Milieumicrobiologie, les 7

Milieumicrobiologie
LBM4.2
Les 6
Schooljaar: 2020-2021
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MilieumicrobiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Milieumicrobiologie
LBM4.2
Les 6
Schooljaar: 2020-2021

Slide 1 - Tekstslide

Planning 

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag 

  • Wat weet je nog van vorige week? 

  • Film Quorum sensing
  • Uitleg biofilm
  • Wat weet je over schimmels? 
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Filmpje Quorum sensing


https://www.ted.com/talks/bonnie_bassler_how_bacteria_talk?language=nl 

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg biofilm
Biofilm = een laag micro-organismen omgeven door zelfgeproduceerd slijm vastgehecht aan een oppervlak 
Slijmlaag wordt ook ECM oftewel ‘Extra Cellulaire Matrix’ genoemd

Bacteriën: wolven in schaapskleren 

Pseudomonas aeruginosa -> cystische fibrose en infecties bij mensen met een verzwakt immuunsysteem 

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg biofilm
Pseudomonas aeruginosa: vormt in zijn eentje een biofilm

Tandplak: 500 verschillende micro-organismen

Hackers: zeesla
Zoösporen van zeesla zoeken naar vaste ondergrond -> voorkeur voor ondergrond met biofilm -> luisteren bacteriecommunicatie af




Slide 7 - Tekstslide

Uitleg biofilm
Bacteriecommunicatie speelt een belangrijke rol in microwereld 
Kunnen we roet in het eten gooien? 
  • Tandplak 
  • Ziekenhuisinfecties: Staphylococcus aureus -> RnaIII Inhibiting Peptide (RIP)

Anti-quorum sensingmedicijnen - furanonen 




Slide 8 - Tekstslide

Uitleg biofilm
Voorbeelden uit de praktijk: 
  • Industrie: dichtslibben leidingen, corrosie
  • Geneeskunde: moeilijk bestrijdbare besmettingen
  • Voedselproducerende instellingen: bemoeilijken schoonmaken 

Ook positief: 
  • Filters waterzuiveringsinstallaties 





Slide 9 - Tekstslide

Uitleg biofilm
Bacteriën in biofilms zijn beter bestand tegen toxische stoffen zoals antibiotica en detergenten
  • Langzamere groeisnelheden 
  • Activatie van stress-tolerantie mechanismen
  • Inductie van een resistent 'biofilm' fenotype





Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je over schimmels? 
7 vragen

Slide 11 - Tekstslide

De meeste schimmels bestaan uit draden (filamenten of hyfen). Hoe noemen we het geheel van hyfen?
A
Penseelschimmel
B
Mucopeptide
C
Sporen
D
Mycelium

Slide 12 - Quizvraag

Een aparte groep schimmels onderscheidt zich doordat ze uit 1 cel bestaan. Hoe noemen we deze groep?
A
Algen
B
Gisten
C
Archaea
D
Protozoën

Slide 13 - Quizvraag

Zelfs zonder zichtbare beschimmeling kan een schimmel al misselijkheid en braken, maar ook veel ernstigere symptomen veroorzaken. Welke stoffen veroorzaken dit?
A
Mycorrhiza
B
Mycotoxinen
C
Mycelium
D
Fungiciden

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noemen we chemische bestrijdingsmiddelen en geneesmiddelen die gebruikt worden om ziekten bij planten, dieren en de mens, veroorzaakt door schimmels, te bestrijden?
A
Antibiotica
B
Oömyceten
C
Fungiciden
D
Carcinogene stof

Slide 15 - Quizvraag

De celwand van schimmels bestaat uit?
A
Mucopeptide
B
Cellulose
C
Chitine
D
Peptidoglycaan

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor soort schimmel zien we op de afbeelding?
A
Knopschimmel
B
Kwastschimmel
C
Penseelschimmel
D
Bodemschimmel

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noemen we een symbiose tussen schimmels en plantenwortels?
A
Commensalisme
B
Mycorrhiza
C
Parasitisme
D
Mycelium

Slide 18 - Quizvraag

Afsluiting
Volgende week: 
  • Schimmels 
  • Symbiose 

Slide 19 - Tekstslide