8.3 Snelheid

8.3 Snelheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

8.3 Snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Snelheid?

Snelheid geef je aan in kilometer per uur of meter per seconde.

Slide 2 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid kun je berekenen.

Je doet dan afstand delen door tijd. Hier gebruiken we een formule voor met een aantal grootheden en eenheden. 

Afstand: s
Tijd: t
Snelheid: V


snelheid=tijdafstand
s=tV

Slide 3 - Tekstslide

Welk symbool gebruik je voor de grootheid afstand?
A
s
B
V
C
t

Slide 4 - Quizvraag

Welk symbool gebruik je voor de grootheid tijd?
A
s
B
V
C
t
D
A

Slide 5 - Quizvraag

Welke symbool gebruik je voor de grootheid snelheid?
A
s
B
V
C
t
D
A

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Dat het een snelheid is die gerekend is over een bepaalde afstand en tijd.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 8 - Quizvraag

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
Soms moet je even omrekenen om alle eenheden gelijk te krijgen. 

Bijvoorbeeld:
Ik fiets 20 km/h voor 30 minuten. Wat is mijn gemiddelde snelheid?

Dan moet je de 30 minuten eerst naar uren omrekenen 

Slide 11 - Tekstslide

Gelijk maken
In de volgende vraag moet je dus gelijk gaan maken. 

Je gaat minuten vergelijken met seconden, dan moet je eerst de minuten terugrekenen naar seconden. 

Slide 12 - Tekstslide

Na de start bereikt de TGV (hoge snelheids trein) in 3 minuten een snelheid van 88,3 m/s.

Bereken de gemiddelde snelheid in m/s
A
29,4 m/s
B
264,9 m/s
C
44,2 m/s

Slide 13 - Quizvraag

Lees 8.2
En maak daarna de opdrachten van 8.2

Slide 14 - Tekstslide