 4 - Quizvraag

water is een:
A
zout
B
metaal
C
moleculaire stof
D
lekker

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de indampvergelijking voor de oplossing van natriumchloride?
A
Na++ClNaCl
B
NaCl(aq)NaCl(s)
C
Na+(aq)+Cl(aq)NaCl(s)
D
NaCl(s)Na+(aq)+Cl(aq)

Slide 6 - Quizvraag

Natrium is een...
A
niet-metaal
B
metaal
C
zout
D
moleculaire stof

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de oplosvergelijking van aluminiumfosfaat
AlPO4
A
Al3+(aq)+PO43(aq)AlPO4(s)
B
AlPO4(s)Al3+(aq)+PO43(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
AlPO4Al3++PO43

Slide 8 - Quizvraag

Hoe is de oplosbaarheid van het zout calciumchloride
A
g
B
m
C
s
D
-

Slide 9 - Quizvraag

Water verdampt en ruw zout blijft over. Hoe heet dit proces?
A
Indampen
B
Destilleren
C
Bezinken
D
Extraheren

Slide 10 - Quizvraag

De oplosvergelijking van
zinknitraat,
ZnNO3
A
Zn2+(aq)+2NO3(aq)Zn(NO3)2(s)
B
Zn(NO3)2(s)Zn2+(aq)+2NO3(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
Zn(NO3)2Zn2++2NO3

Slide 11 - Quizvraag

wat voor vergelijking is dit?
Ba2+(aq) + SO42-(aq) --> BaSO4(s)
A
indampvergelijking
B
oplosvergelijking
C
neerslagvergelijking
D
geen van deze 3

Slide 12 - Quizvraag

Geef de oplosvergelijking van ijzer(II)sulfaat in water.
A
FeSO4(s)+H2O(l)>FeSO4(aq)
B
Fe2SO4(s)>2Fe+(aq)+SO42(aq)
C
FeSO4(s)>Fe2+(aq)+SO42(aq)
D
FeSO4(s)>Fe(aq)+SO4(aq)

Slide 13 - Quizvraag

Geef de oplosvergelijking voor
Na2SO4

Slide 14 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een bariumbromide-oplossing.

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag!
Maak TJ van H5 (p. 182-184 wb deel A)

Morgen oefen practicum Zouten

Volgende week wb deel B mee, start H6 Zuren en Basen!

Slide 16 - Tekstslide