H1.3 massa %

1.3: Rekenen met concentraties 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

1.3: Rekenen met concentraties 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Wat weten jullie nog over fasen en soorten mengsels?
-Rekenen met massa%, volume% en gram per liter


Slide 2 - Tekstslide

Wat voor mengsel is water met krijt?
(krijt lost niet op in water)
A
Emulsie
B
Suspensie
C
Oplossing
D
Homogeen

Slide 3 - Quizvraag

Suspensie
Een suspensie is altijd troebel

Vaste onoplosbare stof en een vloeistof

Na een tijdje is een suspensie minder troebel           bezinken


Krijtpoeder in water

Slide 4 - Tekstslide

Hiernaast staan twee fasen van een stof weergegeven.

Welke fasen worden weergegeven?
A
vloeibaar en vast
B
gas en vloeibaar
C
gas en vast
D
vast en vloeibaar

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen deze les
je kunt berekenen uitvoeren aan de samenstelling  van mengsels:
massa%, volume% en gram per liter

Slide 6 - Tekstslide

Deze les nodig:
Rekenmachine
Schrift
Ipad

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een concentratie?

Slide 8 - Woordweb

Concentratie
Concentratie is aantal gram opgeloste stof per liter oplossing

Concentratie = hoeveelheid opgeloste stof (g) 
                                  hoeveelheid oplossing (L) 
     
voorbeeld: frisdrank (0,33 L) bevat 38,6 g suiker.
concentratie:  38,6 g / 0,33 L  =  117 g/L                                     

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de concentratie.
A
concentratie = volume / massa stof
B
massa stof = concentratie / volume
C
concentratie = geheel / deel
D
concentratie = massa stof / totaal volume

Slide 10 - Quizvraag

Ishaan maakt 1,5 L limonade, en gebruikt daarbij 175g suiker. Wat is de concentratie suiker in de limonade?
A
350 g/L
B
117 g/L
C
175g
D
geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Red Bul bevat 11g suiker per 100ml
Hoeveel suiker zit er in een blikje van 250ml?

Slide 12 - Tekstslide

Kruistabel 
Je vult eerst alles in wat je weet:


Hoeveelheid stof
Hoeveelheid mengsel
Gegeven
Gevraagd

Slide 13 - Tekstslide

Kruistabel 
Je vult eerst alles in wat je weet:


Hoeveelheid stof
Hoeveelheid mengsel
Gegeven
11g
100ml
Gevraagd
250ml

Slide 14 - Tekstslide

Kruistabel 
Je vult eerst alles in wat je weet. Vervolgens vermenigvuldig je kruislings, en deel je door het laatste vakje:


Hoeveelheid stof
Hoeveelheid mengsel
Gegeven
11g
100ml
Gevraagd
27,5 g
250ml

Slide 15 - Tekstslide

Red Bul bevat 11g suiker per 100ml
Hoeveel suiker zit er in een blikje van 250ml?

-> 27,5 g (bijna 7 suikerklontjes)

Slide 16 - Tekstslide

Sinasappelsap bevat 356 mg vitamine C per liter.
De concentratie is 356 mg/L.
Hoeveel vitamine C zit er in een pak sinasappelsap van 2.5 liter?
Bereken dit via kruislings vermenigvuldigen

Slide 17 - Open vraag

Antwoord kruislings vermenigvuldigen
concentratie: 356 mg/L
 2.5 Liter sinasappelsap: 2.5 L X 356 mg / 1L = 890 mg
Hoeveelheid stof
Hoeveelheid mengsel
Gegeven
356 mg
1 L
Gevraagd
890mg
2.5 L

Slide 18 - Tekstslide

Percentages

Slide 19 - Tekstslide

percentage = altijd in procenten
  • percentage lijkt veel op de concentratie, alleen reken je om naar procenten
  •                                                               %
  • volumepercentage (bij vloeistof in vloeistof mengsel) en massapercentage (bij vaste stoffen)
  •  je antwoord kan nooit > 100% zijn      
percentage=geheel(deel)100

Slide 20 - Tekstslide

Massa Percentage
massapercentage is 
hoeveelheid vaste stof in een andere stof

Massa% = hoeveelheid stof A / totale hoeveelheid stof x 100% 

Zet beiden eerst om naar dezelfde eenheden!

Slide 21 - Tekstslide

volume percentage
volumepercentage is
hoeveelheid vloeistof in een andere vloeistof

Volume% = hoeveelheid stof  A / totale hoeveelheid stof x 100% 

Zet beiden eerst om naar dezelfde eenheden!

Slide 22 - Tekstslide

We vullen 120 gram suiker aan totdat we 1 kilo suikerwater hebben. Wat is de massapercentage suiker in dit water?

Slide 23 - Open vraag

Antwoord massapercentage
Massa percentage = Hoeveelheid Opgeloste stof
                                                       Hoeveelheid mengsel X 100% 
Opgeloste stof: 120 gram suiker.
Hoeveelheid mengsel: 1 kilo, oftewel 1000 gram.

Antwoord: 120 gram / 1000 gram * 100% = 12%

Slide 24 - Tekstslide

er zit 200 gram zout in een mengsel van zand en zout dat 800 gram weegt.
wat is het massapercentage zout%?
A
20 massa%
B
25 massa%
C
40 massa%
D
4 massa%

Slide 25 - Quizvraag

In 750 mL wijn zit 90 mL alcohol.
Het volumepercentage alcohol in de wijn is:
A
12 vol%
B
66 vol%
C
68 vol%
D
83 vol%

Slide 26 - Quizvraag

Leerdoelen gehaald?
je kunt berekenen uitvoeren aan de samenstelling  van mengsels:
massa%, volume% en gram per liter

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
oefening 10 en 11 (p34)

Slide 28 - Tekstslide