1 Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
a Alleen mooie kleren maken een mens niet mooi.
2 Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel.
e De waarheid komt altijd aan het licht.
3 Als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.
c Als twee mensen ruzie maken om iets, krijgt een ander meestal het voordeel.
4 Bezoek en vis blijven drie dagen fris.
f Een gast moet niet te lang blijven.