Afsluiting Meer dan Lezen klas 2

Welkom 

Binnen = beginnen 

1. Lees helemaal stil de tekst die op je tafel ligt.

2. Klaar? Noteer op het papier alvast het onderwerp.

(dit is een oefening voor de toets van volgende week)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Welkom 

Binnen = beginnen 

1. Lees helemaal stil de tekst die op je tafel ligt.

2. Klaar? Noteer op het papier alvast het onderwerp.

(dit is een oefening voor de toets van volgende week)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
We gaan deze week Meer dan lezen afronden en ons voorbereiden op de toets.
De volgende onderwerpen zijn aan bod gekomen:

  • Onbekende woorden
  • Alinea's en kernzinnen
  • Tekstverbanden en signaalwoorden
  • Hoofdzaken en bijzaken
  • Feit, mening, standpunt en argument



Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
We werken aan de volgende leerdoelen:



  • Je ontdekt de betekenis van onbekende woorden in een tekst door het gebruik van woordraadstrategieën .
  • Je kunt de kernzin van een alinea bepalen.
  • Je kunt werken met het stappenplan lezen.
  • Je herkent tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden.
  • Je onderscheidt hoofd- en bijzaken in een tekst.
  • Je onderscheidt feiten, meningen, standpunten en argumenten in een tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten

Dit waren de paragrafen die je maakte om de leerdoelen te halen:

alle boeken:
par. 2
par. 3
par. 4
par. 5
par. 6










laatste paragraaf was:
rood (BB) par. 6: opdr. 1, 2, 3, 4, 6 en 7
blauw (KB) par. 6: opdr. 1, 2, 3, 4, 5 en 6
oranje (TL) par. 6: opdr. 1, 2, 3, 4, 8 en 9
groen (Havo) par. 6: opdr. 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 9

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Klaar met je opdrachten?

Neem nu eerst zelf alle leerblokjes in het boek nog eens door.
Dit zijn alle groene blokjes in je boek. Begrijp je het en kun je uit je hoofd alle begrippen uitleggen?






In je online boek kun je rechts op ‘Trainen’ klikken om de verschillende onderdelen nog eens te oefenen.

Dit is een goede voorbereiding op de toets!

Slide 6 - Tekstslide

We gaan aan de slag! 

Slide 7 - Tekstslide

Een feit is iets wat je ............... kunt controleren.
A
niet
B
wel

Slide 8 - Quizvraag

Maak de zin af. Een tegenstelling kun je herkennen aan de woorden …

A
bovendien, en, ook.
B
echter, maar, toch.
C
namelijk, omdat, want.

Slide 9 - Quizvraag

De betekenissen van voorvoegsels en achtervoegsels weten, is belangrijk bij de woordraadstrategie een bekend woorddeel zoeken.
Wat betekent het achtervoegsel -loos?
A
niet
B
opnieuw
C
zonder

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.
Zinnen die samen één alinea vormen staan ................. achter elkaar.

A
altijd
B
vaak

Slide 11 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.
In de kernzin staat ........................ de belangrijkste informatie van een alinea.

A
altijd
B
soms

Slide 12 - Quizvraag

opsomming
tijdsvolgorde
voorbeeld
daarna
ook
verder
zoals

Slide 13 - Sleepvraag

Vul het juiste woord in.
Informatie die niet zo belangrijk is noem je ...................................

A
bijzaken
B
hoofdzaken

Slide 14 - Quizvraag

Als je uitlegt waarom je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een ..............................
A
argument
B
standpunt

Slide 15 - Quizvraag

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:



  • Je ontdekt de betekenis van onbekende woorden in een tekst door het gebruik van woordraadstrategieën .
  • Je kunt de kernzin van een alinea bepalen.
  • Je kunt werken met het stappenplan lezen.
  • Je herkent tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden.
  • Je onderscheidt hoofd- en bijzaken in een tekst.
  • Je onderscheidt feiten, meningen, standpunten en argumenten in een tekst.

Toets volgende week op:
donderdag 14 november

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 17 - Tekstslide

Maak de zin af.
In de inleiding van de tekst …
A
maak je kennis met het onderwerp.
B
wordt belangrijke informatie samengevat.
C
wordt een grappig verhaal verteld.

Slide 18 - Quizvraag