Bi H4 Th4 Bs3 Eukaryoten

B3 Eukaryoten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

B3 Eukaryoten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Bs3: je kunt...
  1. kenmerken van dieren, planten en schimmels benoemen
  2. vijf groepen planten onderscheiden 
  3. tien groepen dieren onderscheiden
  4. Uitleggen wat een protist is

Slide 2 - Tekstslide

Schimmels
Kenmerken:
  • heterotroof
  • hebben celwand
  • een- en meercellig
  • gebruikt bij productie
       voedingsmiddelen, alcohol
       en penicilline

Slide 3 - Tekstslide

Voortplanting schimmels
  1. Via schimmeldraden
  2. Via sporen

Slide 4 - Tekstslide

Planten

Slide 5 - Tekstslide

Hoe worden planten verder ingedeeld?
Vaste kenmerken voor indelen van de Stammen:
  • aanwezigheid (en type) stengels
  • aanwezigheid bladeren
  • aanwezigheid wortels
  • aanwezigheid hout- en bastvaten
  • voortplantingswijze

Slide 6 - Tekstslide

Onleesbaar? Blz. 189 in je boek

Slide 7 - Tekstslide

Dieren

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken dieren
- Skelet

Indeling van dieren
Vaste kenmerken:
  • geen skelet
  • exoskelet (buitenkant)
  • endoskelet (inwendig)
- Symmetrie
  • geen symmetrie (asymmetrie)
  • tweezijdig symmetrisch (bilateraal)
  • radiaal symmetrisch

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

En wat als we het niet weten?
Soms lukt het niet om een eukaryoot in te delen. Vooral bij eencelligen is het weleens lastig. Die soorten delen we voor het gemak dan maar in als protist. 

Denk maar aan protest, als protest tegen je moeilijkheid delen we je in als protist.

Slide 12 - Tekstslide

Een plant maakt sporen, heeft stengels en bladeren, maar geen wortels, hout- en bastvaten. Wat is het?

Slide 13 - Open vraag

Een plant heeft holle stengels en bladeren. Tot welke groep behoort deze?
A
Mossen
B
Paardenstaarten
C
Varens
D
Naaktzadigen

Slide 14 - Quizvraag

De bilateria is een grote groep dieren. Deze dieren zijn / hebben allemaal
A
Een inwendig skelet
B
Planteneters
C
Tweezijdig symmetrisch
D
Een schelp als huisje

Slide 15 - Quizvraag

Welke vorm van symmetrie heeft het dier hiernaast?
A
Assymetrisch
B
Radiaal symmetrisch
C
Bilateraal symmetrisch

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een weekdier?
A
Regenworm
B
slak
C
kwal
D
spons

Slide 17 - Quizvraag

Welke dieren zijn het meest aan elkaar verwant?
A
Kreeften - Insecten
B
Kreeften - Mosselen
C
Insecten - Mosselen

Slide 18 - Quizvraag

Een eencellige heeft geen celwand, wel bladgroenkorrels en een staartje om mee te zwemmen. Waar deel je hem in?
A
Protusten
B
Protisten
C
Protesten
D
Protasten

Slide 19 - Quizvraag