Module Arm en rijk | Week 2 VS 2 - Globalisering en Multinationale ondernemingen

Week 2 VS 2 - Globalisering en multinationale ondernemingen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Week 2 VS 2 - Globalisering en multinationale ondernemingen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan 2 voorbeelden noemen van MNO's
  • Je kunt benoemen wat de oorzaken zijn van globalisering.
  • Je verklaart het verschil in onderwijs, gezondheidszorg voedselvoorziening/zekerheid, binnen de VS en Nigeria

Slide 2 - Tekstslide

Beeldfragmenten en vragen!
Het oog geeft aan dat er vragen bij een filmfragment worden gevraagd.
Vraag en antwoord!
Het vraagteken geeft antwoord op gestelde vragen uit de slides.
Interactieve kaarten en externe weblinks!
De punaise geeft aan dat er een link kan worden bekeken met daarin interactieve kaarten, statistiek of andere websites die relevant zijn voor het onderwerp van de slide.
Tips voor het maken van aantekeningen!
Rode woorden - begrippen die belangrijk zijn voor het SO
Blauwe woorden -begrippen en woorden zijn ter verduidelijking en belangrijk bij het beantwoorden van aardrijkskundige vragen. Dit zijn ook belangrijke woorden nodig voor het begrijpen van de rode begrippen.

Slide 3 - Tekstslide

Globalisering
Mondialisering

Slide 4 - Tekstslide

Wat is globalisering(mondialisering)
Mondialisering (ook wel globalisering genoemd) is een voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie, met als centraal kenmerk een wereldwijde arbeidsdeling, waarbij productielijnen over de wereld worden gespreid. Mondialisering wordt mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op het gebied van vervoer en telecommunicatie. Ze kenmerkt zich verder door verregaande schaalvergroting, het ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en de verspreiding van een consumentencultuur.

Slide 5 - Tekstslide

Wie drijft globalisering het hardst aan?

Slide 6 - Tekstslide

Multinationale ondernemingen (MNO)
Een multinationale onderneming, of kortweg multinational is een bedrijf dat in meerdere landen tegelijk geregistreerd en/of werkzaam is. In al deze landen produceert en/of verkoopt ze goederen en/of diensten.

Slide 7 - Tekstslide

Kan jij een voorbeeld van globalisering bij jou in de buurt geven?

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn Walmart, ExxonMobil, Ford, Toyota, ING en Philips?
A
Autofabrieken
B
Bank- en verzekeringsbedrijven
C
Zakelijke diensten
D
Multinationale ondernemingen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de boodschap van deze afbeelding?
Gebruik in je antwoord de volgende begrippen: multinationals, concurentie, en monopolie

Zoek de rood gedrukte begrippen op als je de betekenis niet begrijpt.

Slide 10 - Tekstslide

Noem een aantal oorzaken van globalisering? (zoek dit op het internet)

Slide 11 - Open vraag

Mobiliteit?
Mobiliteit binnen de globaliseringscontext
Met mobiliteit binnen globaliseringsprocessen wordt de snelheid en efficientie waarmee kapitaal(ged), informatie, mensen en goederen worden verplaatst bedoeld.

Slide 12 - Tekstslide

Mobiliteit van kapitaal(geld)
Globalisatie wordt erg beïnvloed door de financiële wereld. Nog nooit werd over zo'n grote afstand en met zo'n grote bedragen, geld getransporteerd als op de dag van vandaag.

Slide 13 - Tekstslide

Mobiliteit van goederen
Steeds meer landen worden bij de internationale handel betrokken en van steeds meer arme gebieden en regio's wordt door multinationals misbruik gemaakt. Multinationals vestigen zich daar waar arbeid het goedkoopst is en waar ze ongestoord hun productieproces kunnen uitvoeren. Zo komen bijvoorbeeld de sportschoenen van Nike uit naaiateliers in Indonesië en worden Hollandse garnalen door Marokkaanse vrouwen gepeld. Goederen, eten, kleren, etc. zien dus vaak eerst alle uithoeken van de wereld voordat ze verkocht kunnen worden.

Slide 14 - Tekstslide

Mobiliteit van mensen
Steeds meer mensen reizen en verplaatsen zich over grote afstanden voor weinig geld. De afstand tussen grote afstanden wordt steeds kleiner. De laatste tijd is reizen niet alleen een verschijnsel, maar migreren gebeurt ook vaker. Mensen blijven tegenwoordig niet meer in eigen land zoeken naar een baan, ze gaan op zoek naar landen waar er wel veel banen vrij zijn. De concurrentie voor banen wordt op wereld niveau uitgespeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Mobiliteit van informatie
Knowledge is power en door het internet wordt informatie op een razendsnelle manier verspreid zodat de machtsverhoudingen op onze wereld snel veranderen. Denk aan de Arabische Lente waarbij het volk via social-media protesten organiseerde. 

De toelating voor kennis is bij sommige bevolkingsgroepen is niet zo vanzelfsprekend. Mensen met elektriciteit hebben dus meer kans op macht. Dus hier merk je ook weer dat globalisatie tot ongelijkheid leidt.

Slide 16 - Tekstslide

Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder is?
A
Sociale mobiliteit
B
Sociale ongelijkheid
C
Maatschappelijke verandering
D
Maatschappelijke ongelijkheid

Slide 17 - Quizvraag

WS 2 Nigeria en de Verenigde Staten een wereld van verschil

Slide 18 - Tekstslide

De volgende opdracht maak je met behulp van de werkdoelen uit de portal (zie werkpad WS 2)
Je leest en maakt de werkdoelen:
  • Verschillen in de voedselvoorziening en voedselzekerheid
  • Verschillen in onderwijs en gezondheidszorg tussen Verenigde Staten en Nigeria
Vervolgens bekijk je de volgende slide en maak je de opdracht in slide 21

Slide 19 - Tekstslide

Wat zegt deze kaart over voedselzekerheid en voedselschaarste in de Verenigde Staten?

Waarom zal voedselschaarste juist daar zo hoog zijn? (verklarende vraag)

Slide 20 - Tekstslide

Doe een beargumenteerde gok over waarom studenten op het platteland van de VS geen of weinig toegnag hebben tot het internet?

Gebruik in je antwoord de volgende begrippen:
Infrastructuur, vrij-besteedbaar inkomen en regionale ongelijkheid.

Slide 21 - Tekstslide

Jij bent een scholier op een kleine school op het platteland net buiten Des Moines, Iowa. Schrijf een betoog aan de gemeente waarin je vraagt om toegang tot het internet voor thuisgebruik en op school. 500 woorden max

Slide 22 - Open vraag