Dit voorkom je door niet te vaag te zijn in wat je van je leerlingen vraagt. ‘Stil zijn’ is bijvoorbeeld al veel onduidelijker dan ‘recht zitten en niet praten’. Een van de manieren om gewenst gedrag helder te benoemen, is via de SMART-methode.
Een goed voorbeeld van een SMART-geformuleerd verzoek is: ‘Ga vanaf nu 5 minuten stil aan het werk en maak opdracht 3 op pagina 38 van je werkboek.’ In de video hierboven zie je hoe Kneyber een SMART en wat minder SMART verzoek aan zijn klas doet.
Specifiek: duidelijkheid over het gedrag: stil
Meetbaar: opdracht 3, bladzijde 38 van je werkboek
Acceptabel: opdracht 3 in 5 minuten, moet lukken (in alle opzichten!)
Realistisch: 5 minuten stil werken moet haalbaar zijn
Tijd: Je geeft duidelijk aan hoe lang ze bezig moeten zijn