Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
werkwoordspelling Nederlandse werkwoorden (1)
Werkwoordspelling
de spelling van Nederlandse werkwoorden
even opfrissen
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling
de spelling van Nederlandse werkwoorden
even opfrissen
Slide 1 - Tekstslide
Nog even samengevat in een schema (volgende slide)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De stappen
1. Is het een pv?
- pv in de tt = stam of stam + t (vervang het ww door lopen,
hoor je dan een t, dan schrijf je ook een t)
- pv in de vt = gebruik 't sexyfokschaap = hele werkwoord (-en). Laatste letter in 't sexyfokschaap? ja = t, nee = d
Slide 4 - Tekstslide
De stappen
2. Is het
geen
pv?
Dan is het een:
- voltooid deelwoord,
- infinitief (= hele werkwoord),
- bijvoeglijk naamwoord, of een
- onvoltooid deelwoord
Slide 5 - Tekstslide
vtdw/infinitief/bijv. nw
Als je werkwoord een voltooid deelwoord is, dan gebruik je
't sexyfokschaap
infinitief: dat is het hele werkwoord
bijvoeglijk naamwoord: dat zegt iets over het zelfstandig naamwoord, Je schrijft het zo kort mogelijk.
Slide 6 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd
Stam
- bij"ik"
- je/jij achter de pv
Stam + t
Hele werkwoord (infinitief)
Slide 7 - Tekstslide
Verleden tijd
'
t
s
e
x
y
f
o
ksch
aa
p
Neem de stam van het hele werkwoord.
Zit de laatste letter van de stam in
't sexy fokschaap?
JA
: + te(n)
NEE
: + de(n)
Slide 8 - Tekstslide
Even herhalen:
Slide 9 - Tekstslide
Voltooid en onvoltooid deelwoord
Voltooid deelwoord:
't sexy fokschaap
Hij is verhuisd.
Ik heb gefietst.
Onvoltooid deelwoord:
infinitief + d(e)
Wandelend door de stad, zag ik hem lopen.
Slide 10 - Tekstslide
Zo kort mogelijk
Infinitief =
het hele werkwoord
Gebiedende wijs:
stam van het werkwoord
Ga! Loop! Stop!
Bijvoeglijk naamwoord:
afgeleid van een deelwoord, altijd de kortste vorm!
De fietsende man.
Het gesproken woord.
Slide 11 - Tekstslide
Nog even oefenen
Slide 12 - Tekstslide
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 13 - Quizvraag
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 14 - Quizvraag
Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 15 - Quizvraag
Kies het juiste werkwoord:
"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant
Slide 16 - Quizvraag
Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.
A
antwoorde- verzuchtte
B
antwoordde, verzuchtte
C
antwoordde-verzuchte
D
antwoorde-verzuchte
Slide 17 - Quizvraag
Huiswerk
- Maken werkbladen werkwoordspelling
- Zelf nakijken werkbladen
- Planner Nederlands bijwerken, afmaken wat nog niet af is, nakijken gemaakte opdrachten
- 10 minuten stil lezen
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
werkwoordspelling Nederlandse werkwoorden (1)
Februari 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling Nederlands | leerjaar 1 MBO niveau 4 | herhaling lesstof
Maart 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling Nederlandse werkwoorden (1)
Januari 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
7 februari - voltooid en onvoltooid deelwoord
Februari 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
*Werkwoordspelling, algemeen
Mei 2020
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
*Werkwoordspelling, Vwo 2
November 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HERHALING ww-spelling PV TT / PV VT / VD / VD BN / OD
September 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,3
*Werkwoordspelling hfd 5
Januari 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2