1hv1: Herhaling H3

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdgroepen: 
Prokaryoten & Eukaryoten

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste verschil tussen prokaryoten en eukaryoten?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Bacteriën & Archaea
Hoort er niet bij
Prokaryoten
Eukaryoten
Celwand
Celmembraan
Celkern
Bladgroenkorrels
Eencellig
Meercellig

Slide 6 - Sleepvraag

Chromista
Hoort er niet bij
Prokaryoten
Eukaryoten
Celwand
Celmembraan
Celkern
Bladgroenkorrels
Eencellig
Meercellig

Slide 7 - Sleepvraag

Protozoa
Hoort er niet bij
Prokaryoten
Eukaryoten
Celwand
Celmembraan
Celkern
Bladgroenkorrels
Eencellig
Meercellig

Slide 8 - Sleepvraag

Schimmels
Hoort er niet bij
Prokaryoten
Eukaryoten
Celwand
Celmembraan
Celkern
Bladgroenkorrels
Eencellig
Meercellig

Slide 9 - Sleepvraag

Planten
Hoort er niet bij
Prokaryoten
Eukaryoten
Celwand
Celmembraan
Celkern
Bladgroenkorrels
Eencellig
Meercellig

Slide 10 - Sleepvraag

Dieren
Hoort er niet bij
Prokaryoten
Eukaryoten
Celwand
Celmembraan
Celkern
Bladgroenkorrels
Eencellig
Meercellig

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een soort en een ras?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is evolutie?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Meest verwant aan de mens
Minst verwant aan de mens

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Welke symmetrie hoort
hier bij?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 22 - Quizvraag

Welke symmetrie hoort
hier bij?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 23 - Quizvraag

Welke symmetrie hoort
hier bij?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 24 - Quizvraag

Welke symmetrie hoort
hier bij?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 25 - Quizvraag

Welke symmetrie hoort
hier bij?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 26 - Quizvraag

- Inwendig skelet
- Uitwendig skelet
- Geen skelet

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Welk skelet hebben stekelhuidigen, zoals zeesterren en zee-egels?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 29 - Quizvraag

Welk skelet hebben neteldieren, zoals kwallen en zeeanemonen?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 30 - Quizvraag

Welk skelet hebben slakken?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 31 - Quizvraag

Welk skelet hebben vogels?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 32 - Quizvraag

Groene planten & niet-groene planten

Slide 33 - Tekstslide

Groene planten
- groenwieren
- kranswieren
- hauwmossen
- bladmossen
- levermossen
- vaatplanten
Niet-groene planten
- blauwgroene wieren
- roodwieren

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Vaatplanten kunnen verder verdeelt worden in zaadplanten en sporenplanten. Wat is het belangrijkste verschil tussen deze twee?

Slide 37 - Open vraag

Algen groeien boven en onder water.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Waar hoort zeewier bij?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Algen

Slide 39 - Quizvraag

Welke plantensoorten behoren tot de zaadplanten
A
Bomen en struiken.
B
Bomen en mossen.
C
Mossen en varens.
D
Varens en struiken.

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Alle schimmels zijn paddenstoelen.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 42 - Quizvraag

Gisten zijn eencellige schimmels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Hebben schimmels een celwand?
A
Ja
B
Nee

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

Noem 3 manieren waarop schimmels nuttig zijn voor ons.

Slide 46 - Open vraag

Noem 2 manieren waarop schimmels schadelijk kunnen zijn.

Slide 47 - Open vraag

Slide 48 - Tekstslide

Bacteriën kunnen eencellig of meercellig zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 49 - Quizvraag

Als een bacterie elke 20 minuten deelt, hoeveel bacteriën heb je dan na twee uur?
A
16
B
64
C
8
D
128

Slide 50 - Quizvraag

Slide 51 - Tekstslide