Meest voorkomende taalfouten.

‘Me’ versus ‘m’n’ of ‘mijn’
We krijgen vreselijke jeuk van een foutief gebruik van ‘me’
Vb.: ‘Me moeder’, ‘me sleutels’, ‘me fiets’. 
Geen ‘me’ meer, maar ‘m’n’ of ‘mijn’
-> Je schrijft dus ‘mijn fiets’, ‘mijn broer’, ‘mijn kamer’ en ‘mijn huisgenoten’.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

‘Me’ versus ‘m’n’ of ‘mijn’
We krijgen vreselijke jeuk van een foutief gebruik van ‘me’
Vb.: ‘Me moeder’, ‘me sleutels’, ‘me fiets’. 
Geen ‘me’ meer, maar ‘m’n’ of ‘mijn’
-> Je schrijft dus ‘mijn fiets’, ‘mijn broer’, ‘mijn kamer’ en ‘mijn huisgenoten’.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welk woord wordt hier bedoeld?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaat hier mis?
A
spelfout
B
pleonasme
C
kannibalisme
D
Corona

Slide 6 - Quizvraag

Kijk goed. Op de volgende dia staat de vraag.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

‘Die’ versus ‘dat’
Je hoort het te pas en te onpas om je heen: ‘een meisje die’, ‘die bedrijf’, of ‘die boek’. Het lijkt wel alsof niemand het verschil tussen ‘die’ en ‘dat’ meer kent, terwijl de regel toch eigenlijk heel simpel is: 
  • Aanwijzende voornaamwoorden verwijzen nadrukkelijk naar personen of zaken
  • Woorden met ‘de’ als lidwoord krijgen ‘die’ en woorden met ‘het’ als lidwoord krijgen ‘dat’. Dus:het meisje’ is ‘dat meisje’ en ‘de tandarts’ is ‘die tandarts’.

Slide 10 - Tekstslide

‘Als’ versus ‘dan’

Welke zin is goed?
A
Ik ben groter als jij
B
Ik ben groter dan jij

Slide 11 - Quizvraag

‘Als’ versus ‘dan’
Wie goed oplette, zag ‘m al even voorbijkomen in de eerste foto: ‘als’ versus ‘dan’. 

  • ‘Als’ gebruik je wanneer je twee dingen wilt vergelijken en een gelijkheid aangeeft. Dus als iets even groot, sterk of duur is. Bijvoorbeeld “Thijs is even sterk als Marco.” 

  • Als je juist een verschil wilt aangeven, gebruik je ‘dan’: “Thijs is sterker dan Marco” of “een citroen is zuurder dan een appel.”

Slide 12 - Tekstslide

Verhaspelingen
  • Ik besef me dat ik net een gigantische taalfout heb gemaakt door ‘ik besef me’ te schrijven! Het is namelijk ‘Ik besef’ of ‘Ik realiseer me’. ‘Ik besef me’ is een verbastering en kan dus niet.
  • Wellicht heb je het zelf weleens gezegd: ‘Dat heb ik verteld tegen.’ Het is een bekende verhaspeling, maar 'je vertelt iets aan' en 'je zegt iets tegen iemand'.
  • Ik irriteer me aan. Inderdaad, deze verhaspeling is erg irritant! Je kunt jezelf niet irriteren, enkel iets anders kan jou irriteren. Dus: ‘die fout irriteert mij’ of ‘ik vind die fout irritant’

Daarentegen kun je wél zeggen ‘Ik erger me aan die fout’, evenals ‘die fout ergert me’ of ‘ik vind die fout ergerlijk’. Maar als je je niet irriteert, houdt de jeuk vanzelf op.

Slide 13 - Tekstslide

‘Te veel’ versus ‘teveel’
Te veel en teveel zijn allebei woorden die we in het Nederlands gebruiken, maar ze betekenen wel iets anders. 
  • Zo betekent ‘te veel’ (in twee woorden) dat iets meer dan gewenst is. Bijvoorbeeld in de zin: ‘Ik heb gisteren te veel gedronken.’ 
  • 'Teveel' in één woord betekent dat ergens een overschot van is. Denk bijvoorbeeld aan ‘Er is een teveel aan werknemers’. 
-> Je kunt het woord ‘teveel’ ook vervangen door ‘overschot aan’ of ‘gebrek aan.’ Ezelsbruggetje:te veel’ (dus met een spatie) moet je kunnen vervangen door ‘te weinig’, terwijl ‘teveel’ (aan elkaar) een zelfstandig naamwoord is en altijd voorafgegaan wordt door het lidwoord ‘het’ of ‘een’.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video