Wat is observeren? Bewust kijken, doelgericht kijken
Aan je observatie geef je een interpretatie
Wat is signaleren? Je krijgt een signaal.
Er valt iets op wat eerst anders was
Je vangt iets op wat niet klopt
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Signaleren en observeren
Wat is observeren? Bewust kijken, doelgericht kijken
Aan je observatie geef je een interpretatie
Wat is signaleren? Je krijgt een signaal.
Er valt iets op wat eerst anders was
Je vangt iets op wat niet klopt
Slide 1 - Tekstslide
Welke zintuigen kun je gebruiken tijdens het observeren en signaleren?
Slide 2 - Open vraag
Wat gaan we doen vandaag?
Herhalen theorie methodisch werken.
Theorie werkplan opstellen.
Aan de hand van een casus/ouderavond zelf een werkplan maken.
Slide 3 - Tekstslide
Waar denk je aan bij methodisch werken?
Slide 4 - Woordweb
werken volgens een vaste methode
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerken van methodisch werken
doelgericht: je weet wat je wil bereiken?
planmatig: een logische volgorde in je werkwijze.
procesmatig: een stappenplan.
bewust: waarom, voor wie en wat.
Slide 6 - Tekstslide
beginsituatie vaststellen /
voorbereiden
Bedenk voor wie?
Wat is het probleem?
Wat wil mijn klant/zorgvrager?
Hoe is de situatie nu?
Slide 7 - Tekstslide
Doelen formuleren
- je omschrijft doelen die haalbaar zijn!
- je maakt doelen die je kunt meten/evalueren?
Slide 8 - Tekstslide
Plan van aanpak maken
Plan geeft antwoord op de 6 W,s
Wie speelt een rol?
Wat wil ik bereiken?
Wat moet er gebeuren?
Waar moet het gebeuren? (plek, plaats)
Welke werkwijze kies ik? (protocol, richtlijn)
Wanneer moet het gebeuren?
Slide 9 - Tekstslide
uitvoeren
Je werkt volgens het plan van aanpak.
Maar let op! Observeer en signaleer de situatie/klant/zorgvrager, dit kan anders lopen dan vooraf gedacht.
Slide 10 - Tekstslide
reflecteren en evalueren
reflecteren: Je bekijkt de situatie/handeling kritisch vanuit jezelf.
evalueren: wat ging er goed? en waarom? of juist niet? Wat kunnen we aanpassen?
Slide 11 - Tekstslide
rapporteren
Mondeling en/of schriftelijk.
Vertel alleen feiten, duidelijk omschreven wat je gehoord en of gezien hebt, alleen conclusie geven bij meerdere observaties en geef duidelijk aan het jouw conclusie is. Concreet en bondig.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Planmatig werken bestaat uit 3 onderdelen Zet deze in de juiste volgorde.
voorbereiden
uitvoering
evalueren
1
2
3
Slide 14 - Sleepvraag
Stappenplan werkplan
Je leest goed de casus door en geeft antwoord op de volgende vragen:
Welke?
Wanneer?
Wie?
Wat?
Waar?
Waarom?
Slide 15 - Tekstslide
De eerste W is van Welke taak ga ik doen?
Slide 16 - Tekstslide
De tweede W staat voor wanneer ga ik deze taak doen. Wat is hier belangrijk om te weten?
Slide 17 - Open vraag
Wie
De derde W is van wie Met wie ga ik deze taak doen?
Slide 18 - Tekstslide
Wat
De vierde W is van wat
Wat heb ik nodig voor deze taak. Welke middelen?
Slide 19 - Tekstslide
Wat zijn middelen?
A
afspraken die je maakt met collega’s
B
alles wat je gebruikt bij je werkzaamheden
C
stappen die je zet om het werk uit te voeren
D
taken die uitgevoerd moeten worden
Slide 20 - Quizvraag
Waar
De vijfde W is van waar
Waar ga ik deze taak doen!
Slide 21 - Tekstslide
Waarom
De zesde W is van waarom
Waarom ga ik deze taak doen?
Slide 22 - Tekstslide
Wat zijn de voordelen van het maken van een werkplan?
Slide 23 - Open vraag
Waarom maken wij een werkplanning?
Doelen en doelstellingen bereiken
Tijd efficiënt gebruiken en je voortgang te bewaken.
Een werkplan kan ook handig zijn voor je collega’s of leidinggevenden om te weten wat je aan het doen bent.
Een werkplan biedt structuur en duidelijkheid en maakt het samenwerken gemakkelijker