Les 3 Arbeidsovereenkomst

Arbeidsovereenkomst
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Arbeidsovereenkomst

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
In de vorige les hebben wij:
  • geleerd wat een vacature is.
  • geleerd op welke manieren je op zoek kunt gaan naar werk.
  • geleerd wat solliciteren inhoudt. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • heb ik geleerd wat er in een arbeidsovereenkomst staat.
  • heb ik geleerd welke regels er gelden voor ontslag.
  • heb ik geleerd wat het verschil is tussen
    nettoloon en brutoloon. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een arbeidsovereenkomst of een contract?

Slide 4 - Open vraag

Arbeidsovereenkomst
Arbeidsovereenkomst: een document waarin de afspraken tussen een werknemer en een werkgever staan.
Arbeidsvoorwaarden: de afspraken tussen een werknemer en een werkgever.
Welke afspraken staan er o.a. in een arbeidsovereenkomst?
  • Loon
  • Proeftijd
  • Vakantie-uren



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Soorten contracten
Er zijn verschillende contracten:
  • voor bepaalde tijd, een jaar bijvoorbeeld.
  • onbepaalde tijd, tot je pensioen tenzij er een reden is om je te ontslaan.
  • project tijd, zodra het project voorbij is, dan stopt ook het contract.



Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1
- Ga naar het boek KIES 1
- Lees bladzijde 146 en 147
- maak opdracht 1 (blz 148)

Slide 8 - Tekstslide

Wat kunnen redenen zijn om
iemand te ontslaan?

Slide 9 - Open vraag

Yteke werkt in een tuincentrum. Ze maakt tijdens
de lunch vaak racistische grappen.
Ja, Yteke moet ontslagen worden.
Nee, Yteke hoeft niet ontslagen te worden.

Slide 10 - Poll

Marcel werkt in een magazijn. In het weekend is hij betrokken geweest bij een vechtpartij en heeft hij een nacht in de cel moeten doorbrengen.
Ja, Marcel moet ontslagen worden.
Nee, Marcel hoeft niet ontslagen te worden.

Slide 11 - Poll

Lianne werkt in een callcenter. Ze is een keer
high op haar werk verschenen.
Ja, Lianne moet ontslagen worden.
Nee, Lianne hoeft niet ontslagen te worden.

Slide 12 - Poll

Ontslag
Geldige redenen voor ontslag kunnen zijn:
  • Stelen op het werk
  • Vaak te laat komen
  • Geweld
  • Ongewenste intimiteiten
  • Drugs
  • Alcohol



Slide 13 - Tekstslide

Ben jij wel eens ontslagen?
Wat was de reden?

Slide 14 - Open vraag

Hoe kun je er voor zorgen dat
je niet ontslagen wordt?

Slide 15 - Open vraag

Opdracht 2
- Ga naar het boek KIES 1
- Maak bladzijde 139, 140

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een loonstrook?

Slide 17 - Open vraag

Loonstrook
Op je loonstrook staat wat je brutoloon en nettoloon is.

Brutoloon: het loon vóórdat belastingen en andere bedragen eraf gaan.
Nettoloon: het loon dat je op je rekening krijgt gestort.



Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld loonstrook

Slide 19 - Tekstslide

Stelling: Je brutoloon krijg je iedere maand op je bankrekening gestort.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Stelling: Een contract voor bepaalde tijd noem je ook wel een vast contract.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Stelling: Veel geld verdienen is belangrijker dan leuk werk.
A
Eens
B
Niet eens

Slide 22 - Quizvraag

Stelling: Mannen en vrouwen kunnen hetzelfde werk doen.
A
Eens
B
Niet eens

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht 3
- Ga naar het boek KIES 2
- Maak bladzijde 141, 142

Slide 24 - Tekstslide

Terugblik op de les 



  • geleerd wat er in een arbeidsovereenkomst staat?
  • geleerd welke regels er gelden voor ontslag?
  • geleerd wat het verschil is tussen nettoloon en brutoloon?

Slide 25 - Tekstslide

Hoe vond jij deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll