8.2 grafieken

8.2 grafieken
8.2 Grafieken (blz. 158)
Materiaal: 
 potlood en geodriehoek
om de grafiek te tekenen 


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.2 grafieken
8.2 Grafieken (blz. 158)
Materiaal: 
 potlood en geodriehoek
om de grafiek te tekenen 


Slide 1 - Tekstslide

Deze wiskundeles:
  • Herhaling: regelmaat 8.1

  • Lesdoelen: Theorie uitleg 8.2 
-Je kunt een tabel invullen bij een situatie met regelmaat
-Je kunt een grafiek tekenen bij een tabel met regelmaat

  • Huiswerk: Zelfstandig werken.



Slide 2 - Tekstslide

Heeft deze tabel regelmaat?
Herhaling 8.1
A
wel regelmaat
B
geen regelmaat

Slide 3 - Quizvraag

Heeft deze tabel regelmaat?
Zo ja wat is de regelmaat dan?
A
Ja, de regelmaat is 1
B
Nee
C
Ja, de regelmaat is 20
D
Ja, per uur komt er €20 bij

Slide 4 - Quizvraag

8.2 Lesdoelen
Je kunt een tabel invullen 
bij een situatie met regelmaat.
 
Je kunt een grafiek tekenen 
bij een tabel met regelmaat

Slide 5 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram 
hondenbrokken op voorraad. 
Zijn hond eet daar 
elke dag 250 gram van.

Voorraad hondenbrokken

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
?

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram
hondenbrokken op voorraad.
Zijn hond eet daar
elke dag 250 gram van.


Voorraad hondenbrokken
tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram
hondenbrokken op voorraad.
Zijn hond eet daar
elke dag 250 gram van.


Voorraad hondenbrokken
tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
?

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram
hondenbrokken op voorraad.
Zijn hond eet daar
elke dag 250 gram van.

Voorraad hondenbrokken.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
2250

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram
hondenbrokken op voorraad.
Zijn hond eet daar
elke dag 250 gram van.

Voorraad hondenbrokken.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
2250
?

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram
hondenbrokken op voorraad.
Zijn hond eet daar
elke dag 250 gram van.

Voorraad hondenbrokken.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
2250
2000

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram
hondenbrokken op voorraad.
Zijn hond eet daar
elke dag 250 gram van.

Voorraad hondenbrokken.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
2250
2000
?
?
?

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram
hondenbrokken op voorraad.
Zijn hond eet daar
elke dag 250 gram van.

Voorraad hondenbrokken.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
2250
2000
?
?
?

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt een tabel invullen
bij een situatie met regelmaat
Daan heeft 2500 gram
hondenbrokken op voorraad.
Zijn hond eet daar
elke dag 250 gram van.

Voorraad hondenbrokken.

tijd 
(dagen)
0
1
2
3
4
5
gewicht
(grammen)
2500
2250
2000
1750
1500
1250

Slide 14 - Tekstslide

Grafieken tekenen
situatie
tabel
grafiek

Slide 15 - Tekstslide

Aron werkt bij een garage. Per week krijgt hij een reiskostenvergoeding van € 2,50. Per uur verdient hij € 5.
Levi heeft een bijbaantje. Per uur verdient hij € 3.
Hij krijgt een reiskostenvergoeding van € 2.
Christy heeft een krantenwijk. Per maand krijgt ze € 5 fietsvergoeding en verdient ze € 3 per adres.

Slide 16 - Sleepvraag

Woordformules
Gerard gaat samen met zijn vriendin een weekje op vakantie. 
De huur van het huisje kan berekend worden met de 
volgende formule: 
Huur huisje = 50 + 60 × aantal dagen
begingetal
stijggetal

Slide 17 - Tekstslide

Woordformules
Lieke krijgt per maand 40 euro beltegoed.
Per gebelde minuut moet ze 0,50 cent betalen.
Hierbij hoort de formule:

Beltegoed Lieke = 40 - 0,50 x aantal minuten

begingetal
daalgetal

Slide 18 - Tekstslide

Kosten = 20 + 5 x aantal dagen
Wat is het begingetal in deze formule?
A
20
B
5

Slide 19 - Quizvraag

Bedrag = 50 - 4 x aantal dagen
Heeft deze formule een stijggetal of een daalgetal?
A
Stijggetal
B
Daalgetal

Slide 20 - Quizvraag

Aantal brieven = 3 + 4 x aantal dagen
Wat is het stijggetal in deze formule?
A
3
B
4

Slide 21 - Quizvraag

Kosten = 5 + 2 x aantal drankjes
Wat is het stijggetal in deze formule?

Slide 22 - Open vraag

Gewicht = 240 + 60 x aantal dagen
60 is in deze formule het ...
A
begingetal
B
stijggetal
C
daalgetal

Slide 23 - Quizvraag

Kosten = 10 - 3 x aantal uren
Wat is het daalgetal in deze formule?

Slide 24 - Open vraag

Ik kan bij een situatie een tabel maken en bij een tabel een grafiek tekenen
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll