'De kraamkamer van de beschaving': ontstaan van steden en het schrift
Slide 12 - Tekstslide
Landbouwrevolutie
Revolutie betekent verandering
Jager-verzamelaars worden boer
De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer
Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt
Slide 13 - Tekstslide
Boeren in Nederland
Zuid-Limburg: bandkeramiekers (tot 4400 v. Chr)
Noord-Nederland: trechterbekercultuur (rond 3500 v. Chr.)
Vanaf 3000 v. Chr. zijn er in Nederland geen jager-verzamelaars meer
Slide 14 - Tekstslide
Bandkeramiek
Slide 15 - Tekstslide
Trechterbekercultuur
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Indeling van 'onze' prehistorie
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Dood en begraven
Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden
Zowel begraven als cremeren: urnenvelden
Doden kregen bezittingen mee: vermoedelijk geloven in leven na de dood
Slide 21 - Tekstslide
Gevolgen van het ontstaan van de landbouw
blijven wonen op een vaste plek.
stevige boerderijen ipv eenvoudige hutten.
andere gebruiksvoorwerpen, zoals ploegen enz.
deze overgang was zo groot dat we spreken van de landbouwrevolutie.
Slide 22 - Tekstslide
Samenleving van Jager-verzamelaars
Landbouwsamenleving
Slide 23 - Tekstslide
Het indelen van het verleden:
1. Prehistorie : tot 3000 v.Chr.
2. Oudheid: 3000 v.Chr. - 500 n.Chr.
3. Middeleeuwen: 500 n.Chr. - 1500
4. Vroegmoderne tijd: 1500 - 1800
5. Moderne tijd: 1800 - nu
Slide 24 - Tekstslide
Bij welk van de woorden past deze afbeelding het best?
A
nomade
B
boer
C
landbouwsamenleving
Slide 25 - Quizvraag
Bij welk van de woorden past deze afbeelding het best?
A
Boer
B
samenleving van de jager-verzamelaars
C
landbouwrevolutie
Slide 26 - Quizvraag
De overgang van Jager-verzamelaar naar boer was een enorme verandering, we noemen dit daarom ook wel de.....
A
prehistorie
B
landbouwsamenleving
C
landbouwrevolutie
Slide 27 - Quizvraag
Bij welk begrip past deze afbeelding het best?
A
Jager-verzamelaar
B
landbouwsamenleving
C
historie
Slide 28 - Quizvraag
Door wie is deze uitspraak gedaan? " Morgen trekken we weer verder, we kunnen hier geen eten meer vinden. De dieren zijn ook al verder getrokken en wij gaan achter ze aan"
A
een Jager-verzamelaar
B
Een Boer
Slide 29 - Quizvraag
Door wie is deze uitspraak gedaan? " We wonen op een vaste plek in een huis, verder hebben we best veel bezittingen zoals potten en gereedschappen om het land mee te bewerken"
A
Een Jager-verzamelaar
B
Een Boer
Slide 30 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan hadden de mensen vóór de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt
Slide 31 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan hadden de mensen tijdens de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt
Slide 32 - Quizvraag
Ok, landbouw... Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw
Slide 33 - Quizvraag
Veel resten van de boerderijen uit de Steentijd hebben archeologen niet kunnen terugvinden. Toch zijn er aanwijzingen dát er huizen waren.
Hoe kun je dat in de afbeelding zien?
A
Je ziet nog duidelijk de muren die van aarde zijn gemaakt. De eerste woningen hadden zulke muren.
B
De rode stippen komen door de verf die in de Steentijd gebruikt is.
C
De donkere rondjes zijn de plekken waar eens de palen van de woning hebben gestaan.
D
De vloer is helemaal glad, net zoals wij dat tegenwoordig in ons huis hebben.
Slide 34 - Quizvraag
Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven