haben - sein - wat weet je nog?

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Stofomschrijving proefwerk, 4-10
Seite 40/41 Wörterlisten A, DF, G (NL>D; D>NL)
Seite 42 Plauderecke C helemaal (vraag en antwoord; NL>D; D>NL)
Seite 42 Plauderecke H 1, 2, 3 (vraag en antwoord; NL>D; D>NL)
Seite 43 Schreibecke E 3, 4 (NL>D; D>NL)
Seite 43 Grammatik C - Vraagwoorden (NL>D; D>NL)
Seite 44 Grammatik C - Telwoorden (NL>D; D>NL)
Seite 44 Grammatik E - pvnw, haben, sein (NL>D; D>NL)

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van gisteren?
Schrijf zoveel mogelijke combinaties op van
pvnm + vervoeging van haben of sein of werden
bv: ich bin

Slide 3 - Open vraag

Er ... (haben) eine Freundin.
A
habe
B
hat
C
habt
D
hast

Slide 4 - Quizvraag

Sie ... (haben) ein schönes Auto.
A
haben
B
hat
C
habt
D
hast

Slide 5 - Quizvraag

Ich bin sicher, ihr ... (haben) auch ein schönes Auto.
A
haben
B
hat
C
habt
D
hast

Slide 6 - Quizvraag

Wir ... (haben) ein deutsches Auto.
A
haben
B
hat
C
habt
D
hast

Slide 7 - Quizvraag

Es ... (hat) aber schon einen Kratzer.
A
haben
B
hat
C
habt
D
hast

Slide 8 - Quizvraag

Ich ... (sein) Niederländer.
A
bist
B
sind
C
bin
D
ist

Slide 9 - Quizvraag

Meine Freundin kommt aus Deutschland. Sie ... (sein) Deutsche.
A
bist
B
sind
C
bin
D
ist

Slide 10 - Quizvraag

Wir ... (sein) Freunde.
A
bist
B
sind
C
bin
D
ist

Slide 11 - Quizvraag

... (sein) ihr Niederländer?
A
sind
B
ist
C
bist
D
seid

Slide 12 - Quizvraag

Vielleicht ... (sein) du aber auch beides?
A
sind
B
ist
C
bist
D
seid

Slide 13 - Quizvraag

... jullie antwoorden nr. 19
...

Slide 14 - Tekstslide

... en nu laptop weer dicht
We gaan maar weer eens wat schrijven...

Slide 15 - Tekstslide