Grieken en Romeinen

Grieken en Romeinen 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Grieken en Romeinen 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe wordt de tijd van Grieken en Romeinen genoemd?
A
Middeleeuwen
B
Prehistorie
C
Oudheid
D
Christendom

Slide 2 - Quizvraag

Wordt met prehistorie jagers en boeren bedoeld?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een Mythe?
A
Mop
B
Verhaal over goden
C
Verhaal over oorlogen
D
Gedicht

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk geloof hoort een synagoge?

Slide 5 - Open vraag

Welke 2 betekenissen heeft het woord ''kerk''
A
Geld en geloof
B
Macht en gebouw
C
Geloof en organisatie
D
Gebouw en organisatie

Slide 6 - Quizvraag

De romeinen noemden de mensen ten noorden van de Rijn Vikingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat namen de Romeinen over van de Grieken?
A
Rechte wegen en godsdienst
B
Munten en aquaducten
C
Tempels en beelden van goden
D
Amfitheater en aquaducten

Slide 8 - Quizvraag

Welke belangrijke gebeurtenis vond er plaats in het jaar 1?
A
De Romeinen werden verslagen
B
De eerste paus werd benoemd
C
Het begin van het Jodendom
D
Het begin van de christelijke jaartelling

Slide 9 - Quizvraag

Welke geloven zijn in het Romeinse rijk ontstaan?
A
Romeinse geloof en Christendom
B
Griekse geloof en Jodendom
C
Jodendom en Christendom
D
Romeinse geloof en christendom

Slide 10 - Quizvraag

Welke rivier gaf de noordgrens aan van het Romeinse rijk?
A
De Donau
B
De Rijn
C
De Maas
D
De Seine

Slide 11 - Quizvraag

De Griekse-Romeinse kunst en cultuur noemen we klassiek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wanner werd het Christendom de belangrijkste godsdienst in het Romeinse rijk?
A
Toen jezus overleed
B
Toen een Romeinse keizer christelijk werd
C
Toen de Romeinen Israël veroverden
D
Toen het Romeinse rijk was verslagen

Slide 13 - Quizvraag

Waar is het Jodendom Ontstaan
A
Israël
B
Griekenland
C
Italië
D
Nederland

Slide 14 - Quizvraag

De romeinen spraken Latijns
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een gladiator?
A
Romeinse god
B
Een beroepsvechter
C
Een priester
D
een Romeinse soldaat

Slide 16 - Quizvraag

Einde 

Slide 17 - Tekstslide