blaasspoelen

Blaasspoelen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blaasspoelen

Slide 1 - Tekstslide

Inhalen van de les of herhaling 
Ben je 13 april door bepaalde omstandigheden niet op school geweest dan kan je deze lesson up van blaasspoelen doornemen.
Of
Je vindt het leuk om nog eens de informatie van de les te lezen dan ook kan je deze lesson up nogmaals bekijken

Slide 2 - Tekstslide

Waarom mag je spoelvloeistof niet onder druk in de blaas laten lopen?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Verschil:  Spoelen van een katheter en Blaasspoelen
Het spoelen van een katheter en blaasspoelen worden vaak in één adem genoemd. 
Indicatie Katheter spoelen:
Om de katheter doorgankelijk te houden en aanslag te voorkomen en/of verwijderen.
Spoelen gebeurt met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof 


Slide 5 - Tekstslide

Het doel van een Blaasspoeling 
is het reinigen of behandelen van de blaas.
Blaasspoelen
Om medicatie in te brengen in de blaas of stolsels en bezinksel uit de blaas te verwijderen.
Spoelen gebeurt met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof.
Spoelvloeistof moet een periode inwerken in de blaas. Dit kan per zorgvrager verschillen


Slide 6 - Tekstslide

Voorbehouden en risicovolle handeling
Het inbrengen van een katheter in de blaas is een voorbehouden handeling en het spoelen van de blaas is een risicovolle handeling. Beide handelingen moeten in opdracht van een arts gebeuren en uitgevoerd door een deskundig en bekwaam verzorgende

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de juiste temperatuur van de spoelvloeistof tijdens het inbrengen?

Slide 8 - Open vraag

Waarvoor gebruik je het klemmetje die op de uro-tainer zit?

Slide 9 - Open vraag

Er zijn verschillende soorten blaasvloeistoffen met ieder een eigen werking.
NaCl 0,9% is voor het eenvoudig reinigen van de blaas en katheter.
Solutio R is vooral om verkalking van de katheter te voorkomen. Verkalking van de katheter kan pijn en schade opleveren bij et verwijderen van de katheter.
Solutio G voorkomt kristalvorming en geeft minder kans op urineweginfecties.
Zorg voor handhygiene en draag handschoenen tijdens de handeling.
Zorg dat er een handoek of celstofmat onder de zorgvrager ligt.
Voordat je de spoelvloeistof inbrengt leg je deze in handwarm water. Wanneer de spoelvloeistof te koud is tijdens het inbrengen kan dit voor blaaskrampen zorgen. Ook te snel in laten lopen van de vloeisstof kan voor  blaaskrampen zorgen.
Kijk uit met het opwarmen van de vloeisstof in de magnetron, dit is snel te warm.
Op deze foto zie je een open systeem. Je sluit de uro-tainer aan op de katheter en na afloop verwijder je deze weer.
Bij een gesloten systeem heeft de zorgvrager altijd een 3 lumen katheter. De spoelvloeistof loopt dan continue in en wordt ook weer afgevoerd. Dit is bijvoorbeeld na een operatie aan de blaas of een spoeling waarbij de blaas gespoeld wordt totdat er geen bloedstolsels meer zijn of bij een spoeling met een chemovloeistof.
Blaasspoelen of katheter spoelen.
Spoelen van de blaas heeft als doel medicatie aan te brengen aan de blaaswand (blaasinstillatie) of om bloedstolsels of debris (bezinksel) uit de blaas te verwijderen. Spoelen om debris weg te halen, gebeurt altijd met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof.

Spoelen van de katheter heeft als doel de katheter doorgankelijk te houden door encrustratie (letterlijk ‘korstvorming’, of aanslag/verkalking aan de binnenkant van de katheter) en debrisvorming te voorkomen en te verwijderen. Katheterspoelen is zinvol bij cliënten die snel een verstopte blaaskatheter hebben. Katheterspoelen gebeurt altijd met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof.
Je licht vooraf je zorgvrager in. Vertel wat je gaat doen en wat een zorgvrager kan verwachten.

Slide 10 - Tekstslide

Wat doe je wanneer het aansluitpunt in aanraking komt met de omgeving?

Slide 11 - Open vraag

Indicaties voor blaasspoeling
  • om vlokken, gruis en/of stolsels te verwijderen
  • om met antibiotica ontstekingen te bestrijden (medicinale spoeling)
  • bij blaaskanker, om kankercellen te vernietigen of om de afweer te stimuleren (dit vindt plaats in het ziekenhuis)
  • het is niet zinvol om zorgvragers met een katheter standaard te spoelen om urineweginfecties te voorkomen!



Slide 12 - Tekstslide

 Contra-indicaties bij blaasspoelen zijn

overgevoeligheid voor de spoelvloeistof of het werkzame bestanddeel
beschadiging van het blaasslijmvlies
nierfunctiestoornissen
leverfunctiestoornissen
urinewegobstructies
blaasperforatie
blaassspasme







Slide 13 - Tekstslide

Voor - en nadelen
Het inbrengen van vloeistof of medicijnen direct in de blaas kan voordelen hebben. Hoge concentraties van het werkzame bestanddeel kunnen op de aangedane plek lokaal inwerken. Daarnaast zijn er minder systemische bijwerkingen. Het nadeel is dat je moet katheteriseren. Katheteriseren is een invasieve en vaak onprettige handeling die het risico op een infectie vergroot

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een open en een gesloten systeem bij blaasspoelen?

Slide 15 - Open vraag

Open versus gesloten systeem
Er zijn twee manieren om een blaasspoeling te geven:
Open blaasspoeling. 
Een blaasspoelzakje of een blaasspuit wordt op de katheter aangesloten. De katheterzak wordt hierbij losgekoppeld.
Gesloten blaasspoeling
De blaasspoeling vindt plaats via de derde ingang van de blaaskatheter. De katheterzak wordt hierbij niet losgekoppeld.




Slide 16 - Tekstslide

Actieve versus passieve blaasspoeling
Actieve blaasspoeling
Bij een actieve spoeling wordt de vloeistof onder druk ingebracht in de blaas. De vloeistof wordt met enige kracht in de blaas gespoten.

Slide 17 - Tekstslide

Actieve versus passieve blaasspoeling
Passieve blaasspoeling
Bij een passieve blaasspoeling wordt de vloeistof aangesloten op het kathetersysteem en opgehangen aan bijvoorbeeld een infuuspaal. De vloeistof loopt onder invloed van de zwaartekracht de blaas in.

Slide 18 - Tekstslide

Problemen bij en na blaasspoelen
  • De spoelvloeistof loopt moeilijk in. Dit kan een gevolg zijn van een verstopte katheter.
  • Blaaskrampen. Vaak komt dit doordat de spoelvloeistof te koud is of te snel inloopt.
  • Beschadiging van de blaaswand. Dit kan optreden als de spoelvloeistof met te veel kracht wordt ingebracht of als de spoelvloeistof prikkelt.
  • Infectie. Als je niet steriel genoeg hebt gewerkt, kunnen ziektekiemen in de blaas worden gebracht.





Slide 19 - Tekstslide

Acties wanneer er problemen ontstaan
  • Controleer of de spoelvloeistof op kamertemperatuur is. 
  • Breng de spoelvloeistof langzamer in.
  • Vraag de zorgvrager te assisteren bij de handeling, 
  • Masseer de onderbuik zacht of laat de zorgvrager dat eventueel zelf doen.
  • Het betrekken van een vertrouwd persoon  bij de handelingen kan in sommige gevallen ontspannend werken. 
  • Afleiding kan ook ontspannend werken.
  • Onderbreek de handeling even en ga na verloop van tijd verder.





Slide 20 - Tekstslide

Zijn er nog vragen en of onduidelijkheden? Vul ze hier onder in.

Slide 21 - Open vraag

Oefenen en zijn er nog vragen en of opmerkingen na het oefenen?

Slide 22 - Tekstslide