2havo - les 21 Woordenschat H4+Formuleren H4

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
- Telefoon weg
- Jas weg
- Geen eten en drinken
- Leesboek op tafel
- Chromebook/Lesboek + papier + pen
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Lezen in een boek 

Woordenschat H4
Uitdrukkingen met begin of eindrijm

Formuleren H4
Woorden die bij elkaar horen bij elkaar plaatsen

Slide 3 - Tekstslide

Rijmende uitdrukkingen
In veel uitdrukkingen staan woordparen. Als deze woorden op elkaar rijmen, spreken we van rijmende uitdrukkingen.

Slide 4 - Tekstslide

beginrijm of alliteratie: voor dag en dauw;

Slide 5 - Tekstslide

eindrijm: met hand en tand.
De volgorde van deze woordparen staat vast; je zegt bijvoorbeeld niet voor dauw en dag of met tand en hand.

Slide 6 - Tekstslide

In langere uitdrukkingen of spreekwoorden kunnen ook rijmende woordparen voorkomen:


– Baat het niet, dan schaadt het niet.
Dit betekent: Het helpt misschien niet, maar het kan ook geen kwaad.

Slide 7 - Tekstslide

– Een ezel stoot zich in het gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen.
Dit betekent: Meestal maak je niet twee keer dezelfde fout.

Slide 8 - Tekstslide

Rijmende uitdrukkingen
In veel uitdrukkingen staan woordparen. Als deze woorden op elkaar rijmen, spreken we van rijmende uitdrukkingen.

- beginrijm/alliteratie
- eindrijm
- rijmende woordparen
Maken: 4, 5, 5~
Klaar? 8
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Formuleren H4
Doel: Je leert woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen.

Start: We zullen als alle inschrijfformulieren binnen zijn en de selectierondes achter de rug zijn, wat waarschijnlijk wel enkele weken kan duren, via de mail laten weten welke leerlingen mee mogen spelen in het schoolvoetbalelftal.
Waarom is dit lastig te begrijpen?

Slide 10 - Tekstslide

Formuleren H4
Niet: Een uitzonderlijk goed betaald en bij het grote publiek bekend model noemen we ook wel een supermodel.

Wel: Een model dat uitzonderlijk goed betaald wordt en bij het grote publiek bekend is, noemen we ook wel een supermodel.

Slide 11 - Tekstslide

Formuleren H4
Niet: Veel meisjes dromen van een bestaan als supermodel, hoewel ze waarschijnlijk niet aan de hoge eisen van de modewereld voldoen.

Wel: Veel meisjes dromen van een bestaan als supermodel, maar ze voldoen waarschijnlijk niet aan de hoge eisen van de modewereld.

Slide 12 - Tekstslide

Formuleren H4
Niet: Een model kan vanwege een gebrek aan zelfvertrouwen afgewezen worden.

 
Wel: Een model kan afgewezen worden vanwege een gebrek aan zelfvertrouwen.

Slide 13 - Tekstslide

Formuleren H4
Niet: Denk je dat Marie het zware modellenbestaan vol zal kunnen houden?

Wel: Denk je dat Marie het zware modellenbestaan zal kunnen volhouden?

Slide 14 - Tekstslide

Formuleren H4
Doel: Je leert woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen.

Maken: 2, 2~
Klaar? 1~
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Leesboek meenemen

Maandag: Kijken en luisteren > Toets!
Dinsdag: Schrijfopdracht artikel af!

Slide 16 - Tekstslide