In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
Slide 1 - Tekstslide
leervragen 1.3
Schrijf deze in je schrift
1. Wat is een stapelmarkt?
2. Hoe wordt Amsterdam belangrijker dan Antwerpen in de Gouden eeuw?
3. Wie wonen er in Amsterdam in de Gouden eeuw?
4. Hoe ontwikkeld Amsterdam zich in de Gouden eeuw?
5. Wat is inpolderen en hoe werkt het?
Slide 2 - Tekstslide
Lees 'Amsterdam als stapelmarkt' Een stapelmarkt is een..
A
Markt waarop vermogenstitels
worden verhandeld in ruil voor geld.
B
Markt waarbij arbeidsvermogen wordt aangeboden.
C
Internationale markt waarop valuta's onderling verhandeld worden.
D
Plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen en vandaar verder worden verhandeld.
Slide 3 - Quizvraag
Ons land werd in de zeventiende eeuw enorm door de met Indië. De Republiek sloot de rivier de af. Geen schip kon meer bij de haven in komen. Hierdoor werd de belangrijkste haven.
rijk
handel
Schelde
Antwerpen
Amsterdam
Slide 4 - Sleepvraag
Amsterdam groeit
Spaanse troepen veroveren Antwerpen
Handelaren vertrekken naar het noorden
Zeeuwen sluiten de Schelde af
Slide 5 - Sleepvraag
Oorzaak
Gevolg
Spanjaarden namen Antwerpen in
Vluchten duizenden kooplui naar Amsterdam
Amsterdam groeide snel
Amsterdam importeert graan uit de Oostzee
Slide 6 - Sleepvraag
Lees 'immigratie' Welke drie redenen hadden de mensen om naar de Republiek te verhuizen?
Slide 7 - Open vraag
Hoeveel mensen in Amsterdam komen uit de Republiek rond 1625
A
30%
B
40%
C
50%
D
60%
Slide 8 - Quizvraag
Lees 'grachtenpanden en buitenhuizen'
Versleep de kaarten van Amsterdam in de juiste tijdsvolgorde over de groei van Amsterdam ten tijden van de Gouden Eeuw. Links als eerste..........rechts als laatste
Slide 9 - Sleepvraag
Sleep de nummers naar de juiste plaats in de afbeelding hiernaast.
= De koe poept Het vocht uit de
mest komt in de grond, de rest blijft liggen.
= Uit de koe stroomt liters bloed. De slager vangt het op in een bak en gooit het dan in de gracht.
= Stukken vlees hangen te drogen (en te stinken) in de zon. Gedroogd vlees is lang houdbaar.
1
2
3
Slide 10 - Sleepvraag
Leg uit dat de slagerij uit de vorige vraag voor veel rijke Amsterdammers een reden was om de zomer buiten de stad door te brengen.
Slide 11 - Open vraag
Waarom vertrokken de rijken vaak in de zomer naar hun buitenhuizen?
A
Het is te heet in de stad
B
De stad is in de zomer te vies en het stinkt.
C
In de zomer is alles in bloei
D
Er zijn dan veel feestjes en die kun je beter houden in het buitenhuis.
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor soort mensen woonden vooral in de buitenhuizen?
A
Mensen van adel
B
Geestelijken
C
Rijke burgers
D
Boeren en arbeiders
Slide 13 - Quizvraag
Lees 'droogmaken' Wat is de oorzaak van het droogleggen van de meren
A
De groeiende bevolking had meer eten nodig
B
Dit was uitgevonden door Leeghwater
C
Er was ruimte nodig voor de buitenhuizen
D
Er werd geïnvesteerde door rijke Amsterdammers
Slide 14 - Quizvraag
Dit is het meer de Beemster.
➤Wat gebeurde in de 17e eeuw met dit meer?
➤Leg daarna uit waarom dit nodig was.
Gebruik de bron
Slide 15 - Open vraag
Welke persoon die je hebt leren kennen in dit hoofdstuk past het best bij deze afbeelding?
Slide 16 - Open vraag
leervragen 1.3
Beantwoord de leervragen in je schrift
1. Wat is een stapelmarkt?
2. Hoe wordt Amsterdam belangrijker dan Antwerpen in de Gouden eeuw?
3. Wie wonen er in Amsterdam in de Gouden eeuw?
4. Hoe ontwikkeld Amsterdam zich in de Gouden eeuw?