Recap Unit 2

Recap Unit 2
Quiz about unit 2 (Zelfstandig)
Done? --> READING! or prepare for your test


1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Recap Unit 2
Quiz about unit 2 (Zelfstandig)
Done? --> READING! or prepare for your test


Slide 1 - Tekstslide

wat is het meervoud van "wish"?
A
wishs
B
wishen
C
wishes

Slide 2 - Quizvraag

Meervoud van: hour
A
Houres
B
hours

Slide 3 - Quizvraag

Meervoud van: kiss
A
Kisss
B
Kisses
C
kiss's

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het meervoud van bus?
A
Buses
B
Busses
C
Bus
D
Bussen

Slide 5 - Quizvraag

have got / has got
The dog ... a tail.
A
have got
B
has got

Slide 6 - Quizvraag

have got / has got
I ... an English test Thursday.
A
have got
B
has got

Slide 7 - Quizvraag

Have got / has got
I ... an English test Thursday.
A
have got
B
has got

Slide 8 - Quizvraag

Have Got/Has Got

You ... a nice room.
A
have got
B
has got

Slide 9 - Quizvraag

Have Got/Has Got

She ... brown hair.
A
have got
B
has got

Slide 10 - Quizvraag

Vervang "Susan" door een persoonlijk voornaamwoord:
A
he
B
we
C
you
D
she

Slide 11 - Quizvraag

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan
A
he
B
we
C
you
D
she

Slide 12 - Quizvraag

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog
A
he
B
it
C
you
D
I

Slide 13 - Quizvraag

Persoonlijke voornaamwoorden geven aan..
A
van wie iets is
B
over wie iets gaat
C
voor wie iets is

Slide 14 - Quizvraag

Persoonlijke voornaamwoorden zijn..
A
I, you, he/she/it, we, they, you
B
My, mine, yours, theirs
C
What, who, where, when, why

Slide 15 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord:
..... (ik) like school.


A
i
B
I
C
you
D
we

Slide 16 - Quizvraag

Telling time:
13.30
A
It's half past two
B
It's one o'clock
C
It's half past one
D
It's half two

Slide 17 - Quizvraag

Telling time:
05:30
A
AM
B
PM

Slide 18 - Quizvraag

Telling time
12:40
A
It's forty past twelve.
B
It's ten past half one.
C
It's ten past twelve thirty.
D
It's twenty to one.

Slide 19 - Quizvraag

Telling time
13:25
A
It's twenty-five past one.
B
It's five to half two.
C
It's almost half past two.
D
It's five for half one.

Slide 20 - Quizvraag

Telling time: Hoe zeg je een heel uur in het Engels?
A
oclock
B
o'clock
C
hour
D
first hour

Slide 21 - Quizvraag

Telling time:
What time is it?
13.00
A
It's half past two
B
It's one o'clock (pm)
C
It's half past one
D
It's one o'clock (am)

Slide 22 - Quizvraag

Telling time: Hoe zeg je een kwartier in het Engels?
A
quarter
B
qaurter
C
qauter
D
quater

Slide 23 - Quizvraag

a / an
de letter van het woord wat na 'a/an' komt bepaalt welke ik gebruik
A
yes
B
no

Slide 24 - Quizvraag

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
a / an? ...... euro
A
a
B
an

Slide 25 - Quizvraag

a / an?
.... university
A
a
B
an

Slide 26 - Quizvraag

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
(a / an) apple
A
a
B
an

Slide 27 - Quizvraag

a / an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 28 - Quizvraag

a/an

Hour
A
A
B
An

Slide 29 - Quizvraag

a / an

hour
A
a
B
an

Slide 30 - Quizvraag

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
a / an hour
A
a
B
an

Slide 31 - Quizvraag

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
(a / an) diary
A
a
B
an

Slide 32 - Quizvraag

a/an

... school
A
a
B
an

Slide 33 - Quizvraag

a/an

... insect
A
A
B
An

Slide 34 - Quizvraag