Lezen: Les 5 (5/10)

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
15:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Tips voor de toets!

Oefentoets maken

Afsluiten


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les..

  • ... heb je je kennis opgefrist over het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst.
  • ... heb je geoefend met de tekstverbanden.
  • ... ben je begonnen met het maken van een oefentoets.

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke tips!
Wat moet je kennen & kunnen? 
  • Onderwerp & hoofdgedachte vinden en benoemen
  • Betekenis van onbekende woorden achterhalen m.b.v. de context
  • Verschillen tussen de onderlinge tekstverbanden beschrijven
  • Signaalwoorden behorende bij de tekstverbanden kunnen vinden

  • Concluderend verband, oorzakelijk verband, opsommend verband, redengevend verband, tegenstellend verband & vergelijkend verband


Slide 4 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maak de oefentoets zo serieus mogelijk; het is je beste voorbereiding op de toets!

Heb je vragen? Stel ze dan meteen!

Slide 5 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?
A
maar
B
omdat
C
ook
D
daarom

Slide 6 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft een toelichtend verband aan?
A
kortom
B
met andere woorden
C
daarnaast
D
omdat

Slide 7 - Quizvraag

Om welk verband gaat het?

'Mijn broer wil graag een racefiets. Hij zal dus moeten sparen.'
A
Tegenstellend
B
Opsommend
C
Redengevend
D
Concluderend

Slide 8 - Quizvraag

Om welk verband gaat het?

Voor dat tentamen had ik een slecht cijfer, omdat ik niet goed had geleerd.
A
Opsommend
B
Toelichtend
C
Redengevend
D
Concluderend

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk antwoord staan alléén signaalwoorden voor opsomming?

A
ten tweede, maar, vervolgens
B
zoals, daarnaast, ten derde
C
omdat, dus, om te beginnen
D
ook, bovendien, ten eerste

Slide 10 - Quizvraag

Welk(e) signaalwoord(en) van het tekstverband toelichting zie je in de zin?

De huizenmarkt zit in de slop, dat wil zeggen dat er weinig huizen worden verkocht op dit moment.
A
dat
B
op dit moment
C
dat wil zeggen
D
in de slop

Slide 11 - Quizvraag


  • Wat heb je vandaag geleerd?


  • Welke opdrachten heb je gekozen?

  • Heb je nog vragen?



Evaluatie

Slide 12 - Tekstslide