P4 Nederland en Europa

6.4 Nederland en Europa 
==> Zelfstandig werken: samenvatten of maken paragraaf 4.
==> Klassikaal: uitleg en een spel.


Wat moet je eind van de les weten?
  • Wat is de verzoening van Verdun?
  • Welke Europese organisaties waren er voor de EU?
  • Wat zijn de belangrijkste afspraken binnen de EU?



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

6.4 Nederland en Europa 
==> Zelfstandig werken: samenvatten of maken paragraaf 4.
==> Klassikaal: uitleg en een spel.


Wat moet je eind van de les weten?
  • Wat is de verzoening van Verdun?
  • Welke Europese organisaties waren er voor de EU?
  • Wat zijn de belangrijkste afspraken binnen de EU?



Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 1: Wat is de verzoening van Verdun?

We lezen de tekst samen en bedenken samen in één zin antwoord op de bovenstaande vraag.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel 2:
Welke Europese organisaties waren er voor de EU?

We lezen de tekst en maken bij elke organisatie een woordspin. Denk na welke woorden je wilt gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

EGKS

Slide 4 - Woordweb

EEG

Slide 5 - Woordweb

EG

Slide 6 - Woordweb

de Europese unie
  • 1993: 12 landen lid
  • verder onder EU
  • eenheid
  • Europese regels
  • 2002 invoer euro

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel 3: Wat zijn de belangrijkste afspraken binnen de EU?



  • Overal vrij vestigen
  • Onderlinge grenscontroles worden afgeschaft
  • Europese regels
  • De euro wordt ingevoerd in 2002
  • Je moet een democratie hebben.

Slide 8 - Tekstslide

zet het begrip bij de juiste betekenis
EG

EEG
EGKS

EU
Zes landen
Oprichting 1993
1958
Europese Gemeenschap

Slide 9 - Sleepvraag

waar staat de afkorting EGKS voor?
A
Europees geld voor kleine spelers
B
Europees genootschap voor kleine staten
C
Europees genootschap voor kool en staal
D
Europese groep voor kaas en groente

Slide 10 - Quizvraag

wanneer werd de euro ingevoerd?
A
2000
B
2003
C
2001
D
2002

Slide 11 - Quizvraag

Van welk recht mag het Europese parlement gebruik maken?
A
het recht van vrijheid van godsdienst
B
het recht van interpellatie
C
het recht van amendement
D
het recht op informatie

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel landen zitten er nu in de EU?
A
22
B
27
C
30
D
34

Slide 13 - Quizvraag

1. Meer of minder EU?
2. Voel je je Europeaan?
3. Voel je je meer verbonden met een Amerikaan of met een Roemeen? 

Discussie:

Slide 14 - Tekstslide

Nu: spel

Slide 15 - Tekstslide

Belangrijke begrippen in deze les.
Eerst zonder boek, daarna met boek

Slide 16 - Woordweb

Maak twee teams

Slide 17 - Tekstslide

30 seconden om zoveel mogelijk begrippen te raden.


timer
0:30000

Slide 18 - Tekstslide

Gezamenlijk afsluiten:
  • Wat is de verzoening van Verdun?
  • Welke Europese organisaties waren er voor de EU?
  • Wat zijn de belangrijkste afspraken binnen de EU?

Slide 19 - Tekstslide

§6.4 Nederland en Europa

Slide 20 - Tekstslide

Vandaag:
Lesdoelen:
Hoe wordt de EU bestuurd?
Wat zijn de voor- en nadelen van de EU?

Hoe? 
Zelfstandig: lezen "het bestuur van Europa" en "meer of minder EU" en maken blz. 164 en 165. 



Lesdoelen:
Hoe wordt de EU bestuurd?
Wat zijn de voor- en nadelen van de EU?

Hoe?
=> Lezen "het bestuur van Europa" en "meer of minder EU" en maken blz. 164 en 165. Nakijken via ELO. 
of
=> Verdiepende opdracht: Maak een handig schema bij de lesdoelen (zie volgende pagina) 


Slide 21 - Tekstslide

Het bestuur van Europa: blz. 161 en 162
- Maak in tweetallen op een poster een schema waarin je het Europees parlement, Raad van ministers en de Europese commissie verwerkt. Denk aan: wie zijn ze, wat mogen ze, wat zijn de onderlinge verhoudingen. 
- Op de achterkant maak je een schema met de voor- en nadelen van de EU. 

Waarom? Als je op een actieve manier bezig gaat met de stof, dan onthoud je het veel beter! Na afloop bespreken we welke poster het beste is en waarom. De klas mag er een foto van maken. 

Slide 22 - Tekstslide