In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
2.2 Verzuiling
Slide 1 - Tekstslide
Bijzonder onderwijs
Welk verband heeft dit nieuws met ons onderwerp van vandaag?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Programma
Doel(en)
Vorige les
Verzuiling
Schoolstrijd
Toen en nu?
Slide 4 - Tekstslide
Doel(en)
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat de verzuiling inhoudt én hoe die tot stand is gekomen
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat de scholenstrijd is en hoe die is afgelopen
KA = De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: confessionalisme, socialisme, liberalisme, nationalisme, en feminisme
Slide 5 - Tekstslide
Vorige les
Wat weten we nog?
Slide 6 - Tekstslide
Liberaal past het beste bij
A
Vrijheid en weinig overheidsbemoeienis
B
Vrijheid met overheidsbemoeienis
C
Macht bij de koning met het parlement
D
Macht bij de koning zonder parlement
Slide 7 - Quizvraag
Conservatieven past het beste bij...
A
Oude adel
B
Arbeiders
C
Vrouwen
D
Politici
Slide 8 - Quizvraag
Met de grondwet van 1848 moest de invloed van ... groter worden en van ... kleiner worden. (vul in)
A
Koning - het volk
B
Het volk - koning
C
Liberalen - het volk
D
Koning - liberalen
Slide 9 - Quizvraag
Wat was censuskiesrecht?
A
Betalen als je slim genoeg bent
B
Betalen als je liberaal bent
C
Betalen als je oud genoeg bent
D
Betalen als je rijk genoeg bent
Slide 10 - Quizvraag
Wat houdt 'ministeriële verantwoordelijkheid' in?
A
De ministers moeten verantwoording afleggen aan de koning
B
De ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid van de regering
C
De ministers moeten verantwoording afleggen aan het parlement
D
De ministers zijn verantwoordelijk voor de uitspraken en het handelen van de koning
Slide 11 - Quizvraag
Aantekeningen
Pak je pen
Pak je schrift
"Wist je dat: als je aantekeningen maakt, onthoud je iets 7x sneller dan normaal"
Slide 12 - Tekstslide
Grondrechten vanaf 1848
Rechten én plichten
Vrijheid en gelijkheid centraal
Vrijheid = recht om leven in te richten zoals jij dat wilt zonder daarbij de vrijheid van andere te schaden
Gelijkheid = gelijk en geen discriminatie o.g.v. huidskleur, geslacht, religie of politieke overtuiging
Slide 13 - Tekstslide
Situatie NL
Nederlands-hervormers baas
Nieuwe grondwet --> nieuwe kansen
Emancipatie
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Verzuilde groepen
Confessionelen: godsdienstige overtuiging is het uitgangspunt bij de bepaling van het standpunt op politiek gebied
Liberalen: politieke stroming die streeft naar zoveel mogelijk individuele vrijheid voor burgers en zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis
Socialisten: politieke stroming waarin de arbeidersklasse de macht van de bezittende klasse wilde breken door het invoeren van sociale wetten via het parlement, om zo de positie van de arbeider te verbeteren