Dordrecht les 4

Dordrecht les 4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dordrecht les 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn stadsrechten?
A
Recht van een stad op eigen bestuur
B
Recht van een heer om een stad te besturen
C
Recht om een stad te bouwen
D
Recht om een stad in te nemen

Slide 2 - Quizvraag

Wat was GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf recht spreken
B
De stad mocht een stadsmuur bouwen
C
De stad mocht de landeigenaar afzetten
D
De stad mocht zelf belasting ophalen

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer kreeg Dordrecht stadsrecht?
A
572
B
1220
C
1011
D
1589

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we de tijd waarin Dordrecht stadsrecht kreeg?
A
De tijd van monniken en ridders
B
de tijd van steden en staten
C
de tijd van jagers en verzamelaars
D
de tijd van Grieken en Romeinen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor deze tijd?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Nu doen
nakijken 9.3

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Van leerling tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.
  • Hiervoor moet je eerst meester worden:

  1. Je begon al erg jong als onbetaalde leerling;
  2. Daarna werd je gezel; knecht
  3. En pas als je meesterproef  (examen) had gedaan kon je meester worden.
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 18 - Tekstslide

Een voorbeeld van een meesterproef.
Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag


Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 26 - Quizvraag


Wie zaten er in het bestuur van een middeleeuwse stad?
A
Winkeliers
B
Gewone arbeiders
C
Kooplieden
D
Leerlingen

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Nu doen
Lezen de tekst bij 9.4
maken de breedteopdrachten bij 9.4

Slide 30 - Tekstslide