Kranten en tijdschriften

Massamedia
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Massamedia

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige lessen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van massamedia?
A
TV
B
Krant
C
Radio
D
Verjaardagskaart

Slide 3 - Quizvraag

Bij massamedia wordt de informatie door veel mensen gezien, gelezen of gehoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Een kenmerk van massamedia is dat een medium (middel) ontbreekt.
2. Tot de massamedia behoren ook de lessen op school.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Hieronder zie je kenmerken van massamedia, welke klopt niet?
A
Het is openbaar
B
Je hebt direct persoonlijk contact
C
Het is eenzijdig
D
Het is indirect

Slide 6 - Quizvraag

Wat doen we vandaag? 

- Uitleg Kranten en Tijdschriften
- In het werkboek aan de slag
- Afsluiting 


Slide 7 - Tekstslide

Media

Kranten en tijdschriften

Slide 8 - Tekstslide

Soorten kranten
Er zijn verschillende soorten kranten:
- Regionale kranten
- Landelijke kranten
- Populaire kranten
- Kwaliteitskranten
Elke krant heeft zijn eigen doelgroep: een groep mensen met bepaalde eigenschappen.

Slide 9 - Tekstslide

Populaire kranten
Voorbeelden van populaire kranten: De Telegraaf en het AD. Populaire kranten richten zich op een groot en breed publiek uit alle lagen van de bevolking.
Opmaak/vormgeving: Grote foto's, grote koppen, veel kleur, korte artikelen.
Inhoud: Veel artikelen over criminaliteit, ongelukken, sport en bekende personen.

Slide 10 - Tekstslide

Kwaliteitskranten
Voorbeelden van kwaliteitskranten: De Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw.
Kwaliteitskranten richten zich op mensen met een hogere opleiding.
Opmaak/vormgeving: weinig foto's, minder grote koppen, lange artikelen, minder kleur.
Inhoud: Artikelen over politiek, economie, cultuur, achtergond van gebeurtenissen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Tijdschriften
Ook tijdschriften richten zich op een bepaalde doelgroep.
Tijdschriften verschijnen niet elke dag (zoals een krant), maar 1x in de week of 1x in de maand.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Basis: Maak vraag 1, 2, 3, 6, 7

Kader: Maak vraag 10, 11, 13

De laatste 5 minuten gaan we kijken wat je hebt onthouden van deze les.

Slide 15 - Tekstslide

1. Kwaliteitskranten en populaire kranten staan hieronder door elkaar. Wat zijn twee kwaliteitskranten?
A
De Telegraaf en Trouw.
B
NRC en de Volkskrant.
C
NRC en het AD.
D
Het AD en de Volkskrant.

Slide 16 - Quizvraag

2. Kwaliteitskranten en populaire kranten staan hieronder door elkaar. Wat zijn twee populaire kranten?
A
Trouw en de Volkskrant.
B
NRC en De Telegraaf.
C
NRC en het AD.
D
De Telegraaf en het AD.

Slide 17 - Quizvraag

3. Je vindt ……………. vaak in een kwaliteitskrant, maar minder vaak in een populaire krant.

Welk nieuws is hier weggelaten?
A
sportnieuws.
B
nieuws over criminaliteit.
C
politiek nieuws.
D
amusementsnieuws.

Slide 18 - Quizvraag