- Je kunt het plantenrijk indelen in wieren, sporen- en zaadplanten
- Je kunt sporenplanten indelen in mossen en varens.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Zaadplanten
Alle planten met bloemen --> zaadplanten
Eigenschappen van zaadplanten:
- Zaadplanten hebben bloemen.
- Zaadplanten planten zich voort door middel van zaden.
Slide 4 - Tekstslide
Wieren
- Aanslag op een boom, zeewier op het strand. - Eencellige wieren: algen
Eigenschappen van wieren: - geen bloemen, wortels, stengels en bladeren - eencellige wieren planten zich voort door celdeling
Slide 5 - Tekstslide
Sporenplanten
- Groeien vooral in een vochtige omgeving --> Twee groepen: mossen en varens
Eigenschappen van sporenplanten:
- Sporenplanten hebben geen bloemen en zaden maar sporen.
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoel
- Aan het einde van de les kan je fotosynthese uitleggen
Slide 7 - Tekstslide
Fotosynthese
- Planten die door fotosynthese zelf voedsel en zuurstof maken.
1. Plant haalt water uit de aarde 2. Plant haalt via bladeren koolstofdioxide (gas) uit de lucht 3. Plant gebruikt water en koolstofdioxide om glucose en zuurstof te maken.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Formule fotosynthese
zonlicht Water + koolstofdioxide --------------> glucose + zuurstof