Les 22 - vragend voornaamwoord

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

SPQR les 22: Het vragend voornaamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Er zijn twee verschillende soorten vragende voornaamwoorden: 

 
Zelfstandig                          Bijvoeglijk
Congrueert niet                   Congrueert wel
Quis?       Wie?                       Qui/Quae/Quod?        Welke?
Quid?       Wat?                                     

Let op cuius = gen. ev., cui = dat. ev.
De uitgang -ius voor gen. ev. en -i voor dat. ev. komt vaker voor (denk aan eius = gen. ev. van is (van hem) en ei = dat. ev. van is (aan/voor hem)

Slide 4 - Tekstslide

1. Vragend voornaamwoord, zelfstandig
Quis en quid zijn zelfstandig gebruikt. Dat betekent dat ze naamvallen hebben en dus het onderwerp/lijdend voorwerp/etc. van de zinnen kunnen zijn. 

Je vertaalt ze met wie? / wat? / aan wie? / waaraan? / etc.

Slide 5 - Tekstslide

Vertaal in het Nederlands:
Quis dominus est?

Slide 6 - Open vraag

Vertaal in het Nederlands:
Quid scire cupis?

Slide 7 - Open vraag

Vertaal: Cui librum dedisti?

Slide 8 - Open vraag

2. Vragend voornaamwoord, bijvoeglijk
Er bestaan ook bijvoeglijk gebruikte vragende voornaamwoorden. Die worden zo genoemd omdat ze net als een bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord staan en met het zelfstandig naamwoord congrueren in naamval, getal en geslacht. 
Het bijvoeglijk vragend voornaamwoord vertaal je met welk of welke. In het Latijn: qui (m), quae (v), quod (o).

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting: 
Vragend voornaamwoord in het Latijn: 
1. Zelfstandig: quis (wie) en quid (wat)
2. Bijvoeglijk: qui, quae, quod (welk/welke)

Slide 10 - Tekstslide

Het vervelende is, dat de zelfstandige en de bijvoeglijke vormen nogal op elkaar lijken, kijk maar: 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

nom ev
gen ev
dat ev
acc ev
abl ev
nom mv
gen mv
dat mv
acc mv
abl mv
cui
quam
quem
quibus
quarum
quis
quae
quod
cuius
qui
qua
quos

Slide 13 - Sleepvraag

Zelfstandig of bijvoeglijk?
Cui viro librum dedisti?
A
zelfstandig
B
bijvoeglijk

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig of bijvoeglijk?
Quem vir vidit?
A
zelfstandig
B
bijvoeglijk

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig of bijvoeglijk:
Quorum virorum filios necas?
A
zelfstandig
B
bijvoeglijk

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal: Quo gladio hostem necas?

Slide 17 - Open vraag

Tekst 22 t/m regel 13
          Holconius Kijk, Selena van mij, de schilder Lucius is er. Ik heb hem laten komen, omdat we graag een nieuwe wandschildering willen in de eetkamer.
          Selena Zeg eens, Lucius: ____________ wandschilderingen in onze stad heb jij gemaakt? ____________________________? _____________ kunnen we jouw werk zien?
          Holconius Lief dom ezeltje, Lucius is een beroemde schilder in Pompeii. Overal heeft hij ________________________________________ geschilderd.
          Lucius De mensen prijzen inderdaad mijn wandschilderingen: ik ben tevreden. __________________________________________________________________________? __________________________________________________________________________?









Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
  • Leer de dikgedrukte woordjes les 22 t/m ipse.
  • Vertaal tekst 22 t/m regel 13 (m.b.v. de gatenvertaling)

Slide 19 - Tekstslide