Proeftoets drogredeneringen, betoog en lezen 3F

Toelichting
Je krijgt straks telkens een nieuwe vraag voorgeschoteld. Kies  steeds het best passende antwoord.
* drogredenen: komen uit het boek Starttaal en de les van mevrouw Hoogenberg 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toelichting
Je krijgt straks telkens een nieuwe vraag voorgeschoteld. Kies  steeds het best passende antwoord.
* drogredenen: komen uit het boek Starttaal en de les van mevrouw Hoogenberg 

Slide 1 - Tekstslide

Jij vindt dat je te weinig verdient met 2 euro per uur? Ik verdiende dat vroeger nog niet eens op een dag.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen

Slide 2 - Quizvraag

Drogredenen

Slide 3 - Tekstslide

Ik kom altijd op tijd op school sinds ik een scooter heb.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Verkeerde vergelijking

Slide 4 - Quizvraag

Je wilt niet mee naar het feest? Je bent echt saai en gaat dus liever in je eentje thuis op de bank zitten.

A
Cirkelredenering
B
Persoonlijke aanval
C
Vals dilemma

Slide 5 - Quizvraag

Hij kan nou wel zeggen dat iedereen financieel moet inleveren, maar hij heeft zelf zijn studie economie niet afgemaakt.

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 6 - Quizvraag

Ik wil graag met mijn handen eten. In de natuur eet men toch ook niet met mes en vork?
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 7 - Quizvraag

Marieke zal vast ook een goede ruiter zijn, want ze kan goed met honden omgaan.

A
Ontduiken van bewijslast
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit

Slide 8 - Quizvraag

Ik ben de baas want ik zeg wat er moet gebeuren.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 9 - Quizvraag

De man van het Chinese restaurant begreep mij niet. Nederlands is blijkbaar moeilijk voor Chinezen.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 10 - Quizvraag

Dus u bent in aanraking geweest met justitie? Denkt u nu echt dat we u kunnen geloven?
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 11 - Quizvraag

Deze auto is van mij, want ik ben de eigenaar
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 12 - Quizvraag

Italianen zijn een gevaar op de weg. Ik heb in Rome twee keer in een taxi gezeten en ik was blij dat ik er levend uitkwam.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 13 - Quizvraag

Nederland moet niet zoveel geld uitgeven aan zijn waterhuishouding, want andere landen doen dat ook niet.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 14 - Quizvraag

Betoog, standpunt, argument 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een argument?
A
De mening van de schrijver
B
de onderbouwing van de mening
C
Een conclusie van de mening

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten?
A
Objectieve argumenten zijn gebaseerd op meningen, subjectief op feiten
B
Objectieve argumenten zijn gebaseerd op feiten, subjectief op meningen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je een standpunt met een argument?
A
betoog
B
redenering
C
opsomming
D
ingezonden brief

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het doel van een betoog?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
opiënieren

Slide 19 - Quizvraag

Welke soort argumenten weerleg je?
A
Argumenten vóór jouw stelling
B
Argumenten tegen jouw stelling

Slide 20 - Quizvraag