P4 week 8 oefenen

Startopdracht
Bespreek met je buur
1. Wat heb je tot nu aan je toets gedaan?
2. Wat ga je nog doen?
3. Welk onderwerp vind je het lastigst?
4. Wat zou je helpen?
5. Welke tip zouden jullie kunnen delen?

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Bespreek met je buur
1. Wat heb je tot nu aan je toets gedaan?
2. Wat ga je nog doen?
3. Welk onderwerp vind je het lastigst?
4. Wat zou je helpen?
5. Welke tip zouden jullie kunnen delen?

Slide 1 - Tekstslide

Met welk onderwerp wil je deze les aan het werk?
Zintuigen (H8)
Zenuwstelsel (H9)
Hormoonstelsel (H10)
Seksueel functioneren, man (H12)
Seksueel functioneren, vrouw (H12)

Slide 2 - Poll

Zintuigen

Slide 3 - Tekstslide

Wat doen je zintuigen?
Beschrijf met behulp van de volgende woorden.
  • omgeving 
  • prikkels 
  • zintuigcellen
  • impuls
  • boodschap aan de     hersenen
  • waarnemen

Slide 4 - Tekstslide

Prikkels en impulsen
Wat gebeurt er met een prikkel?

Elk zintuig heeft zintuigcellen
In zintuigcellen ontstaan impulsen

De impulsen  ('seintjes') gaan naar de hersenen

Slide 5 - Tekstslide

1. Ons lichaam kent twee stuurmechanismen. Welke?
2. Waar in het lichaam zit je zenuwstelsel?
3. Zoek een afbeelding van een zenuwcel en teken hem na. Benoem de onderdelen. 
4. Hoe noemen we het kleine grensgebiedje tussen twee neuronen (zenuwcellen)?
5. Welke soorten neuronen kennen we?
6. Wat verstaan we onder witte stof? En wat onder grijze stof?
7. Op welke manieren kunnen we het zenuwstelsel indelen?
8. Hoe noemen we de twee helften van de grote hersenen?
9. Wat is de functie van de kleine hersenen?
1. Geef de definitie van een zintuig.
2. Welke zintuigen ken je?
3. Waar bevinden zich de reukzintuigcellen?
4. Welke smaken kan je met je tong proeven? (vijf - umami)
5. Hoe komt het dat als je verkouden bent het eten soms niet smaakt?
6. Wat kan je voelen met je huid?
7. Het gehoororgaan is onder te verdelen in drie gedeelten. Welke?
8. Waar vinden we het evenwichtszintuig?
9. De wand van de oogbol bestaat uit drie lagen.
Welke? En wat is hun functie?
10. Welke hulporganen van het oog ken je?

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel uren van de dag gebruikt de
mens de hersenen?
024

Slide 7 - Poll

CENTRAAL ZENUWSTELSEL

  •  Hersenen
  • Ruggenmerg
PERIFEER ZENUWSTELSEL

  •  Hersenzenuwen
  • Ruggenmergzenuwen 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vragen deel 1
1.Welke onderdelen van het zenuwstelsel vallen onder het perifere zenuwstelsel?
2.Hoeveel hersenzenuwen hebben we en welke verlaat het hoofd-halsgebied?
3.Hoeveel paar ruggenmergszenuwen hebben we?
4.Het zenuwstelsel kan je naar anatomie of naar functie indelen. Bij de functionele indeling wordt er onderscheid gemaakt tussen het animale zenuwstelsel en het vegetatieve zenuwstelsel. Leg de verschillen uit.

Slide 10 - Tekstslide

Vragen deel 2
5.Het vegetatieve (autonome) stelsel zorgt voor onwillekeurige, autonome processen in het lichaam. Kan je hier voorbeelden van geven?
6.Wat is het verschil tussen de sympathische en de parasympathische werking van het vegetatieve zenuwstelsel?

Slide 11 - Tekstslide

1. Ons lichaam kent twee stuurmechanismen. Welke?
2. Waar in het lichaam zit je zenuwstelsel?
3. Zoek een afbeelding van een zenuwcel en teken hem na. Benoem de onderdelen. 
4. Hoe noemen we het kleine grensgebiedje tussen twee neuronen (zenuwcellen)?
5. Welke soorten neuronen kennen we?
6. Wat verstaan we onder witte stof? En wat onder grijze stof?
7. Op welke manieren kunnen we het zenuwstelsel indelen?
8. Hoe noemen we de twee helften van de grote hersenen?
9. Wat is de functie van de kleine hersenen?
1. Ons lichaam kent twee stuurmechanismen. Welke?
2. Waar in het lichaam zit je zenuwstelsel?
3. Zoek een afbeelding van een zenuwcel en teken hem na. Benoem de onderdelen.
4. Hoe noemen we het kleine grensgebiedje tussen twee neuronen (zenuwcellen)?
5. Welke soorten neuronen kennen we?
6. Wat verstaan we onder witte stof? En wat onder grijze stof?
7. Op welke manieren kunnen we het zenuwstelsel indelen?
8. Hoe noemen we de twee helften van de grote hersenen?
9. Wat is de functie van de kleine hersenen?

Slide 12 - Tekstslide

Zenuwcellen
- zenuwcellen = neuronen.
- drie verschillende soorten
- axon = neuriet
- dendrieten
- synaps of motorische eindplaat

Slide 13 - Tekstslide

Indeling naar herkomst
Werking van de zenuwcel (neuron)

Slide 14 - Tekstslide

Witte en grijze stof
Wit:
  • Meer myeline schede
  • Prikkelversnelling
  • Kern van de hersenen
  • Buitenkant van het ruggenmerg
  • Grotendeels het perifere zenuwstelsel

Grijs:
  • Meer dendrieten, synapsen en axonen
      zonder myeline schede
  • Prikkel gaat trager
  • Buitenkant van het cerebrum
  • De kern van het ruggenmerg
  • Grotendeels het centrale zenuwstelsel


Slide 15 - Tekstslide

Belangrijke termen vorige week
myeline                                     kleine hersenen
motorisch                                    centrale zenuwstelsel
sensorisch                                         tussenhersenen
dendriet                                             hersenbalk
neuriet                                          schakelneuron
axon                                                    stuurmechanisme
synaps                                                     eindplaatje



Slide 16 - Tekstslide

= vegetatief

Slide 17 - Tekstslide

Grijze stof
Witte stof
Grijze stof
Witte stof
Meer 
myeline-
schede
Prikkel
gaat
sneller
Meer dendrieten,
synapsen en axonen
zonder myelineschede
Ligging in
de kern van
de hersenen
Ligging aan de
buitenkant van
de grote hersenen
Ligging in
de kern van
het ruggen-
merg
Ligt grotendeels
in het centrale 
zenuwstelsel
Ligt grotendeels
in het perifere
zenuwstelsel
Ligging aan 
de buitenkant
van het ruggen-
merg
Prikkel
gaat 
trager

Slide 18 - Sleepvraag

hormoonstelsel
Hormoonstelsel bij de mens

Welke organen herken je al?

Slide 19 - Tekstslide

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame en langdurige processen:
  • groei 
  • ontwikkeling 
  • stofwisseling  
  • voortplanting
  • reguleren van lichaamstemperatuur

Slide 20 - Tekstslide

Hoe werken hormonen?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
Alvleesklier reageert op de hoeveelheid glucose in het bloed

Wat is glucose?
Wat doet de alvleesklier nog meer?

Slide 23 - Tekstslide

Invulopdracht:
Hormonen zijn .....1.....  die worden gemaakt door .....2.... en door je lichaam worden verspreid via je .......3...... en komen zo langs alle ......4....... in het lichaam. Zo kunnen ze processen regelen over een grote afstand. Hormonen hebben een effect op specifieke organen: de .........4.......... De cellen van deze organen zijn ..........5......... voor het hormoon. Hormonen kunnen de processen in of bij deze doelwitorganen .......6...... of .......7.........

Slide 24 - Tekstslide

1. boodschapperstoffen 2. hormoonklieren 3. bloedbaan 4. cellen 5. doelwitorganen 6. gevoelig 7. afremmen 8. stimuleren
Hormonen zijn .....1.....  die worden gemaakt door .....2.... en door je lichaam worden verspreid via je .......3...... en komen zo langs alle ......4....... in het lichaam. Zo kunnen ze processen regelen over een grote afstand. Hormonen hebben een effect op specifieke organen: de .........5.......... De cellen van deze organen zijn ..........6......... voor het hormoon. Hormonen kunnen de processen in of bij deze doelwitorganen .......7...... of .......8........

Slide 25 - Tekstslide

Hypofyse uitvergroot
Ligging hypofyse

Slide 26 - Tekstslide

HYPOTHALAMUS
  • Plaats: boven de hypofyse
  • Verbonden met de hypofyse via de hypofysesteel 
  • Geeft de hypofyse een seintje als er meer of minder van een bepaald hormoon moet worden aangemaakt
  • Maakt zelf hormonen

Slide 27 - Tekstslide

Hypothalamus

Slide 28 - Tekstslide


In de huid zitten verschillende soorten zintuigcellen,
welke zijn dat?
A
warmte en kou
B
aanraking en druk
C
temperatuur en tast
D
warmte, kou, druk en tast

Slide 29 - Quizvraag

Bij welk orgaan hoort het evenwichtszintuig?
A
Het oog
B
Het oor
C
De neus

Slide 30 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
7
8
Cel-
lichaam
Cellen 
van 
Schwann
dendriet
Insnoering
van
Ranvier
Cel-
kern
Synaps
Myeline-
schede
Axon

Slide 31 - Sleepvraag

Wat is menstruatie?

Slide 32 - Tekstslide

Menstruatie

Slide 33 - Tekstslide

vruchtbare periode
minder vruchtbare periode
menstruatie
eisprong

Slide 34 - Sleepvraag

Menstruatiecyclus: menstruatie -> ovulatie -> menstruatie

Slide 35 - Tekstslide

Rijpen nieuwe eicel
Eisprong
Eicel sterft
Rijpen nieuwe eicel
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies wordt dikker
Menstruatie

Slide 36 - Sleepvraag

menstruatie
ovulatie
progesteron
oestrogeen
gele lichaam
eierstok
follikel

Slide 37 - Sleepvraag

Belangrijke termen deze week
perifere zenuwstelsel
reflex
ruggenmerg
ruggenmergzenuwen
vegetatief en animaal (zenuwstelsel)
sympathisch en parasympatisch (zenuwstelsel)
willekeurig en onwillekeurig



Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

timer
1:00
Wat
Bekijk de woordkaartjes op de tafel en bedenk:
1. Ken je de woorden?
2. Geef een korte omschrijving
3. Gebruik het woord in een zin
4. Over hoor elkaar
5. Noteer vragen over de woorden
Hoe
In een groepje van 3 personen
Tijd
10 minuten
Hulp?
Boek! Bureau
Opbrengst
Oefenen!

Slide 40 - Tekstslide

Ideeen
woordkaartjes maken
30 seconds
kahoot
vraag en antwoord - doorloopvragen per onderwerp
vul de mindmap aan
wie weet wat - uitleggen aan een groepje
indeling groepjes met de slimmeriken verdeeld

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

30 seconds!

Slide 43 - Tekstslide