UItleg 3.4 ruiken en proeven

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning:

- Huiswerk opdracht optische illusies bekijken & bespreken
- 3.4 doornemen
Leerdoelen:

  • Je kan de werking van het reukzintuigen en de smaakzintuigen uitleggen
  • Je kan de vijf zintuigen benoemen
  • Je kan vertellen welke zintuigen samenwerken om je eten te proeven.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan
bij ruiken en proeven?

Slide 3 - Woordweb

Ga opzoek
Ga in huis opzoek naar de volgende dingen:
  • Iets wat je lekker vindt ruiken
  • Iets wat je niet lekker vindt ruiken

Slide 4 - Tekstslide

Ruiken
Geurstoffen komen op je reukzintuigen
  • Reukzintuig ligt boven in je neus
  • Diep snuiven, geurstoffen komen beter bij het reukzintuig!

Ruiken om?
  • Eetbaar?
  • Gevaarlijke stoffen

Ruiken met je neus dicht -> geurstoffen komen via de keelholte naar de neus!

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kan het dat je bij een verkoudheid weinig tot niets ruikt?
A
Je reukzintuig is geïrriteerd
B
Je neusholte zit vol
C
Je snuit te veel
D
Je haalt te veel je neus op

Slide 6 - Quizvraag

Proeven
Proeven met de tong
  • Het oppervlak van de tong is ruw
  • Verspreid op de tong liggen veel kleine uitstekels -> Smaakpapillen

Hoe proef je dan?
  • Wanneer je iets eet of drinkt, komen smaakstoffen op de tong
  • Smaakstoffen prikkelen de smaakzintuigen tussen de smaakpapillen

Slide 7 - Tekstslide

Welke vijf smaken kun je proeven?

Slide 8 - Open vraag

Smaak & geur
Je kunt maar 5 smaken proeven
1. Zout          4. Bitter
2. Zoet          5. Umami (hartig)
3. Zuur

Je kunt dus niet het verschil proeven tussen bijv. chocolade en drop, het is namelijk allebei zoet!

Je proeft het verschil doordat de geur van drop anders is dan van chocolade

Slide 9 - Tekstslide

Je tong doet nog meer!
Je tong lijkt wel een beetje op je huid, want naast het proeven van de 5 smaken kan je tong ook:
  • Tastzintuigen -> je voelt met je tong bijv. hoe de vorm of dat iets groots is, glad of korrelig.
  • Koude- en warmte zintuigen -> Eet je bijv. een koud ijsje of een warme soep.
  • Pijnzintuigen -> Is het eten scherp of pittig.

En met de lichtzintuigcellen in je ogen kijk je of het eten er wel lekker uitziet!

Slide 10 - Tekstslide

Hoe komt de geurprikkel van je neus uiteindelijk bij je hersenen aan?

Slide 11 - Open vraag

Met welke zintuigen op je tong weet je wat je eet?

Slide 12 - Open vraag

Pak je werkboek erbij!

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Voor volgende week:
MK1D: H3.4 opdr. 2 t/m 17 afmaken
HM1F: H3.4 opdr. 2 t/m 18 afmaken

Slide 14 - Tekstslide