PW Seneca bespreken

PW Seneca bespreken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolWOvmbo lwoo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PW Seneca bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Het cijfer
was lager dan ik verwachtte
was ongeveer wat ik verwachtte
was hoger dan ik verwachtte

Slide 2 - Poll

vraag 1
Regel 1-6 Quid … fatigantur

Seneca stelt hier een aantal retorische vragen, waarop je steeds hetzelfde antwoord zou kunnen geven. Welk antwoord zou Seneca verwachten als je echt antwoord zou geven op deze vragen? Antwoord in eigen woorden en licht je antwoord toe.

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je om deze vraag te beantwoorden weten?
Wat is het antwoord?

Slide 4 - Open vraag

vraag 2
Regel 6-7 mortalitatis incommoda

Geef uit het direct voorafgaande de drie Latijnse werkwoorden die deze mortalitatis incommoda illustreren. 

Wat betekent 'mortalitatis incommoda'?

Slide 5 - Tekstslide

Welke dus NIET?
A
aegrotant
B
senescunt
C
spectent
D
fatigantur

Slide 6 - Quizvraag

vraag 3
Citeer een chiasme in regel 7 t/m 9. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een chiasme?

Slide 8 - Open vraag

vraag 4
Regel 14 animalia

Seneca stelt hier dat mensen in zekere zin gelijk zijn aan dieren.
a. In welk opzicht zijn wij vergelijkbaar met dieren volgens Seneca? Baseer je antwoord op regel 14-16. 
[In r.14-16 staat: in deze situatie zijn wij geboren, dieren, blootgesteld aan niet minder ziektes van de geest dan van het lichaam] 

Slide 9 - Tekstslide

vraag 4b
Hoe verschillen mensen binnen de Stoïsche filosofie van dieren? Baseer je antwoord op je kennis van de achtergronden van de Stoa. 

Slide 10 - Tekstslide

Welk antwoord zou NIET kunnen?
A
mensen kunnen nadenken
B
mensen leven volgens de natuur
C
mensen zijn rationeel
D
mensen hebben een ziel

Slide 11 - Quizvraag

vraag 5
Regel 19-20 In singulos … exercitus

a. Welk stijlmiddel gebruikt Seneca in deze regels? Licht je antwoord toe. 

b. Leg in eigen woorden uit wat Seneca met deze regels bedoelt. 

[vertaling: de strengheid van een legeraanvoerder wordt getrokken tegen individuen, maar vergiffenis is noodzakelijk wanneer het totale leger deserteert.]

Slide 12 - Tekstslide

antwoord op 5a en b

Slide 13 - Open vraag

vraag 6
Regel 24 flebat

Geef en verklaar de werkwoordstijd. Ga in je antwoord in op de context. 

antwoord: imperfectum - geeft een langdurige handeling ; het was een gewoonte van Heraklitus (om te huilen in het openbaar)

Slide 14 - Tekstslide

artikel uit Trouw
Hans Dijkhuis

Slide 15 - Tekstslide

7a Geef de filosofische term uit de Stoa die de toestand beschrijft waarin de stoïsche wijze zich bevindt.
A
indifferentia
B
ratio
C
apatheia
D
logos

Slide 16 - Quizvraag

7b Welk Latijns tekstelement uit regel 30-32 correspondeert met 'met grote tussenpozen'? - wat is er niet goed aan 'paucissimos omni aevo' als antwoord?

Slide 17 - Open vraag

vraag 7
c. De woorden ‘komt er een ter wereld’ dekken de lading van Seneca’s woorden in regel 30-31 (Quia … fieri) niet goed. Leg dat uit en ga daarbij specifiek in op het woord fieri.

Seneca zegt dat niemand als wijze geboren wordt, maar een wijze wordt – ‘komt er een ter wereld’ verwijst juist naar geboorte en dat is nou net wat Seneca hier niet bedoelt 

Slide 18 - Tekstslide

vraag 8
Iemand vertaalt regel 36-38 Placidus … animo als volgt:

‘Een wijze is dus rustig en genadig voor fouten, niet als vijand maar als verbeteraar van fouten, hij zal elke dag met deze instelling in het openbaar verschijnen.’ 

Slide 19 - Tekstslide

De vertaler heeft het woord peccantium niet letterlijk vertaald. Wat is de letterlijke vertaling van dit woord in deze zin?

Slide 20 - Open vraag

b. Welke fout heeft de vertaler gemaakt bij het vertalen van een persoonsvorm?

procedit (praesens) is vertaald als ‘zal in het openbaar verschijnen’ (futurum) 
.


procedit (praesens) is vertaald als 'zal' in het openbaar verschijnen

Slide 21 - Tekstslide

vraag 9
In regel 42-49 gebruikt Seneca de metafoor van het lekkende schip voor het menselijk leven.

a. Wie of wat wordt bedoeld met de kapitein? Antwoord in eigen woorden.


Slide 22 - Tekstslide

9b Wie of wat wordt bedoeld met het kielwater?

Slide 23 - Open vraag

9a Wie/wat wordt bedoeld met de kapitein?
Welk antwoord is NIET goed?
A
mens
B
een sapiens
C
de epicurist
D
een wijze

Slide 24 - Quizvraag

vraag 10
Hoe benadrukt Seneca in regel 44-46 Occurrit … resistit de snelheid waarmee alle handelingen moeten plaatsvinden stilistisch? Geef de naam van het stijlfiguur.  

Slide 25 - Tekstslide

Hoe benadrukt Seneca in regel 44-46 Occurrit … resistit de snelheid waarmee alle handelingen moeten plaatsvinden stilistisch? Geef de naam van het stijlfiguur.
A
anafoor
B
chiasme
C
asyndeton
D
trikolon

Slide 26 - Quizvraag

vraag 11
Hieronder vind je een aantal uitspraken over de boodschap van Seneca’s schipmetafoor. Geef de letter van de enige onjuiste uitspraak.



A. We moeten altijd proberen onze fouten te verbeteren.
B. Van sommige fouten zijn we ons niet bewust.
C. Als we constant ons best doen, houdt de ellende een keer op.
D. Het heeft geen zin om boos te worden op het universum als ons leven niet zo lekker loopt. 



Slide 27 - Tekstslide

vragen bij tekst 2 (brief aan Lucilius)
vraag 12 : indifferentia

vraag 13 : op heel veel dingen die je overkomen heb je geen invloed/je kunt omstandigheden niet veranderen

vraag 14 : je houding of instelling tegenover de dingen die je overkomen 

Slide 28 - Tekstslide