Werkles (16-01) 2havo


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Dagopening 'De (on)gezonde supermarkt'



Aujourd'hui, c'est jeudi
H2A
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Dagopening 'De (on)gezonde supermarkt'



Aujourd'hui, c'est jeudi
H2A

Slide 1 - Tekstslide

Vragen dagopening:
1) Wat koop jij meestal in de supermarkt? Kies je vaak voor gezond of ongezond? Waarom?
2) Stelling: Ik ben het ermee eens dat ongezond eten goedkoper is dan gezond eten. Ben je het hiermee eens / oneens? Waarom?
3) Stelling: Door gezond eten goedkoper te maken, zullen mensen sneller gezond eten kopen. Ben je het hiermee eens / oneens? Waarom?
4) Stel je voor dat jij een reclamecampagne voor gezonde producten mag bedenken. Hoe zou je ervoor zorgen dat jongeren liever gezonder eten kopen?

Bespreek de vragen met degene naast je. Zorg dat je op alle vragen een antwoord hebt!



timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Le programme:
- Huiswerk bespreken -> aanwijzend voornaamwoord
- Stencil gram. D / werkuur


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 110

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.

Les devoirs = ex. 17ABD + 18AB

Slide 4 - Tekstslide

Au travail:
Wat? Je krijgt een oefenstencil over grammatica D. Deze ga je zelfstandig maken. 
Klaar? Ga werken aan een vak (kies zelf met welk vak je bezig gaat)
Op welke manier? Je bent in stilte aan het werk. Lukt dat niet? Apart zitten.
Je mag muziek luisteren als je dat fijn vindt.

Slide 5 - Tekstslide

Blooket vocabulaire A ch.3
https://dashboard.blooket.com/set/64578b9ddc933b7ca2512798

Slide 6 - Tekstslide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire: oefenstencil aanwijzend voornaamwoord maken
- Apprendre: herhalen vocabulaire A+B / grammaire D

Slide 7 - Tekstslide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 2B, 4, 6ABC en 7A
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Temps (tijd)? Tot het einde van de les
Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire A (Slim stampen)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide