7.3 Modern Imperialisme

Leerdoelen
  • Uitleggen welk verband er is tussen de industriële revolutie, nationalisme en modern imperialisme vanaf 1870
  • Met een voorbeeld uitleggen welke invloed Europese superioriteitsgevoelens hadden op de houding van Europeanen tegenover volken in Afrika en Azië
  • Een aantal politieke, economische en sociale gevolgen noemen van het modern imperialisme voor de inwoners van de veroverde gebieden.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Uitleggen welk verband er is tussen de industriële revolutie, nationalisme en modern imperialisme vanaf 1870
  • Met een voorbeeld uitleggen welke invloed Europese superioriteitsgevoelens hadden op de houding van Europeanen tegenover volken in Afrika en Azië
  • Een aantal politieke, economische en sociale gevolgen noemen van het modern imperialisme voor de inwoners van de veroverde gebieden.

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkend aspect
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie

Slide 2 - Tekstslide

Modern Imperialisme
19e eeuw: 
Europese landen waren niet langer tevreden met handelsposten of kleinere bezittingen van waaruit ze handel konden drijven (zoals bij eerdere kolonialisme). Vanaf 1870 begon er een soort race tussen West-Europese landen om zo snel mogelijk zelfs de meest ondoordringbare gebieden te bezetten om zo een wereldrijk (imperium) te stichten!
Conferentie van Berlijn 1885: Verdere verdeling van Afrika onder Europese landen

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 1
  1. Waarin verschilde het oude kolonialisme uit de 17e en 18e eeuw, van het modern imperialisme uit de 19e en 20e eeuw? Wanneer vond de conferentie van Berlijn plaats? En wat werd hier besloten?
  2. Welke kolonie was voor de Britten het belangrijkste? Wat voor een soort bestuur werd hier toegepast? Leg uit!
  3. Waarom was het hebben van kolonies zo belangrijk voor de industrie in het moederland?
  4. Op welke manier heeft de industrialisatie en technologische vooruitgang ervoor gezorgd dat kolonies in Afrika makkelijker te veroveren waren?
  5. Ook de Verlichting had ervoor gezorgd dat Europeanen een rechtvaardiging vonden in het overheersen van volken in Afrika en Azië. Leg uit!

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling 2
  1. Onder welke 'nieuwe' politieke omstandigheden in Nederland  werd het cultuurstelsel ingevoerd? Spreken we dan over Oost-Indië of Nederlands-Indië?
  2. Wat hield het cultuurstelsel in?
  3. Met de afschaffing van het cultuurstelsel in 1870 brak een nieuwe periode aan in Nederlands-Indië. Leg dit uit op economisch gebied.
  4. Waarom kreeg Nederland na de Tweede Wereldoorlog te maken met Molukkers in Nederland?
  5. Nederland voerde aan het eind van de 19e eeuw een Ethische politiek in Nederlands-Indië. Leg uit wat dit betekende en welke gedachte hierachter zat.

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken modern imperialisme
  • Economisch: Fabrieken (industrialisatie) hadden behoefte aan grondstoffen uit de koloniën, zoals olie, rubber en katoen.
  • Door de industrialisatie hadden Europeanen een technologische voorsprong gekregen. Ze hadden betere wapens, schepen, navigatie- en communicatiemiddelen en geneesmiddelen dan de bewoners van Afrika en Azië.
  • Het 19e eeuwse nationalisme zorgde voor het idee dat een ‘belangrijk’ volk een groot overzees gebied verdiende.
  • Onder invloed van de Verlichting (vooruitgangsdenken) had men had het gevoel dat blanke Europeanen beter ontwikkelde mensen waren dan Aziaten en Afrikanen. Ze voelden zich superieur. Ze meenden daarom het recht te hebben andere volken te overheersen en te bekeren. (superioriteitsdenken).

Slide 6 - Tekstslide

Gevolg 1: De kolonies kregen te maken met Europese politieke machthebbers b.v. in Brits-Indië
  • Groot-Brittannië had in de 19e eeuw het meeste succes bij het stichten van een imperium. Overal op de wereld hadden de Britten koloniën. 
  • De belangrijkste was Brits-Indië. (Deze kolonie omvatte de huidige landen India, Sri Lanka, Pakistan, Bangladesh en een deel van Myanmar).
  • Er woonden in 1880 zo’n 250 miljoen mensen.
  • Dit enorme gebied werd bestuurd door slechts 1.000 Britse ambtenaren en 40.000 soldaten.
  • De Britten maakten handig gebruik van de plaatselijke adel. Voor de bevolking leek het alsof hun land werd geregeerd door Indiase vorsten, maar deze moesten luisteren naar de Britten (indirect bestuur) 
  • India leverde goedkope grondstoffen voor de Britse industrie en vormde tegelijk een belangrijke afzetmarkt

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Gevolg 2: De bevolking werd gedwongen bij te dragen aan de economische activiteiten van het moederland b.v. in NL-Indië
  • 1830: Java moest winstgevend zijn waardoor het cultuurstelsel werd ingevoerd
  • Boeren moesten op 20% van hun grond, verplichte gewassen verbouwen waaraan NL veel geld verdiende
  • De inheemsen konden minder rijst verbouwen en leden honger
  • In 1870 schafte de liberale regering het cultuurstelsel af en het systeem van vrije arbeid werd ingevoerd met Europese ondernemers en lokale loonarbeiders

Slide 9 - Tekstslide

Gevolg 3: een deel van de inheemse bevolking werd ingeschakeld bij het bestuur en in het leger.
  • Vaak koos het westerse bestuur daarbij voor heel specifieke bevolkingsgroepen, zoals etnische of religieuze minderheden.
  •  Zo kende het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) een groot percentage soldaten uit de Molukken
  • De bevoorrechte groepen waren loyaal aan het koloniale bestuur
  • Deze werkwijze vergrootte wel de onderlinge tegenstellingen binnen de inheemse bevolking.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Gevolg 4: willekeurige grenzen
  • koloniserende landen trokken vaak willekeurige grenzen door de kolonie zonder rekening te houden met  verschillen tussen volken
  • Toen koloniën in de 20e eeuw onafhankelijk werden, vormden die grenzen vaak een bron van conflicten en burgeroorlog.

Slide 12 - Tekstslide

Gevolg 5: Ethische politiek (betere voorzieningen)
Europese machthebbers beseften dat ze de de morele plicht hadden te zorgen voor welzijn en welvaart. NL voerde een Ethische politiek in Nederlands-Indië (bevolking opvoeden tot zelfstandigheid):
  • Inwoners profiteerden van de aanleg en verbetering van spoorwegen en (water)wegen
  • Ook leerde een deel van de inwoners lezen en schrijven
  • De gezondheidszorg verbeterde door de bouw van ziekenhuizen
  • Er werden betere manieren aangeleerd om landbouw te bedrijven
  • Een Volksraad werd opgericht (invloed in de politiek)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Begrippen
  • Modern imperialisme: het verschijnsel vanaf de 19e eeuw waarbij Europese landen streven naar een groot koloniaal rijk en de koloniën gebruiken als producenten van grondstoffen en als afzetgebieden. 
  • Indirect bestuur: manier van besturen van een kolonie waarbij het inheemse bestuur ondergeschikt is aan het koloniale bestuur, maar wel blijft functioneren.
  • Direct bestuur: manier van besturen van een kolonie waarbij Europese ambtenaren de koloniale bevolking rechtstreeks besturen, zonder tussenkomst van een inheems bestuur.
  • Cultuurstelsel: economisch systeem voor de exploitatie van Java; hierbij moest de bevolking een vijfde van haar grond bebouwen met landbouwgewassen voor de Europese markt in ruil voor plantloon.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video