nask hoofdstuk 8

hoofstuk 8 kracht en beweging 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

hoofstuk 8 kracht en beweging 

Slide 1 - Tekstslide

Krachten zorgen op drie manieren voor verandering:
    • Vorm van voorwerp veranderen
    • Snelheid van voorwerp veranderen
    • Richting van bewegend voorwerp veranderen
(voorbeelden van kunnen geven)

Slide 2 - Tekstslide

Welke soorten krachten zijn er:
    • Spierkracht
    • Windkracht
    • Wrijvingskracht
    • Zwaartekracht
    • Veerkracht
    • Kleefkracht
    • Elektrische kracht
    • Magnetische kracht
    • Spankracht
(voorbeelden van kunnen geven)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe teken je een kracht:
    • Als een pijl die begint in het aangrijpingspunt (vaak midden)
    • Richting (beneden, boven of opzij)
    • Grootte (hoe langer de pijl, hoe groter de kracht)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Eenheid van kracht is Newton (N)

Slide 6 - Tekstslide

Hoe meet je een kracht?
    • Krachtmeter (meetbereik)
    • Hangt de krachtmeter op
    • Je hangt het voorwerp eraan
    • Houdt je krachtmeter in de richting van kracht
    • Lees de krachtmeter af op ooghoogte

Slide 7 - Tekstslide

Kunnen krachten samenwerken?

Nettokracht : Resultaat van meerdere krachten
Tegenwerkende krachten (in tegengestelde richting <- ->) : Trek je van elkaar af voor de nettokracht (grootste getal – kleinste getal)
Meewerkende krachten (in dezelfde richting -> -> ) : Tel je bij elkaar op voor nettokracht (kracht 1 + kracht 2 + etc…)

Slide 8 - Tekstslide

Krachten en versnelling
Wanneer is er een constante snelheid?: Wanneer de snelheid gelijk blijft, nettokracht 0 is. Meewerkende kracht (spierkracht op de fiets) is net zo groot als mijn tegenwerkende kracht (windkracht op de fiets).
Wanneer is er een versnelling? : Wanneer je snelheid toeneemt, nettokracht is positief geen nul. Meewerkende kracht (spierkracht op de fiets) is groter dan de tegenwerkende kracht (windkracht op de fiets).
Wanneer is er een vertraging?: Wanneer de snelheid afneemt, nettokracht is negatief geen nul. Meewerkende kracht (spierkracht op de fiets) is minder dan de tegenwerkende kracht (windkracht op de fiets).

Slide 9 - Tekstslide

Snelheid
Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
Formule -> afstand / tijd
    1. Gegevens ( meters , seconden) (kilometers, uren)
    2. Gevraagd? Snelheid in km/h of in m/s
    3. Formule
    4. Berekening
    5. Antwoord

Slide 10 - Tekstslide

Min -> Uren /60
Min -> Sec x 60
Km -> m x 1000
M -> km / 1000
Km/h -> m/s / 3,6
m/s -> km/h x 3,6


Slide 11 - Tekstslide

Hefbomen
arm 1 x kracht 1 = arm 2 x kracht 2
Alles links uitrekenen
Alles rechts uitrekenen
De antwoorden moeten hetzelfde zijn
Dichtbij het draaipunt is de kracht het grootst
Ver van het draaipunt is de kracht het kleinst


Slide 12 - Tekstslide

Reactie en Remmen
Reactietijd = de tijd die je nodig hebt voordat je remt en die is afhankelijk van meerdere factoren:
    • Je leeftijd
    • De concentratie van de bestuurder
    • Vreemde stoffen in je lichaam (alcohol drugs)
Reactieafstand = de afstand die je in de reactietijd aflegt.

Slide 13 - Tekstslide

Remweg = de afstand die je tijdens het remmen aflegt. Hoe lang de remweg is hangt af van:
    • De snelheid
    • De remkracht
    • Het soort wegdek
    • De weersomstandigheden
    • Het profiel op de banden
    • Het gewicht van het voertuig

Slide 14 - Tekstslide

Hoe bereken je de stopafstand?
Stopafstand = reactieafstand + remweg

Slide 15 - Tekstslide

Veiligheid
Bij een botsing verandert de snelheid plotseling en vervormt het voertuig.
Om de veiligheid te vergroten:
    • Kreukelzone, veiligheidskooi, airbags, veiligheidsriemen en het gebruik van zachte materialen
    • Door het indeuken van de kreukelzone duurt de botsing langer en daardoor is de botsing minder heftig

Slide 16 - Tekstslide

Veiligheid met een valhelm
Het harde materiaal van de buitenkant beschermt tegen scherpe voorwerpen en het verdeelt de kracht van de val over de helm.
De piepschuimlaag binnenin de helm moet je hoofd geleidelijk snel afremmen.
Veiligheid in het verkeer:
Verkeersregels
Als je je goed gedraagt in het verkeer verklein je de kans op ongelukken.

Slide 17 - Tekstslide

samenvatting opschrijven 

Slide 18 - Tekstslide