Wiederholung: haben, sein werden o.t.t.
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
............... du Zeit für mich?
timer
0:30
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .
timer
0:30
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
.................. du müde?
timer
0:30
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.
timer
0:30
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
.............. Sie schon wieder krank?
timer
0:30
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt.
timer
0:30
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
timer
0:30
Welke 2 betekenissen heeft
werden? .... en ....
werden? .... en ....
Slide 12 - Woordweb
worden: werden
zullen: sollen
Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf met h-s-w zes zinnen op. Gebruik elk pers. vnw 1x:
ich - du - er/sie/es - wir - ihr - sie
ich - du - er/sie/es - wir - ihr - sie
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
