Voorkennis + H6.1 Vergroten

    Welkom
šŸ’¼ Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
šŸ“– Leg bladzijde 216 (voorkennis H6) voor je open.
šŸ”² Laat je ipad maar even in je tas.

DEZE LES:
H6.1 Vergroten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

    Welkom
šŸ’¼ Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
šŸ“– Leg bladzijde 216 (voorkennis H6) voor je open.
šŸ”² Laat je ipad maar even in je tas.

DEZE LES:
H6.1 Vergroten

Slide 1 - Tekstslide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
geen.
Hoe meet je hoeken, wat is een vergroting
zelfstandig en samenwerken
aan de slag 
Voorkennis + Ā§6.1
voorkennis 
Hoeken meten en tekenen

Slide 2 - Tekstslide

Stapgrootte en Zaagtand
- De x - en y as hoeven niet dezelfde stapgrootte te hebben.

Hoeken 
uitleg 
Hoe verder de benen van de hoek uit elkaar 
staan, hoe groter de hoek is.

Hoeken meet en teken je met behulp van je geodriehoek.


Hoe we dit precies doen, leer je in deze les.

Slide 3 - Tekstslide

Soorten hoeken
timer
1:00
We kennen 5 soorten hoeken.
Bekijk ze maar eens goed.

Slide 4 - Tekstslide

Stapgrootte en Zaagtand
- De x - en y as hoeven niet dezelfde stapgrootte te hebben.

Hoeken meten
uitleg 
Een hoek bestaat uit twee benen, we meten de ruimte tussen deze benen.
Dit noteren we in graden
Hoek A is een scherpe hoek
De hoek is tussen       en         graden.




0Ā°
90Ā°
āˆ A=

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Stapgrootte en Zaagtand
- De x - en y as hoeven niet dezelfde stapgrootte te hebben.

tekenen
uitleg 
Wie een hoek kan meten, kan hem ook tekenen.

De techniek voor het tekenen van een hoek is namelijk niet zo verschillend van het meten van een hoek.

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig 
aan de slag 
Mk: opd.  V3 en V4 (blz. 216/217)

Klaar?   
Werk aan v6
Zelfstandig aan de slag

Je weet nu weer hoe je hoeken meet en tekent, oefen dit nu zelfstandig. 

timer
7:00

Slide 8 - Tekstslide

Formule voor de  oppervlakte van een driehoek 


 
Oppervlakte
uitleg 

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer je een figuur op ruitjespapier tekent, kun je gebruik maken van de ruitjes. Kijk maar naar de vierhoek hiernaast.

We kunnen de oppervlakte van de vierhoek 
bepalen door gebruik te maken van de ruitjes.

De ruitjes zijn allemaal 1 bij 1 cm
  Inlijsten
uitleg 

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig 
aan de slag 
Mk: opd.  V2  (blz. 216)

Klaar?   
Werk aan v6 en pak je ipad erbij
Zelfstandig aan de slag

Je weet nu weer hoe je hoeken meet en tekent, oefen dit nu zelfstandig. 

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

werk door tot de bel 
Huiswerk 
Huiswerk:

Mk: opd. V2, V3, V4 & V6
Blz. 216/217
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Werk netjes met potlood en geodriehoek en passer

Slide 12 - Tekstslide

Wat leer je deze les?

Ik kan uitleggen wat een beeld en een origineel is.

Ik kan de vergrotingsfactor bij twee gegeven lengtes berekenen.



        leerdoelen

Slide 13 - Tekstslide

VERGROTEN
Origineel en beeld

Bij vergrotingen praten we over vergrotingen van figuren, foto's, objecten etc.

Het figuur dat vergroot wordt heet ORIGINEEL

De vergroting heet het BEELD (de kopie)

Origineel
uitleg 
Beeld & origineel

Slide 14 - Tekstslide

Vergrotingsfactor.                      Met welk getal moet je nu vermenigvuldigen?

Meet de lengte van Ć©Ć©n zijde van je origineel en meet dezelfde zijde bij je beeld
ā€‹lengte origineelā€‹ā€‹lengte beeldā€‹ā€‹

Slide 15 - Tekstslide

Onthoudt:

1) Na vergroten blijft het figuur altijd dezelfde vorm

2) Na vergroten blijven de hoeken even groot.

3) Na vergroten  worden de zijden met het zelfde getal vermenigvuldigd.

4) Je berekent de vergrotingsfactor door: 
ā€‹lengte origineelā€‹ā€‹lengte beeldā€‹ā€‹
origineel
Aantekening

Slide 16 - Tekstslide

Wat wordt de breedte van de vergroting?
A
2 cm
B
5 cm
C
10 cm
D
20 cm

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de hoogte van de vergroting?
A
30 cm
B
30 dm
C
45 dm
D
45 cm

Slide 18 - Quizvraag

bereken de vergrotingsfactor.
origineel
A
1, 9 : 2,8 = 0,68
B
2,8 : 1,9 = 1,47

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactor ?
origineel
A
2
B
0,5
C
18
D
dat kun je zo niet zien

Slide 20 - Quizvraag

Zelfstandig 
aan de slag 
Mk: opd. 3 t/m 7 op blz. 218/220

Klaar?   
Mk: opd. u1 op blz. 215
Berg je ipad op in je tas.

Met je gemaakte aantekeningen kun je aan de slag met onderstaande opdrachten.   Succes!

timer
4:00

Slide 21 - Tekstslide

werk door tot de bel 
Huiswerk 
Huiswerk:

Mk: opd. 1 t/m 4
Blz. 218/220
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Werk netjes met potlood en geodriehoek en passer

Slide 22 - Tekstslide