4.3B Argumenten voor evolutie

4.3BArgumenten voor evolutie
Je kunt omschrijven wat overeenkomsten tussen verschillende soorten organismen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen en cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.3BArgumenten voor evolutie
Je kunt omschrijven wat overeenkomsten tussen verschillende soorten organismen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen en cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.

Slide 1 - Tekstslide

Welk van de volgende organen is rudimentair?
A
Staartwervels van een mens
B
Vleugels van een lieveheerstbeestje
C
Gewei van mannetjes herten

Slide 2 - Quizvraag

Verschillende soorten organismen kunnen veel overeenkomst hebben in de samenstelling van stoffen, bijvoorbeeld van DNA.

Waarom is dit een argument voor de evolutietheorie?


A
Ze hebben misschien dezelfde voorouder
B
Soorten kunnen veranderen
C
Zo kun je zien hoelang geleden ze zijn ontstaan

Slide 3 - Quizvraag

LET OP!
Op de volgende dia staat een afbeelding hierover komen 3 vragen.
Kijk goed naar de afbeelding

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke van deze poten zijn waarschijnlijk uit dezelfde grondvorm ontstaan?
A
Krokodil en vleermuis
B
Krokodil en vlieg
C
Vleermuis en vlieg

Slide 6 - Quizvraag

Welke van deze poten vertonen veel overeenkomst in functie?
A
Krokodil en vleermuis
B
Krokodil en vlieg
C
Vleermuis en vlieg

Slide 7 - Quizvraag

Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
A
Krokodil en vleermuis
B
Krokodil en vlieg
C
Vleermuis en vlieg

Slide 8 - Quizvraag

Hoe groter de overeenkomst is in het DNA van twee soorten, hoe meer verwant zij zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Hoe meer verwant twee soorten zijn, hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder leefde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag