Transmissie

Transmissie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
KoppelingenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Transmissie

Slide 1 - Tekstslide

wat weet je nog van transmissie systemen.

Slide 2 - Open vraag

Wat is het doel van de versnellingsbak bij een mobiel werktuig?
A
Het verminderen van het motortoerental.
B
Het maximaliseren van het motorkoppel.
C
Het kiezen van de meest geschikte rijsnelheid of trekkracht.
D
Het regelen van de bandenspanning.

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel versnellingen kunnen worden verkregen door een versnellingsbak met 4 versnellingen en 3 groepen vooruit, met een extra achteruitgroep en een hoog/laag groep?
A
18 vooruit en 6 achteruit.
B
12 vooruit en 4 achteruit.
C
24 vooruit en 8 achteruit.
D
16 vooruit en 5 achteruit.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van powershift bakken?
A
Ze hebben een traploze overbrenging.
B
Ze hebben weinig wrijving in de lamellenkoppelingen.
C
Ze zijn bekend om hun hoge efficiëntie.
D
Ze schakelen onder belasting maar hebben veel wrijving in de lamellenkoppelingen.

Slide 5 - Quizvraag

Welk type transmissie vereist doorgaans het verminderen van toeren en ontkoppelen tijdens het schakelen.
A
Synchromesh
B
Planetaire stelsels met koppelingen
C
Continue variabele transmissies (CVT)
D
Powershift transmissie

Slide 6 - Quizvraag

Wat weet je nog over sliding mesh?

Slide 7 - Open vraag

waarom wordt er geen gebruik gemaakt van schuine vertanding in een sliding mesh transmissie?
A
Vermindert het schakelgemak.
B
Verhoogt het geluidsniveau.
C
Vereist extra kracht voor het schakelen.
D
Leidt tot axiale krachten die tandwielen uit elkaar drukken.

Slide 8 - Quizvraag

wat weet je nog van constant mesh?

Slide 9 - Open vraag

Wat voorkomt dat de schakelring tijdens bedrijf uit de versnelling springt?
A
De lichtheid van de schakelring.
B
De vertanding van de tandkrans die naar binnen is afgeschuind.
C
De spiebanen op de drager.
D
De zijdelingse verplaatsing van de schakelring.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt een tandwiel aan de as gekoppeld bij het schakelen met schakelringen?
A
Door de schakelring over de tandkrans te schuiven.
B
Door de drager aan de as te bevestigen.
C
Door de vertanding van de tandkrans.
D
Door de schakelring vast te koppelen aan een ander tandwiel.

Slide 11 - Quizvraag

Waarom schakelt een constant-mesh transmissie lichter dan een sliding-mesh.
A
De schakelring van een constant-mesh is lichter dan het tandwiel van een sliding-mesh
B
De zijdelingse verplaatsing van een schakelring is minder dan de zijdelings verplaatsing van een tandwiel.
C
de diameter van een schakelring is kleiner dan de diameter van een tandwiel
D
zowel antwoord A B & C zijn juist.

Slide 12 - Quizvraag

wat weet je nog van de verschillende schakelmechanisme

Slide 13 - Open vraag

Waar bevinden zich schakelstangen, vorken en meenemers tegenwoordig meestal?
A
In het deksel van de versnellingsbak.
B
In een groef voorzien van klauwkoppelingen.
C
In de versnellingsbak.
D
In een afzonderlijke behuizing naast de versnellingsbak.

Slide 14 - Quizvraag

Waar grijpt de schakelvork in?
A
In een groef voorzien van klauwkoppelingen.
B
In een sleuf aan de bovenzijde van de meenemers.
C
Hij grijpt om de schakelstangen heen.
D
In een verschuifbaar tandwiel of schakelring

Slide 15 - Quizvraag

wat weet je nog van de vergrendel en blokkeerinrichting

Slide 16 - Open vraag

Waar is de middelste groef van de schakelstang voor bestemd als er drie uitsparingen zijn?
A
Voor de vergrendeling van ingeschakelde versnellingen.
B
Voor de neutrale stand.
C
Voor het voorkomen van krachten in de versnellingsbak.
D
Voor het uit de versnelling springen.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van de blokkeerpen tussen de schakelstangen?
A
Voorkomen dat de schakelstangen uit de versnelling springen.
B
Voorkomen dat twee schakelstangen tegelijk verplaatst worden.
C
Zorgen voor de neutrale stand.
D
Verminderen van krachten in de versnellingsbak.

Slide 18 - Quizvraag

Waar is de vergrendelinrichting geplaatst bij verschuifbare schakelstangen?
A
In de vork van de schakelstang.
B
In de uitsparing van het tandwiel.
C
In de blokkeerpen.
D
In de geleiding van de schakelstangen.

Slide 19 - Quizvraag

Wat zorgt ervoor dat de versnellingen op de juiste plaats worden vastgehouden in een versnellingsbak?
A
De blokkeerpen tussen de schakelstangen.
B
De extreem grote krachten.
C
De kogel of pennetje in de uitsparing van de schakelstang.
D
De veer in de schakelvork.

Slide 20 - Quizvraag

wat weet je nog van een synchromesh transmissie?

Slide 21 - Open vraag

Wat is het doel van een synchronisatie-inrichting in een versnellingsbak?
A
Het voorkomen van tandengeknars.
B
Het vergroten van de snelheid van het schakelen.
C
Het verminderen van de speling tussen tandwielen.
D
Het minimaliseren van slijtage aan synchromeshringen.

Slide 22 - Quizvraag

In welke fase van het schakelen wordt de synchromeshring voornamelijk gebruikt?
A
Vrijloop.
B
Synchronisatie.
C
Tandverbinding.
D
Schuifbeweging.

Slide 23 - Quizvraag

Wat kun je meten met behulp van een voelermaat?

A
De snelheid van het schakelen.
B
De speling tussen de synchromeshring en het vlakke deel van het tandwiel.
C
De krachten in een versnellingsbak.
D
De slijtage aan synchromeshringen

Slide 24 - Quizvraag

Waarom moet er altijd een bepaalde speling zijn tussen de synchromeshring en het vlakke deel van het tandwiel?
A
Om tandengeknars te voorkomen.
B
Om de snelheid van het schakelen te verhogen.
C
Om slijtage aan synchromeshringen te minimaliseren.
D
Om de blokkeerinrichting in te drukken.

Slide 25 - Quizvraag

Wat weet je nog van groepen schakelingen?

Slide 26 - Open vraag

Wat is een reden voor het ontwikkelen van groepenschakelingen bij trekkers?
A
Brandstofbesparing
B
Vereenvoudiging van het ontwerp van de transmissie
C
Behoefte aan een groot aantal versnellingen
D
Verhoging van de topsnelheid

Slide 27 - Quizvraag

Welke groepenschakeling mag niet worden gebruikt voor het trekken van grote lasten?
A
Kruipgroep
B
Transsportgroep
C
veldgroep
D
achteruit

Slide 28 - Quizvraag

Hoe vond je, je kennis over de vragen van deze LessonUp
A
slecht
B
machtig
C
goed
D
uitstekend

Slide 29 - Quizvraag

wat wil je nog beter leren over de behandelde lessen?

Slide 30 - Open vraag

Bedankt voor jullie aandacht!!

Slide 31 - Tekstslide