VMBO-KGT Year 1: Unit 2

Unit 2: Scotland
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Unit 2: Scotland

Slide 1 - Tekstslide

Scotland

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Do you understand him?
Yes
No

Slide 4 - Poll

The highland games
Who knows what they are?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Let's design a poster!
De highland games worden georganiseerd door de school, maak een poster om het te promoten.

Op de poster moet staan:
  • De naam van het evenement
  • Wanneer en waar het gehouden wordt
  • Welke sporten er te zien zullen zijn

Slide 7 - Tekstslide

Unit 2.2: listening

Slide 8 - Tekstslide

Let's do exercise 1 together!
Page 52!

Slide 9 - Tekstslide

lidwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Lidwoorden
A
Gesloten klanken
(vaak medeklinkers)
A leg
A bruise
A uniform
An
Open klanken
(vaak klinkers)
An arm
An apple
An hour

Slide 11 - Tekstslide

Lidwoorden:
email
A
A
B
An

Slide 12 - Quizvraag

Lidwoorden:
chair
A
A
B
An

Slide 13 - Quizvraag

Lidwoorden:
Desk
A
A
B
An

Slide 14 - Quizvraag

Lidwoorden:
egg
A
A
B
An

Slide 15 - Quizvraag

Lidwoorden:
idiot
A
A
B
An

Slide 16 - Quizvraag

Do exercise 2 & 3
On page 52/53!

Slide 17 - Tekstslide

Let's listen!
Do exercise 5 & 6 on page 53/55!

Slide 18 - Tekstslide

plurals= meervoud
Meervoud in het Engels is best makkelijk

Slide 19 - Tekstslide

Meervoud
Singular = enkelvoud
Plural = meervoud

Slide 20 - Tekstslide

Meervoud

Slide 21 - Tekstslide

Meervoud

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het meervoud van het woord 'cat'?
A
caties
B
cats
C
catses
D
caten

Slide 23 - Quizvraag

Hoe maak je 'book' meervoud?
A
bookses
B
bookies
C
books
D
booken

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
brush

Slide 25 - Open vraag

Wat is de meervoud van: School
A
Schooling
B
Schooled
C
Scholes
D
Schools

Slide 26 - Quizvraag

meervoud van kiss =

Slide 27 - Open vraag

Do exercise 7,8 & 9!
On page 54/55!
Good luck!

Slide 28 - Tekstslide

Let's listen together!
Exercise 10 on page 55!

Slide 29 - Tekstslide

Unit 2.3

Slide 30 - Tekstslide

Do exercise 3 on page 57!

Slide 31 - Tekstslide

Telling the time 

Slide 32 - Tekstslide

Telling the time:
Write out the time:
03:50
A
It's ten to four.
B
It's fifty past three.
C
It's almost four o'clock
D
It's twenty past half four.

Slide 33 - Quizvraag

Telling the time:
Het is 10 voor half 4.
A
It's 10 to half past 4.
B
It's 20 past 4.
C
It's 20 past three.
D
It's 20 to 4.

Slide 34 - Quizvraag

Telling the time
Het is kwart over 3.
A
It's a quarter to 3.
B
It's a quarter past 3.
C
It's fifteen past 3.
D
It's fifteen to 3.

Slide 35 - Quizvraag

Telling the time:
Het is 5 voor 9.

A
It's five past nine.
B
It's fifty-five past eight.
C
It's five to nine.
D
It's five to nine o' clock.

Slide 36 - Quizvraag

Do exercise 5, 7 & 8 on page 58/59!

Slide 37 - Tekstslide

Unit 2.4

Slide 38 - Tekstslide

Open your book on page 63!
TIP: zoekend lezen

Slide 39 - Tekstslide

Do exercise 2 on page 63!

Slide 40 - Tekstslide

to have got
to have got = werkwoord (verb)
to have got = hebben

Slide 41 - Tekstslide

to have got

Slide 42 - Tekstslide

Wat betekent:
To have got
A
fietsen
B
zijn
C
hebben
D
waren

Slide 43 - Quizvraag

to have got
you ......
A
have got
B
has got

Slide 44 - Quizvraag

Michael .........(to have got) no friends.
A
Michael have got no friends.
B
Michael has got no friends.
C
Michael got no friends.
D
Michael haves got no friends.

Slide 45 - Quizvraag

.................. she ............ (to have got) a dog?
A
Do she have got a dog?
B
Has she to have a dog?
C
Has she got a dog?
D
Have she got a dog?

Slide 46 - Quizvraag

He ........ a present (to have got)

Slide 47 - Open vraag

to have got:
she ...... got

Slide 48 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'to be' of 'to have got'
___ Jacob ___ (to have got) green eyes?

Slide 49 - Open vraag

Do exercise 3 t/m 8!

Slide 50 - Tekstslide