TW1 bio bespreking

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Toetsweek 1 biologie

Organische moleculen, eiwitafbraak, domeinen & onderzoeksmethode

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kunt u de structuur en functie van organische moleculen beschrijven
• Aan het einde van de les begrijpt u het proces van eiwit- en aminozuurafbraak en de productie en omzetting van ammoniak
• Aan het einde van de les kunt u de verschillende domeinen en rijken van organismen uitleggen en identificeren
• Aan het einde van de les kunt u het begrip 'osmotische waarde' definiëren en toepassen
• Aan het einde van de les kunt u een wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren, inclusief het formuleren van een onderzoeksvraag, het opstellen van een hypothese, het uitvoeren van een experiment, het analyseren van resultaten en het trekken van conclusies

Wat weet je al over organische moleculen, eiwitafbraak, domeinen en het wetenschappelijk onderzoeksproces?

Structuur en functie van organische moleculen

• Organische moleculen bevatten ten minste koolstof (C) en waterstof (H) en vaak ook een zuurstof (O)

Proces van eiwit- en aminozuurafbraak

• Eiwitafbraak is een continu proces in het menselijk lichaam
• Aminozuren worden afgebroken en gerecycled

• Ammoniak wordt geproduceerd en omgezet in ureum (CH₄N₂O)

Indeling van organismen in domeinen en rijken

• Organismen worden onderverdeeld in drie domeinen: Bacteria, Archaea (Prokarya) en Eukarya
• Domeinen worden verder onderverdeeld in rijken

Definitie en toepassing van de osmotische waarde

• Osmotische waarde wordt bepaald door de concentratie van opgeloste deeltjes in een oplossing

Stappen in het wetenschappelijk onderzoeksproces

• Waarneming
• Formuleren van een onderzoeksvraag
• Opstellen van een hypothese
• Uitvoeren van een experiment
• Analyseren van resultaten
• Trekken van conclusies

Werkplan in Biologie

Definitie: Vooraf opgesteld plan voor een onderzoek.

Doel: Beschrijft experiment, materialen en resultaatverwerking.

Onderdelen:

Methode: Onderzoeksfactor, organisme, omstandigheden

Materialen: Benodigdheden voor onderzoek

Resultaten: Dataverzameling en presentatie

Belang: Structuur en reproduceerbaarheid in onderzoek.

Experimentele Opzet

Groepen: Gebruik twee onderzoeksgroepen:

Experimentele Groep: Ondergaat de variabele.

Controlegroep: Standaardomstandigheden.

Gebruik grote aantallen binnen de onderzoeksgroepen voor betrouwbaarheid.

Validiteit: Zorg dat alle andere omstandigheden exact gelijk zijn tussen de groepen om variabelen te minimaliseren.

Organisch of Anorganisch?

Organisch molecuul

Anorganisch molecuul

Wat is de fundamentele vereiste voor een verbinding om als organisch te worden beschouwd?

1. Bevat zuurstof
2. Bevat ten minste koolstof- en zuurstofatomen
3. Bevat stikstof
4. Bevat ten minste koolstof- en waterstofatomen

Waarom werken antibiotica niet tegen virussen?

1. Virussen hebben een celwand
2. Virussen hebben geen celwand
3. Virussen zijn levende organismen
4. Antibiotica vernietigen alleen het DNA van bacteriën

Wat betekent een hogere osmotische waarde voor een oplossing?

1. Minder osmotische druk
2. Minder aantrekking van water
3. Meer opgeloste deeltjes in de oplossing
4. Minder opgeloste deeltjes in de oplossing

Waar worden de aminogroepen (NH2) verwijderd tijdens de afbraak van aminozuren?

1. Lever en andere weefsels
2. Nieren
3. Spieren
4. Maag

In welke minder toxische stof wordt ammoniak (NH3) omgezet?

1. Koolstofdioxide (CO2)
2. Methaan (CH4)
3. Ureum (CO(NH2)2)
4. Water (H2O)

Tot welk domein behoren organismen met cellen die een celkern bevatten?

1. Bacteria
2. Eukarya
3. Prokarya
4. Archaea

Sleep de volgende stappen van het onderzoeksproces naar de juiste volgorde.

1

2

3

4

5

6

Waarneming

Conclusie

Experiment

Onderzoeksvraag

Hypothese en Verwachting

Resultaten

Sleep de volgende eigenschappen naar het juiste rijk.

Plantae

Animalia

Fungi

Celkern

Heterotroof

Autotroof

Celwand van cellulose

Celwand van chitine

Celkern

Celkern

Heterotroof

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 1 ding op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.