Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.4 + 4.4 grammatica V3
3.4 + 4.4 grammatica
1 / 45
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
45 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3.4 + 4.4 grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je leert een betrekkelijk voornaamwoord (BTV) te herkennen;
- Je leert het juiste betrekkelijke voornaamwoord (BTV) te gebruiken in zinnen;
- Je leert een bijvoeglijke bijzin te herkennen;
Je leert een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent (BTV m.i.a.) te herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waarnaar verwijst 'dat' in de volgende zin? De burgemeester gaf het voetbalteam, dat kampioen was geworden, een prijs.
Slide 4 - Open vraag
Waarnaar verwijst 'wie' in de volgende zin? De boze mevrouw aan wie ik dat vroeg, zie ik niet meer.
Slide 5 - Open vraag
Waarnaar verwijst 'wat' in de volgende zin? Ik heb mijn kamer goed opgeruimd, wat een goed idee was.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
De poster achter in het lokaal, ..... mijn collega heeft opgehangen, is verdwenen.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat
Slide 13 - Quizvraag
Het meisje..... ik daar zag, is mijn buurmeisje.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat
Slide 14 - Quizvraag
Dat is het slechtste ..... ik ooit gehoord heb.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat
Slide 15 - Quizvraag
Bijvoeglijke bijzin
Slide 16 - Tekstslide
Bijvoeglijke bijzin
- De bijvoeglijke bijzin begint met een BTV;
- Het betrekkelijk voornaamwoord hoort dus bij de bijvoeglijke bijzin;
- De bijvoeglijke bijzin bevat een persoonsvorm.
Let op:
Een voorzetsel voor 'wie' telt mee bij de bijvoeglijke bijzin.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeelden bijvoeglijke bijzin
Het grote vliegtuig,
dat ik vanmorgen zag
, is neergestort.
Je schold me uit,
wat ik erg onprettig vond
.
De directeur,
aan wie ik dat gevraagd heb
, heeft nog geen antwoord gegeven.
Slide 18 - Tekstslide
Benoem de bijvoeglijke bijzin:
Mijn lieve kat, die al erg oud is, heeft veel geslapen.
Slide 19 - Open vraag
Benoem de bijvoeglijke bijzin:
De klas, voor wie ik deze presentatie heb gemaakt, zat rustig te luisteren
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Herhaling BTV + BTV m.i.a.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent is...
A
Hetgeen waar een betrekkelijk voornaamwoord naar verwijst
B
Een betrekkelijk voornaamwoord dat nergens naar verwijst
C
Een betrekkelijk voornaamwoord waar het antecedent al in zit
D
Dat wat voor het betrekkelijk voornaamwoord staat
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
'
Wie
niet luisteren wil, moet maar voelen', zegt mijn moeder altijd.
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
D
onbepaald voornaamwoord
Slide 28 - Quizvraag
Heb je
dat
nieuwe boek van
Margje Woodrow al gelezen?
A
Aanwijzend voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord
C
Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
Slide 29 - Quizvraag
Het boek
dat
ik vorige week gelezen heb, is erg spannend.
A
Aanwijzend voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord
C
Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
Slide 30 - Quizvraag
Wie niet waagt,
wie
niet wint.
A
Aanwijzend voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord
C
Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
Slide 31 - Quizvraag
Herhaling vorige lessen
Slide 32 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met 'het antecedent van een woord?'
Slide 33 - Open vraag
Oefenen: betrekkelijk voornaamwoord, antecedent en bijvoeglijke bijzin.
Slide 34 - Tekstslide
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.
De opmerking ... Ronald maakt, kan ik niet plaatsen.
A
die
B
wie
C
dat
D
wat
Slide 35 - Quizvraag
Stijl - Betrekkelijk voornaamwoord
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.
Het aantal leerlingen .... een baantje heeft, is niet te tellen.
A
die
B
wie
C
dat
D
wat
Slide 36 - Quizvraag
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.
Op alles ... u vandaag koopt, krijgt u korting.
A
die
B
wie
C
dat
D
wat
Slide 37 - Quizvraag
Stijl - Betrekkelijk voornaamwoord
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.
Een kopie, .... niet te lezen is, kun je beter niet versturen.
A
die
B
wie
C
dat
D
wat
Slide 38 - Quizvraag
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord.
Alles ... wij gedaan hebben, hebben wij met beleid gedaan.
A
die
B
wie
C
dat
D
wat
Slide 39 - Quizvraag
Wat
jij mij hebt gegeven, is bedorven.
A
vragend voornaamwoord
B
onbepaald voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord m.i.a. (met ingesloten antecedent)
D
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 40 - Quizvraag
De auto
die
daar staat,
is van mijn vader.
A
Aanwijzend voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord
C
Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
Slide 41 - Quizvraag
Ik vind
dat
raadsel echt niet grappig.
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord m.i.a.
C
aanwijzend voornaamwoord
D
vragen voornaamwoord
Slide 42 - Quizvraag
'
Wie
niet luisteren wil, moet maar voelen', zegt mijn moeder altijd.
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
D
onbepaald voornaamwoord
Slide 43 - Quizvraag
Wie
geeft deze oude man een stoel?
A
vragend voornaamwoord
B
onbepaald voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord m.i.a. (met ingesloten antecedent)
D
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 44 - Quizvraag
Zet onder de volgende zin de woordsoorten.
Wie de heel vieze schoenen heeft geveegd,
mag de prachtige woonkamer, die ik laatst heb
geverfd, komen bewonderen.
Slide 45 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Betrekkelijk voornaamwoord
November 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H1 - Betrekkelijk voornaamwoord
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hfst 6. Bijvoeglijke bijzin en betrekkelijk voornamwoord
Maart 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordsoorten wie,die en dat
Februari 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Bijvoeglijke bijzin en betrekkelijk voornaamwoord
April 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H1 - Betrekkelijk voornaamwoord
September 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H1 - Betrekkelijk voornaamwoord
November 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Bijvoeglijke bijzin H1 3H
November 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3