Blok 1 Grammatica 2HV

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Blok 1 Grammatica

Bedenk een zo klein mogelijke zin...

1. Wat is de handeling? =WWG

2. Wie voert de handeling uit? =Ond

3. Wie/wat is nodig bij de handeling? = Lv

4. Wie is de ontvanger? = Mv

De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.
Wat is het wwg in deze zin?

1. heeft
2. heeft het bezorgd
3. heeft bezorgd
4. heeft het bezorgd bij

De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.
Wat is het onderwerp in deze zin?

1. De postbezorger
2. het pakketje
3. postbezorger
4. pakketje

De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.
Wat is het lijdend voorwerpin deze zin?

1. De postbezorger
2. het pakketje
3. postbezorger
4. pakketje

Bijwoordelijke bepaling

- Blijft over in de zin na het benoemen van: wwg, ond, lv, mv

- Zegt iets over waar, wanneer, waarom en hoe iets gebeurde.

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is het wwg?

1. heeft
2. heeft gevolgd
3. heeft zweefvliegen gevolgd
4. heeft vliegen gevolgd

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is het ond?

1. Tristan
2. cursus
3. Vakantie
4. zweefvliegen

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is het lv?

1. Tristan
2. een cursus
3. vakantie
4. een cursus zweefvliegen

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is het mv?

1. Tijdens zijn vakantie
2. zweefvliegen
3. gevolgd
4. Is er niet

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is de bwb?

1. een cursus zweefvliegen
2. tijdens zijn vakantie
3. tijdens
4. cursus

Bijvoeglijke bepaling (bvb)

- geen eigen zinsdeel.

- bijzonderheid, kenmerk of een eigenschap van het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.

- kan voor of achter het znw staan.

Welke ex-voetballer is de huidige trainer van Oranje?
Wat is/zijn de bVb(s) in deze zin?

Huiswerk:

Blok 1 grammatica

opdracht 1, 3, 4 en 5