5.2 verspreiding van het Christendom

Vooraf
Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)

  • Gebruik dezelfde naam!

  • Alleen voor het beantwoorden van vragen heb je je telefoon nodig, leg hem anders plat op je tafel

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)

  • Gebruik dezelfde naam!

  • Alleen voor het beantwoorden van vragen heb je je telefoon nodig, leg hem anders plat op je tafel

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.

Slide 1 - Tekstslide

Hebben we allemaal een leuke/fijne/relaxte vakantie gehad?
JA!
Ja!
ging wel..
Nee

Slide 2 - Poll

Karolingische rijk
  • Het Frankische rijk onder Karel de Grote

  • Grote delen onbewoond en dorpen lagen ver uit elkaar > moeilijk te besturen.

  • Karel D.G verdeeld zijn land onder hertogen/graven om in zijn naam te besturen.

  • Hertogen/graven geven hiervoor een 'eed van trouw' en beloven Karel D.G te dienen met raad en daad

  • Karel D.G reist zelf rond in zijn rijk om alles in de gaten te houden

Slide 3 - Tekstslide

Het Karolingische rijk
(Circa 768)
  • Karel de Grote heeft het Frankische rijk van zijn vader overgenomen

  • Het rijk is echter te groot om efficiënt te kunnen besturen 

  • Karel besluit zijn land uit te lenen aan loyale vrienden en benoemt ze tot hertog

Slide 4 - Tekstslide

Het Karolingische rijk
(Circa 788)
  • De vier hertogen zweren allemaal een 'eed van trouw' en zullen de koning bij staan met raad en daad

  • De Hertogen besturen het land nu zelf: ze mogen belasting heffen en moesten rechtspreken en zorgen voor veiligheid.

  • En als de koning ten oorlog gaat moeten zij ridders sturen om hem te ondersteunen

Slide 5 - Tekstslide

Het Karolingische rijk
(Circa 808)
  • De vier hertogen vonden hun land alsnog te groot en verdeelden het ook weer

  • De nieuwe hertogen/graven moesten een 'eed van trouw' zweren aan de persoon van wie ze het geleend hadden

  • en dus ook legers sturen als de hertog ten oorlog ging
     

Slide 6 - Tekstslide

Leenstelsel/feodaliteit
  • Leenstelsel/feodaliteit (politiek/economisch)

  • Het gebied wordt uitgeleend (niet weggegeven)

  • De persoon die het uitleent = leenheer
  • De persoon die het in leen krijgt = leenman

  • Dus.... 1 is een leenheer van 2 en 2 is een leenman van 1
  • Maar 2 is een leenheer van 3

  • Zo kan één persoon zowel leenheer als leenman zijn

Slide 7 - Tekstslide

Karel de Grote (1) verdeeld zijn land in twee stukken en geeft aan zijn loyale hertog (2).

Hiermee wordt Karel de Grote  (1) een

En de hertog (2) een


De hertog (2) verdeeld zijn land verder onder een loyale graaf (3).

De hertog (2) wordt hiermee een


Leenheer
Leenheer
Leenman

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is nummer 1 van nummer 4
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 9 - Quizvraag

Wat is nummer 13 van nummer 2
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 10 - Quizvraag

Wat is nummer 5 van nummer 6
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 11 - Quizvraag

Wat is nummer 1 van nummer 6
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 12 - Quizvraag

Welke problemen liep men tegen aan met het leenstelsel?

Slide 13 - Open vraag

Nog meer problemen met het leenstelsel...
  • Wat gebeurt er als de koning dood gaat?

  • Hertogen gaan het land als hun eigen beschouwen en niet meer als een 'leen'

  • Steeds vaker wordt het land op de zoon overgegeven (erfelijk)

  • Hertogen gaan zich zelf belangrijker vinden dan de koning

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Verspreiding van het christendom
  • Bekering 'top down' - eerste de vorst bekeren dan volgt de rest van het volk.

  • Karel de Grote gedoopt en gekroond tot keizer door de paus.

  • Missionarissen trekken rond om mensen te bekeren; Willibrord en Bonifatius

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Met de komst van het christendom verdwenen de heidense goden en gebruiken helemaal
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Succesvol?
  • Van polen tot het noorden van Scandinavië wordt bekeerd tot het christendom

  • Maar... ook verzet: Friezen en Saksen verzetten zich hevig. Totdat ze verslagen worden door Karel de Grote

  • Heidense tradities blijven bestaan, maar worden overgegoten in een christelijk jasje: Lentefeest wordt pasen / midwinter wordt kerst

Slide 19 - Tekstslide

De kerk wordt een leenheer
  • De kerk heeft een strakke Hiërarchie: Paus, aartsbisschoppen, bisschoppen, pastoors.

  • Zij zijn vaak de enigen die latijn kunnen lezen en spreken, om te leven als een goed christenen moesten de mensen dus wel naar deze mensen luisteren

  • Veel vorsten en edelen steunen de kerk door grond te doneren of kloosters te laten bouwen.

Slide 20 - Tekstslide

Homework
Lezen: 5.2

Maken: 5, 7, 8

+ maak een foto van vraag 7

Slide 21 - Tekstslide