Week 12, les 4, 2M

Welkom!




Nederlands 
Havo/ vwo leerjaar 2
Zoom, LessonUp, schrift, pen, boek in Schooltas, Drive

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!




Nederlands 
Havo/ vwo leerjaar 2
Zoom, LessonUp, schrift, pen, boek in Schooltas, Drive

Slide 1 - Tekstslide

Voordat we gaan beginnen
1. Aura app op je iPad
2. Kijk onder het kopje 'ontdek'
3. Maak een top 3 van boeken die je zou willen lezen
4. Reserveer een boek in de mediatheek
5. Ben je klaar met opdrachten in de les, dan kan je lezen in je leesboek. Neem ook je leesboek mee tijdens de toetsweek. 
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Lezen en grammatica :
- Lezen, blok 4 opdracht 5 (signaalwoorden, alineaverbanden)
- Grammatica, blok 1 opdracht 1 (zinsdelen)

Afsluiting:
Nieuwsquiz (algemene kennis) 

Slide 3 - Tekstslide

Wat we deze les gaan doen/ doelen
Lezen en grammatica 
  • Lezen, blok 4 opdracht 5 (signaalwoorden, alineaverbanden) nakijken
  • Grammatica, blok 1 opdracht 1 (zinsdelen) nakijken
  • Lezen, blok 4 of 5

Afsluiting:
  • Nieuwsquiz (algemene kennis) 

Slide 4 - Tekstslide

Lezen
1. Opdracht 5 nakijken
 blz 191 

2. Lees de theorie verbindingsmanieren. 

3. Vragen?

Slide 5 - Tekstslide

Lezen bl 4, opdr. 5 nakijken.
1 Eigen voorspelling.
2 Eigen werk.
3 De schrijver stelt een vraag en kondigt het onderwerp van de tekst aan.
4 a je focussen: je richten op
 b aspect: deel
 c billijkheid: redelijkheid, eerlijkheid
 d onbillijk: onredelijk, oneerlijk
 e appels met peren vergelijken: twee onvergelijkbare dingen met elkaar vergelijken
5 a Dat (regel 5) verwijst naar: een half uur per dag wachten (regel 5).
 b Dat (regel 16) verwijst naar: jij komt op tijd en die andere partij laat je wachten (regel 15-16).
 c wat (regel 17) verwijst naar voorkruipen (regel 17).
 d wat (regel 34) verwijst naar iets (regel 34).
6 a De tweede en de derde alinea zijn verbonden door een signaalwoord. De eerste zin van alinea drie begint met Een ander aspect.
 b De derde en vierde alinea zijn verbonden door een signaalwoord. De eerste zin van alinea vier begint met Tot slot.
 c de vierde en vijfde alinea zijn verbonden door een verwijzing. In de eerste zin van alinea vijf staat: de redenen hiervoor genoemd.
 d de vijfde en zesde alinea zijn verbonden door een signaalwoord. De zesde alinea begint met het signaalwoord Toch. Dit geeft een tegenstelling tussen de twee alinea’s aan.
7 De schrijver sluit de tekst af met een conclusie.
8 ‘Wachten is een emotionele cocktail van sterk negatieve emoties.’
9 Andere aspecten zijn onzekerheid en onbillijkheid.
10 a Hoofdzaak: bij wachten speelt angst een rol.
 b Bijzaken: Je staat t/m gaat doen.
11 Wachten is een emotionele cocktail van negatieve emoties als: wachttijd is verloren tijd, wachten gebeurt in saaie omgevingen, focussen op de klok. Het zorgt voor onzekerheid en onevenwichtigheid. Wachten zorgt voor angst en controleverlies.
12 Mensen zijn bereid te wachten als ze van tevoren weten dat ze moeten wachten. Je weet dat je voor de Droomvlucht moet wachten. Wachten op een YouTube-filmpje is niet wat je verwacht. Ook zijn er genoeg alternatieven te vinden.
13 Eigen antwoord. Heb je uitgelegd waarom je het al dan niet met de titel eens bent?
14 a de lezer informeren
 b een achtergrondtekst in een tijdschrift

Slide 6 - Tekstslide

Lezen bl 4, opdr. 5 nakijken.
5 a Dat (regel 5) verwijst naar: een half uur per dag wachten (regel 5).
 b Dat (regel 16) verwijst naar: jij komt op tijd en die andere partij laat je wachten (regel 15-16).
 c wat (regel 17) verwijst naar voorkruipen (regel 17).
 d wat (regel 34) verwijst naar iets (regel 34).
6 a De tweede en de derde alinea zijn verbonden door een signaalwoord. De eerste zin van alinea drie begint met Een ander aspect.
 b De derde en vierde alinea zijn verbonden door een signaalwoord. De eerste zin van alinea vier begint met Tot slot.
 c de vierde en vijfde alinea zijn verbonden door een verwijzing. In de eerste zin van alinea vijf staat: de redenen hiervoor genoemd.
 d de vijfde en zesde alinea zijn verbonden door een signaalwoord. De zesde alinea begint met het signaalwoord Toch. Dit geeft een tegenstelling tussen de twee alinea’s aan.
7 De schrijver sluit de tekst af met een conclusie.
8 ‘Wachten is een emotionele cocktail van sterk negatieve emoties.’
9 Andere aspecten zijn onzekerheid en onbillijkheid.
10 a Hoofdzaak: bij wachten speelt angst een rol.
 b Bijzaken: Je staat t/m gaat doen.
11 Wachten is een emotionele cocktail van negatieve emoties als: wachttijd is verloren tijd, wachten gebeurt in saaie omgevingen, focussen op de klok. Het zorgt voor onzekerheid en onevenwichtigheid. Wachten zorgt voor angst en controleverlies.
12 Mensen zijn bereid te wachten als ze van tevoren weten dat ze moeten wachten. Je weet dat je voor de Droomvlucht moet wachten. Wachten op een YouTube-filmpje is niet wat je verwacht. Ook zijn er genoeg alternatieven te vinden.
13 Eigen antwoord. Heb je uitgelegd waarom je het al dan niet met de titel eens bent?
14 a de lezer informeren
 b een achtergrondtekst in een tijdschrift

Slide 7 - Tekstslide

Lezen bl 4, opdr. 5 nakijken.
6 c de vierde en vijfde alinea zijn verbonden door een verwijzing. In de eerste zin van alinea vijf staat: de redenen hiervoor genoemd.
 d de vijfde en zesde alinea zijn verbonden door een signaalwoord. De zesde alinea begint met het signaalwoord Toch. Dit geeft een tegenstelling tussen de twee alinea’s aan.
7 De schrijver sluit de tekst af met een conclusie.
8 ‘Wachten is een emotionele cocktail van sterk negatieve emoties.’
9 Andere aspecten zijn onzekerheid en onbillijkheid.
10 a Hoofdzaak: bij wachten speelt angst een rol.
 b Bijzaken: Je staat t/m gaat doen.
11 Wachten is een emotionele cocktail van negatieve emoties als: wachttijd is verloren tijd, wachten gebeurt in saaie omgevingen, focussen op de klok. Het zorgt voor onzekerheid en onevenwichtigheid. Wachten zorgt voor angst en controleverlies.
12 Mensen zijn bereid te wachten als ze van tevoren weten dat ze moeten wachten. Je weet dat je voor de Droomvlucht moet wachten. Wachten op een YouTube-filmpje is niet wat je verwacht. Ook zijn er genoeg alternatieven te vinden.
13 Eigen antwoord. Heb je uitgelegd waarom je het al dan niet met de titel eens bent?
14 a de lezer informeren
 b een achtergrondtekst in een tijdschrift

Slide 8 - Tekstslide

Lezen bl 4, opdr. 5 nakijken.
10 b Bijzaken: Je staat t/m gaat doen.
11 Wachten is een emotionele cocktail van negatieve emoties als: wachttijd is verloren tijd, wachten gebeurt in saaie omgevingen, focussen op de klok. Het zorgt voor onzekerheid en onevenwichtigheid. Wachten zorgt voor angst en controleverlies.
12 Mensen zijn bereid te wachten als ze van tevoren weten dat ze moeten wachten. Je weet dat je voor de Droomvlucht moet wachten. Wachten op een YouTube-filmpje is niet wat je verwacht. Ook zijn er genoeg alternatieven te vinden.
13 Eigen antwoord. Heb je uitgelegd waarom je het al dan niet met de titel eens bent?
14 a de lezer informeren
 b een achtergrondtekst in een tijdschrift

Slide 9 - Tekstslide

Lezen bl 4, opdr. 5 nakijken.

13 Eigen antwoord. Heb je uitgelegd waarom je het al dan niet met de titel eens bent?
14 a de lezer informeren
 b een achtergrondtekst in een tijdschrift

Slide 10 - Tekstslide

Doelen behaald?
1. Wat zijn signaalwoorden? Geef een voorbeeld.

2. Welke 4 alineaverbanden kennen we? 

3. Hoe herken je hoofd- en bijzaken? Geef een voorbeeld.

4. Toetsweek vanaf 8 april: NL = Lezen blok 1 t/m 4 leren.  

Slide 11 - Tekstslide

Grammatica
1. Zinsdelen. Wat wist je er nog van?

2. Opdracht 1 op blz 19 nakijken

3. Extra oefenen? Ga naar www.cambiumned.nl

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Grammatica bl 1, opdr 1 nakijken
1 De postbezorger | heeft | het pakketje | bij de buren van nummer 24 | bezorgd.
 de postbezorger = ond
 heeft bezorgd = wwg
 het pakketje = lv
 bij de buren van nummer 24 = bwb

2 De jongste Nederlandse autocoureur | had | tijdens zijn eerste wedstrijd | materiaalpech.
 De jongste Nederlandse autocoureur = ond
 had = wwg
 tijdens zijn eerste wedstrijd = bwb
 materiaalpech = lv
3 Het nieuws over de overstromingen | verspreidden | de twee jonge verslaggevers | via hun netwerk | snel | aan hun collega’s over de wereld.
 Het nieuws over de overstromingen = lv
 verspreidden = wwg
 de twee jonge verslaggevers = ond
 via hun netwerk = bwb
 snel = bwb
 aan hun collega’s over de wereld = mv
4 Gemeenteraadsleden | willen | in Rotterdam | alle brugklassers | een gratis fiets | aanbieden.
 Gemeenteraadsleden = ond
 willen aanbieden = wwg
 in Rotterdam = bwb
 alle brugklassers = mv
 een gratis fiets = lv
5 Tijdens zijn vakantie | heeft | Tristan | een cursus zweefvliegen | gevolgd.
 Tijdens zijn vakantie = bwb
 heeft gevolgd = wwg
 Tristan = ond
 een cursus zweefvliegen = lv
6 Laat | je buurman | zijn hond | op een warme dag | alleen | in de auto | achter?
 Laat achter = wwg
 je buurman = ond
 zijn hond = lv
 op een warme dag = bwb
 alleen = bwb
 in de auto = bwb

Slide 14 - Tekstslide


Grammatica bl 1, opdr 1 nakijken
2 De jongste Nederlandse autocoureur | had | tijdens zijn eerste wedstrijd | materiaalpech.
 De jongste Nederlandse autocoureur = ond
 had = wwg
 tijdens zijn eerste wedstrijd = bwb
 materiaalpech = lv

3 Het nieuws over de overstromingen | verspreidden | de twee jonge verslaggevers | via hun netwerk | snel | aan hun collega’s over de wereld.
 Het nieuws over de overstromingen = lv
 verspreidden = wwg
 de twee jonge verslaggevers = ond
 via hun netwerk = bwb
 snel = bwb
 aan hun collega’s over de wereld = mv
4 Gemeenteraadsleden | willen | in Rotterdam | alle brugklassers | een gratis fiets | aanbieden.
 Gemeenteraadsleden = ond
 willen aanbieden = wwg
 in Rotterdam = bwb
 alle brugklassers = mv
 een gratis fiets = lv
5 Tijdens zijn vakantie | heeft | Tristan | een cursus zweefvliegen | gevolgd.
 Tijdens zijn vakantie = bwb
 heeft gevolgd = wwg
 Tristan = ond
 een cursus zweefvliegen = lv
6 Laat | je buurman | zijn hond | op een warme dag | alleen | in de auto | achter?
 Laat achter = wwg
 je buurman = ond
 zijn hond = lv
 op een warme dag = bwb
 alleen = bwb
 in de auto = bwb

Slide 15 - Tekstslide


Grammatica bl 1, opdr 1 nakijken
3 Het nieuws over de overstromingen | verspreidden | de twee jonge verslaggevers | via hun netwerk | snel | aan hun collega’s over de wereld.
 Het nieuws over de overstromingen = lv
 verspreidden = wwg
 de twee jonge verslaggevers = ond
 via hun netwerk = bwb
 snel = bwb
 aan hun collega’s over de wereld = mv
4 Gemeenteraadsleden | willen | in Rotterdam | alle brugklassers | een gratis fiets | aanbieden.
 Gemeenteraadsleden = ond
 willen aanbieden = wwg
 in Rotterdam = bwb
 alle brugklassers = mv
 een gratis fiets = lv
5 Tijdens zijn vakantie | heeft | Tristan | een cursus zweefvliegen | gevolgd.
 Tijdens zijn vakantie = bwb
 heeft gevolgd = wwg
 Tristan = ond
 een cursus zweefvliegen = lv
6 Laat | je buurman | zijn hond | op een warme dag | alleen | in de auto | achter?
 Laat achter = wwg
 je buurman = ond
 zijn hond = lv
 op een warme dag = bwb
 alleen = bwb
 in de auto = bwb

Slide 16 - Tekstslide


Grammatica bl 1, opdr 1 nakijken
4 Gemeenteraadsleden | willen | in Rotterdam | alle brugklassers | een gratis fiets | aanbieden.
 Gemeenteraadsleden = ond
 willen aanbieden = wwg
 in Rotterdam = bwb
 alle brugklassers = mv
 een gratis fiets = lv

5 Tijdens zijn vakantie | heeft | Tristan | een cursus zweefvliegen | gevolgd.
 Tijdens zijn vakantie = bwb
 heeft gevolgd = wwg
 Tristan = ond
 een cursus zweefvliegen = lv
6 Laat | je buurman | zijn hond | op een warme dag | alleen | in de auto | achter?
 Laat achter = wwg
 je buurman = ond
 zijn hond = lv
 op een warme dag = bwb
 alleen = bwb
 in de auto = bwb

Slide 17 - Tekstslide


Grammatica bl 1, opdr 1 nakijken
5 Tijdens zijn vakantie | heeft | Tristan | een cursus zweefvliegen | gevolgd.
 Tijdens zijn vakantie = bwb
 heeft gevolgd = wwg
 Tristan = ond
 een cursus zweefvliegen = lv

6 Laat | je buurman | zijn hond | op een warme dag | alleen | in de auto | achter?
 Laat achter = wwg
 je buurman = ond
 zijn hond = lv
 op een warme dag = bwb
 alleen = bwb
 in de auto = bwb

Slide 18 - Tekstslide


Grammatica bl 1, opdr 1 nakijken
6 Laat | je buurman | zijn hond | op een warme dag | alleen | in de auto | achter?
 Laat achter = wwg
 je buurman = ond
 zijn hond = lv
 op een warme dag = bwb
 alleen = bwb
 in de auto = bwb

Slide 19 - Tekstslide

Doelen behaald?
1. Welke zinsdelen ken je? Geef een voorbeeld.

2. Wat vond je moeilijk?

3. Wat vond je gemakkelijk?

4. Oefen via www.cambiumned.nl 

Slide 20 - Tekstslide

Volgende les
1. Lezen blok 5

2. Grammatica blok 2

3. Leesboek regelen

4. Leren voor de toets in de toetsweek. 



Slide 21 - Tekstslide

Nieuwsquiz

1. Via www.kahoot.it
2. Eigen voornaam

https://create.kahoot.it/details/f6b43d3e-3c44-419d-93f9-a7784fbb4ffc

Slide 22 - Tekstslide

Doelen/ Reflectie
1. Signaalwoorden
2. Verbindingsmanieren
3. Klaar voor Grammatica

1. Wat ging goed?
2. Wat zijn verbeterpunten?
3. Hoe ga je dat aanpakken?


Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
Fijne dag!

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
Reflectie: Welke smiley kies je?
1. smiley= hoe vond je de les en waarom?
2. smiley = hoe voel jij je na deze les en hoe komt dat?

Slide 25 - Tekstslide