3.1 en 3.2

Hoofdstuk 3
De ene samenleving en de andere
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
De ene samenleving en de andere

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer ik deze les?
  • De elementen van cultuur
  • Soorten culturen
  • Wat het nature-nurture-debat inhoudt
  • Filosofen/Wetenschappers bij nature-nurture
  • De dimensies van Hofstede
  • Verschillende niveaus om culturen op te vergelijken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§3.1 Cultuur

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Het geheel van waarden, voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen en normen die mensen als lid van een groep of samenleving verworven hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

OPGEDEELD: CULTUUR
Een cultuur bevat elementen die ... :
  • Mensen in hun hoofd meedragen;
> Waarden, opvattingen en voorstellingen

  • Je aan de buitenkant kunt zien of merken;
> Uitdrukkingsvormen

  • Het gedrag regelen van mensen.
>Normen en instituties

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idealen, zoals vrijheid, gelijkheid en vrijheid
Wat mensen in hun hoofd meedragen
Ideeën die passen in een groter geheel van opvattingen, zoals een Islamitische, linkse of hedonistische opvatting. Dit zijn waardensystemen.
Beelden, ideeën, verhalen die mensen hebben over een gebeurtenis, bijvoorbeeld over een oorlog.
Waarden

Opvattingen
Voorstellingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitdrukkingsvormen
De materiële aspecten van een cultuur, bijvoorbeeld symbolen (kruis voor christenen, hamer en sikkel voor communisten).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen
Regels die horen bij waarden. Bijvoorbeeld bij de regel 'ik scheld anderen niet uit', hoort de waarde 'respect'.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instituties
Een geheel aan gedragsregels die het gedrag van mensen reguleren. Bijvoorbeeld regels rondom het huwelijk.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUREN: MATERIEEL EN IMMATERIEEL
Cultuur is materieel
  • Geld en zaken als kunstobjecten, architectuur en kleding
  • Het is tastbaar (je kunt het aanraken)

Cultuur is immaterieel
  • Taal, waarden en normen
  • Het is niet tastbaar (je kunt het niet aanraken)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUREN ZIJN RELATIEF
Tijd- en plaatsgebonden
  • Wat vroeger gewoon was, hoeft dat nu niet meer te zijn
  • Wat gewoon is in Nederland, hoeft niet zo in Japan te zijn
  • Voorbeelden? 

Veranderen onder invloed van wijzigende omstandigheden
  • Bijvoorbeeld: Val van de Berlijnse muur, ontzuiling, 9/11

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUURGROEPEN
  • Dominante cultuur
De overheersende cultuur in een samenleving
- Invloedrijke positie op gebied van taal, politiek, recht en economie.

  • Subculturen
Een cultuur die op veel punten overeenkomt met de dominante cultuur, maar in bepaalde opzichten afwijkt van de dominante cultuur. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUURGROEPEN
  • Tussencultuur
Immigranten dragen hun originele cultuur nog een tijdje met zich mee en over de generaties wordt deze cultuur door de dominante cultuur verdrongen.

  • Tegencultuur
Culturen die zich verzetten tegen de overheersende cultuur.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§3.2 Nature-nurture

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nature
Alle eigenschappen van een individu zijn aangeboren, biologisch bepaald. 

Ieder kind dat geboren wordt heeft unieke eigenschappen door biologische en erfelijke factoren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Nurture
Alle eigenschappen of gedrag van een individu zijn aangeleerd, door de omgeving of opvoeding bepaald.

Dit heeft te maken met de omgeving waarin iemand opgroeit en leeft, de opvoeding en verschillende omgevingsfactoren.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nature-nurture-debat
De vraag of eigenschappen van mensen meer worden bepaald door nature of nurture.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Experimenten
  1. Little Albert experiment
  2. Stanford prison experiment
  3. Millgram experiment
  4. Pavloff experiment 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag van mensen wordt bepaald door hun genen.
Filosofen/Wetenschappers bij nature-nurture
Criminelen zien er anders uit dan niet-criminelen.
Het meeste gedrag van mensen en dieren is aangeleerd.
Criminaliteit is niet aangeboren, maar mensen kiezen er zelf voor om crimineel gedrag te vertonen.
John Locke & John Stuart Mill
Lombroso
Behavioristen Pavlov en Skinner
Merton

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlandse cultuur

Noem een voorbeeld van de Nederlandse
cultuur (liefst 1 of 2 woorden).

Slide 24 - Woordweb

WOORDWEB
De tekst in het gele vak middenin is simpel aan te passen door er op te klikken. Vak te klein? Simpel aan te passen door het vak wat te vergroten met de punten aan de zijkant van het vak.


Was je antwoord op de vorige vraag een waarde, een norm (regel), een idee of iets materieels (concreets)?
Was je antwoord op de vorige vraag een waarde, een norm (regel), een idee of iets materieels (concreets)?
A
Een waarde zoals vrijheid
B
Een norm zoals elkaar gelijk behandelen
C
Een idee zoals een deel van de geschiedenis
D
Iets materieels zoals tulpen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt net geluisterd naar 'Het land van' van Lange Frans en Baas B. Welke dingen vind jij (die je gehoord hebt) nog meer typerend voor Nederland?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt dat jij je verbonden voelt met de Nederlandse cultuur?

Wat maakt dat jij je verbonden voelt
met de Nederlandse cultuur?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het verschil tussen een norm en een institutie?
Wat is het verschil tussen een norm en een institutie?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat wordt er bedoeld met de opvatting dat culturen relatief en plaats- en tijdsgebonden zijn?
Wat wordt er bedoeld met de opvatting dat culturen relatief en plaats- en tijdsgebonden zijn?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de juiste term aan de juiste uitleg.
Wat mensen in hun hoofd meedragen
Hoe het gedrag van mensen geregeld wordt
Wat je aan de buitenkant kunt zien of merken
Waarden
Opvattingen
Voorstellingen
Uitdrukkingsvormen
Normen
Instituties

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de juiste cultuur aan de juiste groep.
Dominante cultuur
Subcultuur
Tussencultuur
Tegencultuur
Nederlandse taal
Gezin
Immigratie
Terroristische groepen
Kerk

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem aangeboren eigenschappen (van jezelf).

Noem aangeboren eigenschappen
(van jezelf).

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem aangeleerde eigenschappen (van jezelf).

Noem aangeleerde eigenschappen
(van jezelf).

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:11



Ziet deze man het fan zijn van Feyenoord als een proces van nature of nurture?
Ziet deze man het fan zijn van Feyenoord als een proces van nature of nurture?
A
Nature
B
Nurture

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom willen deze mensen zo graag dat het in hun DNA zit?
Waarom willen deze mensen zo graag dat het in hun DNA zit?

Slide 37 - Woordweb

WOORDWEB
De tekst in het gele vak middenin is simpel aan te passen door er op te klikken. Vak te klein? Simpel aan te passen door het vak wat te vergroten met de punten aan de zijkant van het vak.


Waarom is het nature-nurture-debat een discussie die zal blijven voortduren?
Waarom is het nature-nurture-debat een 
discussie die zal blijven voortduren?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies