woensdag 2-12 interaction déjeuner

Au programme aujourd'hui:
1 Négocier en français: choisir un restaurant 
= Faire un dialogue qui contient:
- voorstellen doen
- vragen stellen
-akkoord zijn/ niet akkoord zijn
- geen mening hebben


Objectifs:
1 Je kunt vragen stellen in het Frans
2 Je kunt een voorstel doen in het Frans
3 Je kunt een gesprekje maken met aangeboden FR zinnen
4 Dus: je kunt uit talig aanbod een keuze maken
5 Je kunt efficiënt woorden zoeken
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Au programme aujourd'hui:
1 Négocier en français: choisir un restaurant 
= Faire un dialogue qui contient:
- voorstellen doen
- vragen stellen
-akkoord zijn/ niet akkoord zijn
- geen mening hebben


Objectifs:
1 Je kunt vragen stellen in het Frans
2 Je kunt een voorstel doen in het Frans
3 Je kunt een gesprekje maken met aangeboden FR zinnen
4 Dus: je kunt uit talig aanbod een keuze maken
5 Je kunt efficiënt woorden zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voici le but final:
Dialoogje waarin je:
- voorstellen doet
- vragen stelt
-akkoord bent/ niet akkoord bent
- geen mening hebt 

Dit noemen we ''taalhandelingen''
Elke taalhandeling oefenen we apart in deze les. 

In het dialoog moet je ze tegelijk kunnen gebruiken. 

Thuisblijvers: bereid zowel rol 1 als rol 2 voor. Alles voorbereid? Speel dan één van de rollen. 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice en interaction 
Introduction
- Exercice en interaction = dialogues
-Autrement dit: gesprekjes. 

Les situations:
- Au quotidien ; à l'école
- Dans les lieux publics
- Dans les magasins


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 29: Déjeuner (p.128 DELF A2)
La situation est la suivante:

''Vous êtes en vacances chez votre correspondant, en France. Vous vous mettez d'accord sur le lieu où vous allez manger à midi''

- Waar ben je? 
- Met wie ben je?
- Wat zijn jullie aan het doen?


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 29, DELF A2 (p.128): Déjeuner
Les propositions (voorstellen)

''Ik heb honger. Zullen we wat gaan eten? --> voorstellen doen
- Gebiedende wijs (nous-vorm) : Allons dîner / allons prendre un repas !
-Vraagzin : Nous allons manger (quelque chose) / Nous prenons un repas ?
-Et si + imparfait: Et si nous dînions ? / Et si nous prenions un repas ?
-Ça te dirait de:  Ça te dirait d’aller dîner? / Ça te dirait de prendre un repas ?


Slide 5 - Tekstslide

Leerlingen een minuutje laten 
Les outils: phrases clés. 
Objectif: weten voor welke handeling de zinnen gebruikt worden.

Demander l'avis de quelqu'un

Exprimer son opinion

Exprimer son accord

Partager un point de vue






Refuser de donner une opinion

Exprimer son désaccord


Slide 6 - Tekstslide

categorieén staan eigenlijk voor handelingen
À faire: Fais (note) une proposition pour chacun des restaurants

Outils: tes notes sur les propositions

Conditions: 1)utilise 3 expressions différentes. 
2) dis aussi  ''au + restaurant x''

Exemples: en classe

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

À faire 1: je gaat elkaar zo meteen de voorstellen doen die je genoteerd hebt. 

À faire 2: reageren door aan te geven: akkoord / niet akkoord

Préparation:
-Neem de phrases clés door van de blokken ''exprimer son accord'' + ''exprimer son désaccord''. 
Kies uit elk blok 2 phrases clés. Dus 4 in totaal
Attention: ze zijn niet allemaal bruikbaar bij dit gesprekje!

Heb je dat gedaan, dan...:
-1 Doe drie voorstellen (stel elk restaurant voor)
-2 De ander reageert: akkoord of niet akkoord?
-NB: jouw smaak bepaalt!
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

À faire: 
1 nieuw onderdeel toevoegen, namelijk ''geen mening hebben''.
2 voer het dialogue uit

 dialogue en mots clés --> --> -->
- voorstellen doen (3x)
- vragen stellen
-akkoord zijn/ niet akkoord zijn
- geen mening hebben -->  ''Refuser de donner une opinion''



Rol 1 Voorstel: iets gaan eten
Rol 2 Goed idee.
Rol 1 Waar? (vraag!)
Rol 2 Geen mening
Rol 1 Voorstel 1 
Rol 2 Akkoord / niet akkoord*
Rol 1 Voorstel 2
Rol 2 Akkoord


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialoogje:  5 stappen
1- heb honger                       - Ik ook

2- zullen .. eten                    -Goed idee
                                                   Waar?
3- Weet niet/                         - zin om...
geen mening           
           
4- Oneens.                            - kies maar      
5- Ander voorstel              - Akkoord!

Dialoogje: zelf maken (15 minuten)
-Wat: voorbereiden van het dialoogje
links
-Hoe: per stap ''expressions'' zoeken. Die staan op een blad.
-Lees alle kolommen door. 
-Bepaal voor stap 1 t/m 5 de kolom waar je een expression kunt vinden
- schrijf de expressions op volgens de lay-out links <--  <-- <---
-in steekwoorden of halve zinnen

Slide 10 - Tekstslide

Klaar? Planner erbij pakken en gaan lezen in DELF A2 of B1
Faire une carte de menu
-Werk met zijn tweeën 
- Doe je online mee, werk dan alleen
-Kies uit: menukaart voor kerstdiner of menukaart voor restaurant
- 3 onderdelen: entrées, plats, desserts
- bedenk per onderdeel 2 gerechten
- schrijf per gerecht ook de ingrediënten op
- Outils: je buur, woordenboek en tot slot la professeur

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialoogje: stappen
1- heb honger                       - Ik ook

2- zullen .. eten                    -Goed idee
                                                   Waar?
3- Weet niet/                         - zin om...
geen mening           
           
4- Oneens.                            - kies maar      
5- Ander voorstel              - Akkoord!

Dialoogje: wat + waar*?
1-J'ai faim                            - Moi aussi..

2- Allons                               - Manger où?
prendre... 

3-Aucune idée               -Moi personne-
                                               llement, je...
4-Absolument                - à toi... voir
pas
5- Ça te dirait de...           - Bien sûr!

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf voor ''waar'' op:

au restaurant
dans un restaurant

au café
dans un café

au bistro
dans un bistro