week 10 nieuwsbegrip A Verkiezingen voor de Tweede Kamer

Nieuwsbegrip week 47
Verkiezingen voor de Tweede Kamer
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip week 47
Verkiezingen voor de Tweede Kamer

Slide 1 - Tekstslide

Verkiezingen voor de Tweede Kamer
  • Samen tekst lezen
  • Sleutelvragen maken
  • Vragen over de tekst maken

Slide 2 - Tekstslide

Wat zou jij over de tekst 'Verkiezingen voor de Tweede Kamer' willen weten?
Bedenk een vraag?

Schrijf de vraag op.

Slide 3 - Open vraag

Voorspellend lezen

Verkiezingen voor de Tweede Kamer
In de tekst staan de volgende kopjes:

  • Stemmen is belangrijk
  • Politieke partijen
  •  verkiezing
  •  uitslag
Wat zou jij over de tekst willen weten? 
Bedenk een vraag?

Slide 4 - Tekstslide

Verkiezingen voor de Tweede Kamer
‘Wat zal ik stemmen?’ Misschien is daar bij jou thuis al over gepraat. Op woensdag 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Elke Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen.

Slide 5 - Tekstslide


‘Wat zal ik stemmen?’ Misschien is daar bij jou thuis al over gepraat.
Op woensdag 22 november zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Elke Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen.
Alex is op 21 novamber jarig. Hij wordt dan 18 jaar. Wat is waar?
A
Alex mag niet stemmen. Hij mag pas stemmen als hij 18 jaar of ouder is.
B
Alex mag wel stemmen. Hij is een Nederlander. En elke Nederlander mag stemmen.
C
Alex mag zelf kiezen of hij gaat stemmen bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer.

Slide 6 - Quizvraag

Stemmen is belangrijk
Mensen die stemmen, krijgen de kans om mee te praten over Nederland. Er zijn in Nederland ruim zeventien miljoen mensen. Die kunnen natuurlijk niet met z’n allen om de tafel gaan zitten. Daarom is er de Tweede Kamer. 
De Tweede Kamer heeft 150 leden. Zij nemen belangrijke besluiten over Nederland. Bijvoorbeeld over nieuwe wetten. Het volk bepaalt wie er in de Tweede Kamer mag zitten. Daarvoor zijn de verkiezingen.

Slide 7 - Tekstslide

Mensen die stemmen, krijgen de kans om mee te praten over Nederland. Er zijn in Nederland ruim zeventien miljoen mensen. Die kunnen natuurlijk niet met z’n allen om de tafel gaan zitten. Daarom is er de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft 150 leden. Zij nemen belangrijke besluiten over Nederland. Bijvoorbeeld over nieuwe wetten. Het volk bepaalt wie er in de Tweede Kamer mag zitten. Daarvoor zijn de verkiezingen.

Sleutelvraag 1: Waarom is stemmen belangrijk?

Slide 8 - Open vraag

Politieke partijen
De mensen die in de Tweede Kamer zitten, horen allemaal bij een politieke partij. Voorbeelden van politieke partijen zijn VVD, SP, D66, PvdA, CDA, GroenLinks, PVV en Partij voor de Dieren. Elke partij heeft zijn eigen programma. Bijvoorbeeld over onderwijs, het klimaat of vluchtelingen. Ze hopen dat mensen hun plannen goed vinden. En dat ze op hun partij gaan stemmen. Want hoe meer stemmen een partij krijgt, hoe meer mensen van die partij in de Tweede Kamer mogen zitten. Dat betekent ook dat de partij meer invloed heeft. Want in de Tweede Kamer is het zo: meeste stemmen gelden

Slide 9 - Tekstslide

De mensen die in de Tweede Kamer zitten, horen bij een politieke partij. Bijvoorbeeld VVD, SP, D66, PvdA, CDA, GroenLinks, PVV en Partij voor de Dieren. Elke partij heeft zijn eigen programma. Ze hopen dat mensen hun plannen goed vinden. En dat ze op hun gaan stemmen. Want hoe meer stemmen een partij krijgt, hoe meer mensen van die partij in de Tweede Kamer mogen zitten. Dat betekent ook dat de partij meer invloed heeft. Want in de Tweede Kamer is het zo: meeste stemmen gelden.

Sleutelvraag 2. Waarom hopen de partijen dat veel mensen op ze gaan stemmen?

Slide 10 - Open vraag

'Elke partij heeft zijn eigen programma.'

Welk ander woord kun je op de plaats van ‘programma’ zetten dat ongeveer hetzelfde betekent?
A
kanaal op YouTube
B
plannen
C
verkiezingen
D
verschillen

Slide 11 - Quizvraag

Verkiezing

Aan de Tweede Kamerverkiezing doen dit jaar 26 partijen mee. Kiezers kunnen kiezen uit
meer dan duizend kandidaten. Dat kiezen gebeurt op een stembureau. Op een groot
papier staan de namen van alle partijen en kandidaten. Het vakje voor de naam op wie je
wilt stemmen, moet je rood kleuren. Je mag maar één hokje inkleuren. Anders is je stem
25
ongeldig. De stembureaus zijn open van half 8 ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds. Vanaf 9
uur ’s avonds worden alle stemmen geteld.

Slide 12 - Tekstslide

Uitslag
Welke partij krijgt de meeste stemmen? Op de avond van de verkiezing wordt de
voorlopige uitslag verteld. De definitieve uitslag komt pas een paar dagen later. Dan wordt
ook uitgerekend hoeveel zetels elke partij krijgt. Een partij met veel stemmen krijgt meer
stoelen in de Tweede Kamer dan een partij met weinig stemmen. Om Nederland te
kunnen besturen, is een meerderheid nodig. Dat is dus 76 zetels, want er zijn 150 zetels
in de Tweede Kamer. Het gebeurt bijna nooit dat één partij een meerderheid heeft.
Daarom moeten partijen samenwerken. 

Slide 13 - Tekstslide

Waarom mogen mensen van 70 jaar en ouder ook per brief stemmen?
A
Dan hebben ze meer tijd om na te denken over op wie ze willen stemmen.
B
Dan hoeven ze niet naar het stembureau, en dan wordt het minder druk daar.
C
Dan is het minder werk om na de verkiezingen alle stemmen te tellen.

Slide 14 - Quizvraag

De laatste zin van de tekst is:
'De tijd zal het leren.'

Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Als je later groot bent, snap je veel beter hoe de verkiezingen werken
B
In de toekomst gaan dingen veel sneller en beter dan vroeger
C
Over een tijdje kunnen we pas weten hoe het afloopt of hoe het is gegaan

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Link

Wat vind jij belangrijk waar een politieke partij aandacht aan zou moeten besteden?

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk
donderdag 23 november
Maak in Nieuwsbegrip de Woordenschatles. 

Stel dit niet uit tot op het laatst!


Slide 18 - Tekstslide