H2 woordenschat, opdr. 4, blz. 56
Opdracht 4
1/2 1 gevels: voorkanten van gebouwen
2 monumenten: oude gebouwen; overblijfsels van een vroegere cultuur
3 reliëf: oneffenheid
4 wirwar: doolhof
5 bedrijfsactiviteiten: beroepen
6 concurrentie: strijd tussen vakgenoten
7 functioneerden: dienden; werkten
8 religieuze: kerkelijke
9 politieke: te maken hebbend met regeringsbeleid
10 overtuiging: mening; inzicht
11 raadplegen: gebruiken voor advies
12 historici: geschiedkundigen; geschiedenisdeskundigen
3 al 1 zegt (P): betekent
al 1 in het oog springend (M): de aandacht trekkend
al 1 houvast (M): steun; hulpmiddel
al 1 kronkelende (P): slingerende
al 2 vertellen (P): laten zien (de makers of opdrachtgevers ervan vertellen iets, niet de stenen)
al 2 leven (P): betekenis krijgen (geschiedenis kan niet leven)
al 2 om de hoek kijken (P en M): tevoorschijn komen; naar voren komen (concurrentie kan niet kijken; dat kunnen alleen levende wezens)
al 4 thuis te brengen (M): te begrijpen
al 4 in kaart gebracht (M): opgeschreven
al 4 kleur gegeven (M): begrijpelijk gemaakt; betekenis gegeven